Frankrijk
Video
Video van: HCT
In Frankrijk stonden heel wat bunkers die deel uit maakte van de Atlantic Wall. Ik zal een paar bunkers hieronder plaatsen van Utah Beach, Omaha Beach, Grand-camp-maisy en Pointe du Hoc
Utah Beach
Utah Beach
Omaha Beach
Norman Daniel "Dutch" Cota (Chelsea, Massachusetts 30 mei 1893 - 4 oktober 1971) was een Amerikaanse generaal uit de Tweede Wereldoorlog. Generaal Cota was assistent divisiecommandant van de 29e Infanteriedivisie uit het Amerikaanse leger tijdens de landingen van D-Day op Omaha Beach. Bijnaam: Dutch Rang: Majoor-Generaal |
Grand-Camp-Maisy
Pointe du Hoc
Op 6 juni 1944, bij de landing in Normandië, was Pointe du Hoc een doelwit van de geallieerden, om de bedreigde stranden vrij te krijgen van het dreigende geschut van de 155 mm scheepskanonnen. Deze moeilijke en zware missie werd toevertrouwd aan de US 2nd Ranger bataljon, onder leiding van luitenant-kolonel James Earl Rudder. 225 man zouden landen op het strand en moesten de kanonnen vernietigen.
Amerikaanse Begraafplaats - Colleville Sur-Mer
In het plaatsje Colleville Sur-Mer ligt een Amerikaanse begraafplaats. Er liggen 9.387 gedenktekens. Op 8 juni 1944 stichtte het Amerikaanse 1e leger de eerste tijdelijke begraafplaats in St. Laurent. Dit was de eerste Amerikaanse begraafplaats op Europese bodem ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog werd de huidige begraafplaats gevestigd op een korte afstand van de originele plaats. Frankrijk heeft het stuk land waar de begraafplaats zich bevindt, toegekend aan de Verenigde Staten. Tot op de dag van vandaag is dit stuk Frans grondgebied in leengebruik bij de Amerikaanse overheid.
Inhuldiging in: 1956
Ongeïdentificeerde slachtoffers: 307
Inhuldiging in: 1956
Ongeïdentificeerde slachtoffers: 307
Embleem van het 4e Infanteriedivisie
|
Theodore Roosevelt jr. (13 november 1887 - 12 juli 1944) was een Amerikaans generaal. Hij vocht in beide wereldoorlogen.
Tijdens de slag om Normandië leidde hij de Amerikaanse 4e Infanteriedivisie op Utah Beach. Hij heeft daarvoor een Medal of Honor gekregen. Roosevelt overleed in Frankrijk aan een hartinfarct. Zijn vader was de President van Amerika. Theodore Roosevelt jr had een bijnaam; Teddy. Theodore overleed in een wijngaard in Carentan, hij is 53 geworden. |
Duitse Begraafplaats - La Cambe
Een paar kilometer verderop van de Amerikaanse begraafplaats ligt een Duitse begraafplaats in het plaatsje La Cambe. Er liggen daar zo'n 21,160 begraven Duitse soldaten en 207 zijn ongeïdentificeerd. In het midden van de Duitse begraafplaats zit een grote ronde heuvel, in die ronde heuvel (tumulus) liggen de 207 ongeïdentificeerde Duite soldaten. Daar boven op staat een soort kruis waarop staat: ''Gott hat das letzte Wort'' (God heeft het laatste woord). Er liggen hier dus 11773 meer soldaten dan op de Amerikaanse begraafplaats. Op deze Duitse begraafplaats ligt onder andere Michael Wittmann, Duitse beste tankcommandant.
Michael Wittmann
Michael Wittmann (Dietfurt an der Altmühl, 22 april 1914 - bij Cintheaux, 8 augustus 1944) was een Duitse tankcommandant in de Tweede Wereldoorlog. Hij vernietigde ongeveer 156 vijandige tanks, zo'n 200 stukken artillerie en circa 300 kleine legervoertuigen. Wittmann, een van de succesvolste tankcommandanten uit de krijgsgeschiedenis, kreeg voor zijn daden het Ridderkruis met eikenloof en zwaarden, een hoge militaire onderscheiding. Wittmann werd ook wel; ''De Zwarte Baron'' genoemd. Michael Wittmann heeft in Polen, Nederland, België en Frankrijk gereden met zijn Tank, ook in het oosten was hij te vinden. Michael Wittman is gestorven in zijn Tiger tank in Normandië, Cinthaux. Cinthaux was toen die tijd een klein dorpje, er zijn verschillende theorieën maar zeer waarschijnlijk is zijn Tiger I geëxploreerd met een gevecht tegen een Sherman Firefly, een Britse tank.
|
Kurt Meyer
James Gavin
Brooklyn, 22 maart 1907 – Baltimore, 23 februari 1990. In april 1941 werd hij op eigen verzoek ingedeeld bij de nieuwe Airborne Divisie, waar hij tactieken ontwikkelde voor luchtgevechten. Op 6 juni 1944 werd eerst de 101st Airborne Division gedropt in Normandië en een uur later de 82ste Airborne Divisie, die zich in drie onderdelen had gesplitst. Gavin was commandant van de A-groep. Ze veroverden Sainte-Mère-Église, een belangrijke communicatiepunt achter Utah Beach.
|
John Steele
John M. Steele (Metropolis (Illinois), 29 november 1912 – Fayetteville (North Carolina), 16 mei 1969) was een Amerikaanse paratrooper van het 82nd Airborne die de nacht voor de Amerikaanse invasie in Normandië met zijn parachute bleef hangen aan de kerktoren in Sainte-Mère-Église
De nacht voor D-Day (Operatie Overlord) op 6 juni 1944 werden de paratroopers in golven boven het westelijke deel van het gebied gedropt. De Duitsers waren echter al gealarmeerd toen rond 1 uur 's nachts de paratroopers van het 1e en 2e bataljon foutief recht boven het dorp werden gedropt. Ze waren daarbij een makkelijk doelwit voor de Duitsers en soldaat John Steele behoorde dan ook tot de weinige parachutisten die het overleefden. Hij hing meer dan 2 uur bewegingloos in de kerktoren en deed hij alsof hij dood was. Hij werd toch gevangen genomen, maar wist later aan de Duitsers te ontsnappen. Hij voegde zich weer bij zijn divisie toen Amerikaanse troepen van het 3e bataljon, de 505th Parachute Infantry Regiment het dorp bestormden en 30 Duitsers gevangen namen en 11 Duitsers doodden. Vanwege zijn acties en verwondingen werd hem de Bronze Star voor moed en de Purple Heart voor zijn verwondingen toegewezen. John Steele overleefde de oorlog en is nadien meerdere malen teruggegaan naar deze plaats waar hij tot ere-burger werd benoemd. Hij overleed aan keelkanker op 16 mei 1969. |
John Steele Airborne museum
We zijn er in 2015 naar toe gegaan, hier volgen een aantal foto's
Sainte-Marie-du-Mont
We zijn in 2015 ook naar Sainte-Marie-Du-Mont geweest, ik heb daar een poster gekocht uit WW2, en achter die poster zie je daadwerkelijk de winkel waar ik die poster heb gekocht! Hieronder volgen een aantal foto's van Sainte-Marie-Du-Mont
Carenten
In die week zijn we ook naar Carentan geweest en naar de Tank museum
Video
Utah Beach
Op de eerste en tweede dag zijn we naar Utah beach geweest dat ongeveer 500 meter van de camping lag. Hier onder volgen een aantal foto's van Utah Beach.
Video
Video from: Jim Martin
Utah Beach
Video
Herbert M. Sobel Sr.
Thomas Meehan III
Richard Winters
Lewis Nixon
Frederick Theodore 'Moose' Heyliger
Norman Staunton Dike, Jr.
Ronald Speirs
Lynn Compton
Oliver M. Horton
Operatie Overlord
Operatie Overlord was tijdens de Tweede Wereldoorlog de codenaam voor de invasie door de westerse geallieerden in het door Duitsland bezette West-Europa. Operatie Overlord begon op 6 juni 1944 en eindigde op 25 augustus 1944, toen Parijs werd bevrijd.
De operatie startte met luchtlandingen en een massale amfibische aanval in de vroege morgen van 6 juni. Na de landing werd allereerst gepoogd het Normandische bruggenhoofd te behouden en uit te breiden
Westerse geallieerden Verenigde Staten
|
Datum6 juni – 25 augustus 1944
|
nazi duitsland
|
Doelen
In de eerste veertig dagen moesten de volgende doelen worden bereikt:
een bruggenhoofd vestigen, inclusief de steden Caen en Cherbourg, waarbij Cherbourg belangrijk was vanwege de haven
uit het bruggenhoofd breken om Bretagne en de havens langs de Atlantische kust te bevrijden en verder op te rukken, met een frontlijn die zou lopen van Le Havre via Le Mans tot Tours.
Na drie maanden moest een gebied zijn ingenomen dat werd begrensd door de rivieren de Loire in het zuiden en de Seine in het noordoosten.
Strijd om het tweede front.Sinds de Duitse aanval op de Sovjet-Unie in 1941 (Operatie Barbarossa), hadden de Sovjets de last van de strijd tegen nazi-Duitsland vrijwel alleen gedragen. De Amerikaanse president Franklin Roosevelt en de Britse premier Winston Churchill hadden namens de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk beloofd op het Europese vasteland een tweede front te openen om de wanhopige situatie van de Sovjet-Unie te verlichten.
In januari 1943 vond de Conferentie van Casablanca plaats, bijgewoond door Roosevelt, Churchill en de verzamelde chef-stafs. Tijdens deze conferentie werd duidelijk dat de Britten de Amerikaanse druk voor een tweede front niet langer konden weerstaan. Hoewel de strijd in Noord-Afrika nog in volle gang was en ondanks de Britse ervaringen in Dieppe, hielden de Amerikanen vast aan Roundup. De Amerikanen waren weliswaar bereid de strijd in de Middellandse Zee voort te zetten met landingen op Sicilië of Sardinië, waarvoor Eisenhower zelfs plannen had, maar Churchill zag zich gedwongen te benadrukken dat Roundup het hoofddoel van de geallieerde inspanningen moest zijn. De operatie werd hernoemd naar Overlord en de datum werd vastgesteld op 1 mei 1944.
Keuze van de landingsplaats....Door het beperkte vliegbereik van de geallieerde jachtvliegtuigen Spitfire en Hawker Typhoon was de keuze van de landingsplaatsen beperkt. Geografische omstandigheden beperkten de keuze tot het Nauw van Calais en de stranden van Normandië. Calais lag het dichtst bij het Verenigd Koninkrijk, de stranden daar waren het meest geschikt om te landen en de marsroute naar Duitsland was het kortst. Maar omdat een landing op deze kust erg voor de hand lag en Hitler ervan overtuigd was dat de geallieerden hier zouden landen, was dit stuk kust ook het zwaarst verdedigd. Dit gaf de doorslag in de keuze voor Normandië
Als gevolg van de mislukte Canadese aanval op Dieppe in 1942, werd besloten geen directe aanval op een havenstad te ondernemen. Landingen over een breed front in Normandië moesten een bedreiging vormen voor de haven van Cherbourg en havens in Bretagne. Daarna zou een aanval via Parijs naar de grens van Duitsland volgen. Normandië was minder zwaar verdedigd dan het Nauw van Calais en vormde een onverwachte maar strategische springplank die de Duitsers zou verwarren en tot versnippering van hun troepen zou kunnen leiden.
Voor een geslaagde operatie was het nodig om gedetailleerde kaarten van de kustlijn te hebben. Maar aangezien de beschikbare Franse stafkaarten dateerden van rond 1890 en niet voldoende detail bevatten, was het noodzakelijk nieuwe kaarten te maken. Met hulp van het Franse verzet en Britse verkenningsvluchten met Spitfires waarbij luchtfoto's werden genomen werden de geografie en de bewapening in kaart gebracht. De militaire cartografie is van cruciaal belang geweest voor het slagen van de invasie. Reeds in 1942 werd begonnen met het verzamelen van alle informatie en het maken van kaarten.
Voor een geslaagde operatie was het nodig om gedetailleerde kaarten van de kustlijn te hebben. Maar aangezien de beschikbare Franse stafkaarten dateerden van rond 1890 en niet voldoende detail bevatten, was het noodzakelijk nieuwe kaarten te maken. Met hulp van het Franse verzet en Britse verkenningsvluchten met Spitfires waarbij luchtfoto's werden genomen werden de geografie en de bewapening in kaart gebracht. De militaire cartografie is van cruciaal belang geweest voor het slagen van de invasie. Reeds in 1942 werd begonnen met het verzamelen van alle informatie en het maken van kaarten.
aanval op dieppe 1942
In december 1943 werd generaal Eisenhower tot opperbevelhebber van de geallieerde invasiestrijdkrachten benoemd. In januari 1944 volgde de benoeming van generaal Montgomery als bevelhebber van de grondstrijdkrachten.
Aanvankelijk zouden drie divisies vanuit zee landen, ondersteund door twee luchtlandingsbrigades. Montgomery breidde dit snel uit tot vijf divisies over zee en drie via de lucht. In totaal zouden 47 divisies voor de operatie worden ingezet; 26 divisies van Britten, Canadezen, Commonwealth-troepen en vrije Europeanen, en 21 Amerikaanse divisies. Onder bevel van admiraal Bertram Ramsay zouden bij de invasie meer dan 6000 vaartuigen worden ingezet, waaronder 4000 landingsvaartuigen en 130 oorlogsschepen voor de beschieting van de kust. Daarnaast zouden 12 000 vliegtuigen onder bevel van luchtmaarschalk Trafford Leigh-Mallory worden ingezet om de landingen te ondersteunen, inclusief 1000 transportvliegtuigen om de 20 000 parachutisten en luchtlandingstroepen over te brengen. 5000 ton bommen werd tegen de Duitse kustverdediging ingezet. Volgens documenten uit het Generaal Eisenhower Archief hebben (in totaliteit) 7000 schepen aan de invasie meegedaan, zowel de direct als niet-direct betrokken schepen
Aanvankelijk zouden drie divisies vanuit zee landen, ondersteund door twee luchtlandingsbrigades. Montgomery breidde dit snel uit tot vijf divisies over zee en drie via de lucht. In totaal zouden 47 divisies voor de operatie worden ingezet; 26 divisies van Britten, Canadezen, Commonwealth-troepen en vrije Europeanen, en 21 Amerikaanse divisies. Onder bevel van admiraal Bertram Ramsay zouden bij de invasie meer dan 6000 vaartuigen worden ingezet, waaronder 4000 landingsvaartuigen en 130 oorlogsschepen voor de beschieting van de kust. Daarnaast zouden 12 000 vliegtuigen onder bevel van luchtmaarschalk Trafford Leigh-Mallory worden ingezet om de landingen te ondersteunen, inclusief 1000 transportvliegtuigen om de 20 000 parachutisten en luchtlandingstroepen over te brengen. 5000 ton bommen werd tegen de Duitse kustverdediging ingezet. Volgens documenten uit het Generaal Eisenhower Archief hebben (in totaliteit) 7000 schepen aan de invasie meegedaan, zowel de direct als niet-direct betrokken schepen
admiraal Bertram ramsay
Om de Duitsers te misleiden zetten de geallieerden een massale afleidingscampagne op. De campagne kreeg de naam Operatie Fortitude en werd in twee delen gesplitst: Noord en Zuid.
Operatie Fortitude Noord was bedoeld om de indruk te wekken dat de geallieerden Noorwegen wilden binnenvallen in samenwerking met de Russen. De Schotse generaal Andrew Thorne had de leiding over deze operatie. Er werd een Vierde Leger in het leven geroepen dat bestond uit acht divisies. Er werd een hoop nep-radioverkeer geproduceerd, dat de Duitsers af zouden moeten luisteren. Twee divisies moesten de haven van Narvik binnenvallen en de rest zou zich concentreren op Stavanger, verder in het zuiden. Door de Duitse spionnen in Groot-Brittannië, die inmiddels al betrapt waren en nu als dubbelspion werkten, werd gemeld dat er Russische officieren in Edinburgh waren.Enkele eenheden die deel zouden nemen aan de invasie in Normandië doorliepen hun training in Schotland, waardoor het leek alsof er een grote troepenconcentratie was in het noorden van Groot-Brittannië
Operatie Fortitude Noord was bedoeld om de indruk te wekken dat de geallieerden Noorwegen wilden binnenvallen in samenwerking met de Russen. De Schotse generaal Andrew Thorne had de leiding over deze operatie. Er werd een Vierde Leger in het leven geroepen dat bestond uit acht divisies. Er werd een hoop nep-radioverkeer geproduceerd, dat de Duitsers af zouden moeten luisteren. Twee divisies moesten de haven van Narvik binnenvallen en de rest zou zich concentreren op Stavanger, verder in het zuiden. Door de Duitse spionnen in Groot-Brittannië, die inmiddels al betrapt waren en nu als dubbelspion werkten, werd gemeld dat er Russische officieren in Edinburgh waren.Enkele eenheden die deel zouden nemen aan de invasie in Normandië doorliepen hun training in Schotland, waardoor het leek alsof er een grote troepenconcentratie was in het noorden van Groot-Brittannië
Het andere deel van het plan, Operatie Fortitude Zuid, behelsde een veel grotere list en was bedoeld om de Duitsers wijs te maken dat de invasie bij het Nauw van Calais zou plaatsvinden. In de buurt van Dover werd een geheel fictief Eerste Amerikaanse Legergroep gecreëerd, met nepgebouwen, nepuitrusting (waaronder opblaastanks) en misleidend radioverkeer. Generaal Patton werd als commandant van de eenheid benoemd.
De Duitsers deden hun uiterste best om de juiste landingsplek te ontdekken en hadden een uitgebreid netwerk van geheim agenten in Zuid-Engeland. Dezen waren allemaal ontmaskerd door de Britten, en werden ingezet als dubbelspionnen om de Duitsers te misleiden. Ze bevestigden de Duitse vermoedens dat de invasie bij het Nauw van Calais zou plaatsvinden.
Om deze illusie in stand te houden werd voorafgaand aan de eigenlijke invasie het gebied rond Calais veel zwaarder gebombardeerd dan de landingszones in Normandië. Op de avond van de landing wierpen geallieerde vliegtuigen namaak-parachutisten af boven Calais om verwarring te zaaien. Ook na 6 juni bleven de geallieerden radarinstallaties en verdedigingswerken rondom Calais intensief bombarderen. Lange tijd verkeerden de Duitsers in de veronderstelling dat de aanval in Normandië slechts een afleidingsmanoeuvre was. Op bevel van Hitler werden tankeenheden achter de hand gehouden om tegen de verwachte aanval bij Calais te worden ingezet.
Omdat de geallieerden in de weken die voorafgingen aan de invasie vaak voor een vals alarm hadden gezorgd, werd het 'echte' alarm niet meer geloofd door het Duitse Zevende Leger, waardoor dit er te laat achterkwam dat de invasie wel degelijk was begonnen
De Duitsers deden hun uiterste best om de juiste landingsplek te ontdekken en hadden een uitgebreid netwerk van geheim agenten in Zuid-Engeland. Dezen waren allemaal ontmaskerd door de Britten, en werden ingezet als dubbelspionnen om de Duitsers te misleiden. Ze bevestigden de Duitse vermoedens dat de invasie bij het Nauw van Calais zou plaatsvinden.
Om deze illusie in stand te houden werd voorafgaand aan de eigenlijke invasie het gebied rond Calais veel zwaarder gebombardeerd dan de landingszones in Normandië. Op de avond van de landing wierpen geallieerde vliegtuigen namaak-parachutisten af boven Calais om verwarring te zaaien. Ook na 6 juni bleven de geallieerden radarinstallaties en verdedigingswerken rondom Calais intensief bombarderen. Lange tijd verkeerden de Duitsers in de veronderstelling dat de aanval in Normandië slechts een afleidingsmanoeuvre was. Op bevel van Hitler werden tankeenheden achter de hand gehouden om tegen de verwachte aanval bij Calais te worden ingezet.
Omdat de geallieerden in de weken die voorafgingen aan de invasie vaak voor een vals alarm hadden gezorgd, werd het 'echte' alarm niet meer geloofd door het Duitse Zevende Leger, waardoor dit er te laat achterkwam dat de invasie wel degelijk was begonnen
Een opblaasbare tank als afleiding
In november 1943 besloot Hitler dat de dreiging van een invasie in Frankrijk niet langer kon worden genegeerd. Alles wat Duitsland nog aan pantserreserves kon vrijmaken, werd gereserveerd voor de opbouw van een pantserstrijdmacht in Frankrijk. Zo had alleen al de dreiging van een invasie als gevolg dat Duitsland aan het oostfront geen enkel strategisch initiatief kon ondernemen. Veldmaarschalk Erwin Rommel werd aangesteld als Inspecteur van de kustverdediging en later als commandant van Heeresgruppe B, de grondstrijdkrachten die waren belast met de verdediging van Noord-Frankrijk
De driehoekstellingen worden geinspecteerd door Erwin Rommel
Rommel was ervan overtuigd dat een invasie alleen kon worden gestopt door een tegenaanval op de stranden. Dit diende zo vroeg mogelijk te geschieden, met pantservoertuigen of met sterke ondersteuning daardoor, als de vijand nog geen gelegenheid had gehad een stevig bruggenhoofd op te bouwen. Rommel wilde dan ook de beschikbare pantsereenheden zo dicht mogelijk bij de kust stationeren. Maar Rommels bevoegdheden waren tamelijk beperkt, doordat hij geen opperbevelhebber van de Duitse strijdkrachten in het westen was: die titel was voorbehouden aan veldmaarschalk Gerd von Rundstedt. Von Rundstedt gaf de voorkeur aan een legering van de pantsertroepen dieper in het achterland, zodat eerst de aanvalsrichting van de vijandelijke troepen kon worden bepaald, waarna een krachtige tegenaanval kon worden gelanceerd. Von Rundstedt werd in zijn visie gesteund door de commandant van 'Pantsergroep West', Geyr von Schweppenburg, die op zijn beurt gesteund werd door generaal-kolonel Heinz Guderian, de inspecteur-generaal van de pantsertroepen.
General Geyr von Schweppenburg met veld Marshall Rommel, Normany, Juni 1944
Dit verschil in opvattingen had te maken met de oorlogservaring van de verschillende bevelhebbers. Von Rundstedt en Guderian hadden hun frontervaring opgedaan in een periode dat de Luftwaffe een overweldigend luchtoverwicht had. Rommel had juist ervaren hoezeer de geallieerden hun overwicht in de lucht wisten uit te buiten. Ten tijde van de invasie bestond de Duitse luchtverdediging van de Noord-Franse kust uit slechts 169 vliegtuigen, omdat de vliegvelden in dit gebied reeds lang onderhevig waren aan voortdurende geallieerde bombardementen. De Luftwaffe zou op 6 juni slechts twee acties uitvoeren.
Om aan de discussie een eind te maken, splitste Hitler de zes beschikbare pantserdivisies in Noord-Frankrijk op. Drie werden onder direct bevel van Rommel geplaatst; de andere drie werden op afstand gelegerd en konden niet zonder de directe toestemming van Hitlers persoonlijke staf worden ingezet.
Om aan de discussie een eind te maken, splitste Hitler de zes beschikbare pantserdivisies in Noord-Frankrijk op. Drie werden onder direct bevel van Rommel geplaatst; de andere drie werden op afstand gelegerd en konden niet zonder de directe toestemming van Hitlers persoonlijke staf worden ingezet.
Het Duitse opperbevel kampte met een tekort aan manschappen en probeerde dit gebrek te verhelpen met het bouwen van bunkers voor meerdere doeleinden. Deze muur van bunkers werd de Atlantikwall genoemd, omdat het van Noord-Noorwegen tot aan de grens van Frankrijk met Spanje liep. De plannen om een groot aantal versterkte posities, bunkers, artilleriestukken, luchtafweergeschut, versperringen en barrières vlak langs de kust te bouwen, waren al eind 1941 gereed. Noorwegen had toen al een verdedigingslinie aan de kust liggen. Deze was al direct na de Duitse inval opgezet. Zoals eerder bij de bouw van soortgelijke installaties in Noorwegen, werden in de daaropvolgende jaren honderdduizenden buitenlandse en Duitse arbeidskrachten ingezet om de Atlantikwall te bouwen. Deze (dwang)arbeiders stond onder toezicht van Organisation Todt.
De hoofddoelen waren:
- Het versterken van de Frans-Belgische kustlijn
- Het versterken van alle sectoren langs Het Kanaal en de Kanaalkust
Er werd in een zeer hoog tempo gebouwd. Dit zorgde ervoor dat op de dag dat de invasie plaatsvond, er 12.247 van de 15.000 geplande verdedigingswerken klaar waren. Ook waren er 943 fortificaties aan de Middellandse Zeekust gebouwd. Tevens hadden de Duitsers op de verschillende stranden meer dan 500.000 versperringen gebouwd en 6,5 miljoen mijnen gelegd. Dit was allemaal het idee van veldmaarschalk Rommel, die er alles aan deed om de kust te veranderen in één groot verdedigingswerk
veldmaarschalk rommel op inspectie langs de atlantik wall
Rommel was ervan overtuigd, net als de andere Duitse legerleiders, dat de landing zou plaatsvinden in het Nauw van Calais. Dit had tot gevolg dat hij dit gebied, waar het 15de leger was gestationeerd, het zwaarst liet versterken. Daardoor was de verdediging van het 7e leger, waar de geallieerden daadwerkelijk aan land kwamen, verzwakt. Dit waren echter niet de enige problemen. De Duitsers hadden grote problemen met het kustgeschut, dat een groot bereik over zee moest hebben. Dit was niet het geval en daarbij kwam ook nog het feit dat de tweede verdedigingslinie, die 20 tot 30 kilometer landinwaarts was aangebracht, slechts voor een deel klaar was. Verder had het versterken van de grote havens in Cherbourg, Brest, Lorient en Saint-Nazaire erg veel mankracht en materieel opgeslokt, omdat de Duitsers dachten dat de geallieerden dicht bij een grote haven zouden landen.
versperringen op het strand van calais
De Duitsers hadden veel hindernissen aan de kust opgesteld. Deze vormden voor de geallieerden op D-Day een groot probleem. De hindernissen waren primitief en vergden veel arbeidskracht, maar de versperringen waren goedkoop, makkelijk te maken en, wellicht het belangrijkste, zeer effectief. De hindernissen waren bij vloed niet te herkennen en alleen bij eb zichtbaar.
De mijnen werden door de Duitsers ook gebruikt op verschillende soorten mijnvlotten. Dit waren goed doordachte constructies die bedoeld waren om landingsvaartuigen al ver voor de kust op te blazen.
Achter deze verdedigingswerken, verder landinwaarts, stonden de verschillende divisies van het leger al klaar om met de doorgebroken vijand af te rekenen. Maar in Normandië waren deze divisies erg zwak, aangezien de Duitse legerleiding dacht dat de invasie zou plaatsvinden rond de grote havens of in het Nauw van Calais. Daardoor hadden ze de sterkere divisies rondom de havenplaatsen gestationeerd en de zwakkere divisies aan de Normandische kust neergezet.
Achter deze verdedigingswerken, verder landinwaarts, stonden de verschillende divisies van het leger al klaar om met de doorgebroken vijand af te rekenen. Maar in Normandië waren deze divisies erg zwak, aangezien de Duitse legerleiding dacht dat de invasie zou plaatsvinden rond de grote havens of in het Nauw van Calais. Daardoor hadden ze de sterkere divisies rondom de havenplaatsen gestationeerd en de zwakkere divisies aan de Normandische kust neergezet.
Voor de landing in Normandië en het opruimen van de door de Duitsers aangelegde versperringen, werd onder leiding van Generaal-Majoor Percy Hobart een aantal speciale voertuigen ontwikkeld; onder meer de Duplex Drive Shermantank die bleef drijven en varend het strand kon bereiken; de Sherman Crab, een normale Shermantank met een (dors)vlegel voor de tank die alle mijnen opruimde zonder de tank te beschadigen; bruggenleggende Churchilltanks; en tanks die loopgraven konden opvullen en rijpaden konden aanleggen. Deze voertuigen werden ook wel Hobart's Funnies genoemd.
Het plan voorzag ook in de bouw van twee kunstmatige Mulberryhavens om gedurende de eerste paar weken van de campagne, als er nog geen zeehavens veroverd zouden zijn, de noodzakelijke voorraden zo snel en efficiënt mogelijk aan land te kunnen brengen. Operatie PLUTO (Pipe Line Under The Ocean) bestond uit een serie onderzeese pijpleidingen die brandstof uit Engeland naar de invasiestrijdkrachten zou overbrengen.
Het plan voorzag ook in de bouw van twee kunstmatige Mulberryhavens om gedurende de eerste paar weken van de campagne, als er nog geen zeehavens veroverd zouden zijn, de noodzakelijke voorraden zo snel en efficiënt mogelijk aan land te kunnen brengen. Operatie PLUTO (Pipe Line Under The Ocean) bestond uit een serie onderzeese pijpleidingen die brandstof uit Engeland naar de invasiestrijdkrachten zou overbrengen.
Deze Sherman Crab heeft zijn vlegelcilinder en kettingen in een neerwaartse positie, klaar voor de start. Niet alleen waren de vlegels efficiënt
Hobart's Funnies was een aantal tijdens de Tweede Wereldoorlog ongewoon omgebouwde tanks dat gebruikt werd door de Britse 79th Armoured Division, Royal Engineers onder leiding van Percy Hobart. Deze voertuigen werden ook naar hem vernoemd. Ze werden vooral gebruikt bij de Landing in Normandië, een doel waarvoor de hele divisie speciaal was opgericht. Enkele bestaande tanks zoals de M4 Sherman en de Churchill leverden de basis waarop men verder ging experimenteren
Percy Cleghorn Stanley Hobart (14 juni 1885 – 19 februari 1957) was een Britse militair tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn bijnaam was “Hobo”. Hij was een zwager van Bernard Montgomery
Mulberry was de codenaam voor een tweetal kunstmatige havens (Mulberry A en Mulberry B) die onmiddellijk na de landingen bij Normandië op 6 juni 1944, werden aangelegd. Mulberry A werd in de Amerikaanse sector bij Saint-Laurent-sur-Mer (Omaha Beach) aangelegd. Mulberry B in de Britse sector bij Arromanches (Gold Beach
Operatie Pluto (Pipe-Lines Under The Ocean) was een operatie van Britse wetenschappers, olieproducenten en strijdkrachten tijdens de Tweede Wereldoorlog, na de landing in Normandië. Het doel was het leggen van onderzeese pijpleidingen in het Kanaal tussen Engeland en Frankrijk om de oprukkende geallieerde strijdmachten in Europa van brandstof te voorzien. Het verste punt was Maastricht. Het plan was uitgewerkt door A.C. Hartley, hoofdingenieur bij de Anglo-Iranian Oil Company, nadat admiraal Louis Mountbatten het concept had aangereikt. De pijpleidingen waren nodig om de afhankelijkheid van olietankers te verminderen. Deze konden worden vertraagd door slecht weer of worden aangevallen door Duitse U-boten. Bovendien waren de olietankers nodig in de strijd in de Stille Oceaan
pijpleiding pluto
7 January 1889
Kingston upon Hull, East Riding of Yorkshire
Died28 January 1960(1960-01-28) (aged 71)
St Thomas's Hospital, London,
Kingston upon Hull, East Riding of Yorkshire
Died28 January 1960(1960-01-28) (aged 71)
St Thomas's Hospital, London,

Arthur Hartley
Activiteiten van het Franse verzet, de Maquis, hielpen om de Duitse communicatie en aanvoerlijnen te ontregelen. Het Franse verzet had op 1 en 3 juni 1944 en dus enige dagen voor de landing - via de BBC-radio - het volgende codewoord (uit het gedicht Chanson d'automne van Paul Verlaine) ontvangen: "Les sanglots longs des violons de l'automne." Dat betekende dat de invasie binnen 48 uur zou plaatsvinden. Op 5 juni 1944 werd het tweede deel van het codewoord uitgezonden door Londen: "Blessent mon coeur d'une langueur monotone." De landing zou nu binnen 24 uur plaatsvinden. De Duitse inlichtingendienst was al achter deze codewoorden gekomen en wist ook dat de landing aanstaande was. De Duitse inlichtingendienst merkte op dat het Franse verzet in opperste staat van paraatheid was gebracht en dat de codes van de geallieerden eerder waren gewijzigd dan voorheen het geval was. Dit alles maakte de invasie alleen maar waarschijnlijker. Maar hoe goed men van Duitse zijde ook was ingelicht, er werd niet goed op de waarschuwing van een naderende invasie gereageerd. Zelfs niet, toen de invasie in volle gang was

paul verlaine
Maquis (Franse verzetsbeweging
Het gehele kustgebied was door de Duitsers uitgebreid versterkt, als onderdeel van hun Atlantikwall. Dit gold ook voor de stranden en de zee vlak voor de kust. Hierdoor was het noodzakelijk de aanval bij laag water uit te voeren, om de versperringen te kunnen ontdekken en onschadelijk te kunnen maken.
Het gebied werd door vier divisies bewaakt, waarvan er slechts één (de 352e Infanteriedivisie) in goede conditie was. Veel andere divisies bevatten Duitse manschappen die om medische redenen niet geschikt geacht werden voor actieve dienst aan het oostfront, en andere nationaliteiten, vooral Russen, die liever in Duitse dienst getreden waren dan hun leven in een krijgsgevangenkamp door te brengen
Het gebied werd door vier divisies bewaakt, waarvan er slechts één (de 352e Infanteriedivisie) in goede conditie was. Veel andere divisies bevatten Duitse manschappen die om medische redenen niet geschikt geacht werden voor actieve dienst aan het oostfront, en andere nationaliteiten, vooral Russen, die liever in Duitse dienst getreden waren dan hun leven in een krijgsgevangenkamp door te brengen
Insigne van het Duitse 352e Infanteriedivisie
De 21e Panzer-Division bewaakte Caen, en de 12e SS-Panzer-Division was in het zuidoosten gestationeerd. De soldaten van deze laatste waren allen in 1943 op 16-jarige leeftijd direct uit de Hitlerjugend gerekruteerd. In de komende gevechten zouden ze een reputatie van felheid en fanatisme verwerven
Een gedeelte van het gebied achter Utah Beach was door de Duitsers onder water gezet (inundatie) als voorzorgsmaatregel tegen parachutistenlandingen.
Voorafgaand aan de strijd hadden de geallieerden het gebied zorgvuldig in kaart gebracht, waarbij ook veel zorg besteed was aan de weersgesteldheid rond Het Kanaal. Voor de operatie was eb nodig en goed zicht. D-Day werd oorspronkelijk bepaald op 5 juni 1944, maar slecht weer noopte tot uitstel.
Op 6 juni waren de weersomstandigheden niet veel beter, maar generaal Eisenhower koos ervoor om niet tot de volgende volle maan te wachten. Deze beslissing hielp bij het verrassen van de Duitsers, omdat hun experts, gelet op de weersomstandigheden, geen aanval verwachtten. Rommel was zelfs op 4 juni naar Duitsland vertrokken om thuis de 50e verjaardag van zijn vrouw te vieren
Voorafgaand aan de strijd hadden de geallieerden het gebied zorgvuldig in kaart gebracht, waarbij ook veel zorg besteed was aan de weersgesteldheid rond Het Kanaal. Voor de operatie was eb nodig en goed zicht. D-Day werd oorspronkelijk bepaald op 5 juni 1944, maar slecht weer noopte tot uitstel.
Op 6 juni waren de weersomstandigheden niet veel beter, maar generaal Eisenhower koos ervoor om niet tot de volgende volle maan te wachten. Deze beslissing hielp bij het verrassen van de Duitsers, omdat hun experts, gelet op de weersomstandigheden, geen aanval verwachtten. Rommel was zelfs op 4 juni naar Duitsland vertrokken om thuis de 50e verjaardag van zijn vrouw te vieren
De 716e Infanteriedivisie verdedigde de oostelijke helft van de landingszone, inclusief de meeste Britse en Canadese stranden. Deze divisie bestond voornamelijk uit voor het oostfront afgekeurde Duitse soldaten en uit soldaten van andere nationaliteiten, zoals Polen en Russische gevangenen

insigne van het duitse 716 infantariedivisie
Tijdens de geallieerde invasie in Normandië was de divisie gelegerd in het oostelijke deel van de geallieerde landingssectoren. Het gebied waar de divisie was gelegerd bevatte Gold Beach, Juno Beach en Sword Beach. De divisie stond tijdens de Slag om Normandie onder leiding van Wilhelm Richter en bestond voornamelijk uit afgekeurde Duitse soldaten en troepen uit het oosten
wilhelm richter
Het 6e Parachutistenregiment verdedigde de belangrijke verbindingsstad Carentan. Zij moesten voorkomen dat de Amerikaanse troepen van Omaha Beach contact zouden maken met de Amerikaanse troepen van Utah Beach. Het regiment stond onder leiding van majoor Friedrich August von der Heydte.
Het Duitse 6e Parachutistenregiment ( 6. Fallschirmjägerregiment) was een Duits luchtlandingsregiment tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het regiment werd opgericht in de winter van 1942/1943.
In de nacht van 6 juni 1944 landden, op de stellingen van het 6e Fallschirmjägerregiment, de Amerikaanse luchtlandingstroepen. Dit leidde tot hevige vuurgevechten tussen beide partijen en de Duitsers moesten zich terugtrekken tot in de stad. De situatie werd kritiek en ze moesten zich via Saint-Lô een weg terugvechten naar Caen. Toen het regiment daar aankwam bestond het nog uit slechts 60 manschappen.
Friedrich van der Heydte
De 91e Luchtlandingsdivisie verdedigde het schiereiland Cotentin, waarin zich het gebied van de Amerikaanse luchtlandingen bevond. De divisie was een samenvoeging van het 1057e en 1058e Infanterieregiment en stond onder leiding van generaal-majoor Wilhelm Falley. Het was een normale infanteriedivisie en was getraind en uitgerust om door de lucht te worden vervoerd.

insigne van het duitse 91e luchtlandingdivisie
De Duitse 91e Infanteriedivisie 91. Infanterie-Division was een Duitse Infanteriedivisie tijdens de Tweede Wereldoorlog. De divisie werd opgericht op 15 januari 1944. In de lente van datzelfde jaar werd de divisie omgevormd tot een eenheid die getraind was om zich per luchttransport te laten vervoeren.
Tijdens de geallieerde invasie in Normandië was de divisie gelegerd in het hart van de Cotentin-schiereiland in Normandië, waar de Amerikaanse luchtlandingen plaatsvonden. Tijdens de Slag om Cherbourg, op 22 juni 1944, werden de laatste troepen van de divisie vernietigd.
Op 5 november werd de divisie heropgericht en hernoemd naar de 344e infanteriedivisie. Deze divisie was gelegerd in de Eifel
Tijdens de geallieerde invasie in Normandië was de divisie gelegerd in het hart van de Cotentin-schiereiland in Normandië, waar de Amerikaanse luchtlandingen plaatsvonden. Tijdens de Slag om Cherbourg, op 22 juni 1944, werden de laatste troepen van de divisie vernietigd.
Op 5 november werd de divisie heropgericht en hernoemd naar de 344e infanteriedivisie. Deze divisie was gelegerd in de Eifel
Wilhelm Falley (25 september 1897 – 6 juni 1944) was de eerste Duitse luitenant-generaal die tijdens Operatie Overlord werd gedood. Hij was bevelhebber van de 91e Infanterie-Luchtlandingsdivisie
De 709e Infanteriedivisie verdedigde het oostelijke en noordelijke deel van Cotentin, waaronder Cherbourg en Utah Beach. De divisie was een samenvoeging van het 729e, 739e en 919e Infanterieregiment en stond onder leiding van Generaal-Luitenant Karl-Wilhelm von Schlieben. Evenals de 716e Infanteriedivisie, bestond deze divisie uit afgekeurde Duitse soldaten en troepen uit het oosten

insigne van het duitse 709 infanteriedivisie
De Duitse 709e Infanteriedivisie 709. Infanterie-Division was een Duitse infanteriedivisie tijdens de Tweede Wereldoorlog. De divisie werd opgericht op 2 mei 1941. Het werd aanvankelijk opgericht voor bezettingswerkzaamheden in Frankrijk. Ook bevond de divisie zich tijdens zijn gehele bestaan in dit land. Tijdens de geallieerde invasie in Normandië was de divisie gelegerd in het oostelijke en noordelijke deel van de Cotentin schiereiland in Normandië. In dit gebied bevonden zich onder andere Cherbourg en Utah Beach. Tijdens de Slag om Cherbourg, op 30 juni 1944, werden de laatste troepen van de divisie vernietigd. Formeel werd de divisie op 26 juli 1944 opgeheven. De divisie stond tijdens de Slag om Normandië onder leiding van Karl-Wilhelm von Schlieben en bestond voornamelijk uit afgekeurde Duitse soldaten en troepen uit het oosten.
Karl-Wilhelm von Schlieben (30 October 1894 – 18 June 1964)
De 352e Infanteriedivisie verdedigde het gebied tussen Bayeux en Carentan, inclusief Omaha Beach. In tegenstelling tot veel andere divisies in dit gebied, was de 352 Infanteriedivisie een goed getrainde en uitgeruste divisie die veel oostfrontveteranen bevatte. De divisie werd in november 1943 opgericht en moest al gauw anti-invasie trainingen ondergaan. Deze waren er speciaal op gericht om gelande troepen direct terug in zee te drijven
Dietrich Kraiss (Stuttgart, 16 november 1889 - bij Saint-Lô, 6 augustus 1944) was een Duitse generaal.Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, kreeg hij van september 1939 tot maart 1941 het bevel over het 90e Infanterieregiment. In juli van datzelfde jaar kreeg hij de leiding over de 168e Infanteriedivisie. Hij hield tot aan maart 1943 de leiding over deze eenheid. Daarna kreeg hij kort het bevel over de 355e Infanteriedivisie, alvorens hij in november 1943 bevelhebber werd van het 352e Infanteriedivisie. Samen met zes andere divisies was de 352e Infanteriedivisie aan de Normandische kust gelegerd, in afwachting van een mogelijke invasie.
Dietrich Kraiss stierf op 6 augustus 1944 op 54-jarige leeftijd aan zijn verwondingen die hij vier dagen eerder in de buurt van Saint-Lô had opgelopen
Dietrich Kraiss stierf op 6 augustus 1944 op 54-jarige leeftijd aan zijn verwondingen die hij vier dagen eerder in de buurt van Saint-Lô had opgelopen
243e Infanteriedivisie verdedigde de westelijke helft van Cotentin. Hier landden geen geallieerde troepen en de divisie werd later ingezet tegen de Amerikaanse luchtlandingstroepen en de gelande troepen op Utah Beach. De divisie stond onder leiding van Generaal-Luitenant Heinz Hellmich en omvatte het 920e Infanterieregiment (twee bataljons), het 921e Infanterieregiment en het 922e Infanterieregiment
insigne van het duitse 243e infanteriedivisie
De Duitse 243e Infanteriedivisie 243. Infanterie-Division was een Duitse infanteriedivisie tijdens de Tweede Wereldoorlog. De divisie werd opgericht op 9 juli 1943. Het was gelegerd in het westelijk deel van het Cotentin schiereiland in Normandië. Tijdens de Slag om Normandië werd de divisie vernietigd. De laatste troepen werden vernietigd tijdens de Slag om Cherbourg. De divisie stond tijdens de Slag om Normandië onder leiding van Heinz Hellmich
Heinz Hellmich, Karlsruhe, 9 juni 1890 - Cherbourg, 17 juni 1944 was een Duitse generaal (Generalleutnant) tijdens de Tweede Wereldoorlog
711e Infanteriedivisie verdedigde het westelijk deel van de Pays de Caux en dus ook de belangrijke havenstad Le Havre. De divisie was een samenvoeging van het 731e Infanterieregiment en het 744e Infanterieregiment
insigne van het duitse 711e infanteriedivisie
De divisie werd opgericht op 1 mei 1941. Aanvankelijk kreeg de divisie de opdracht om de kanaalkust te bewaken. In mei 1944 werd het overgeplaats naar Normandië. Het kreeg daar de taak om het westelijke deel van de Pays de Caux en dus ook de belangrijke havenstad Le Havre te verdedigen. Het kreeg dus niet met een directe landing te maken, maar werd toch al snel opgeslokt in de strijd met de geallieerden
30e Mobiele Brigade bevatte drie fietsbataljons en stond onder leiding van Oberstleutnant Freiherr von und zu Aufsess , De Duitse 30e Mobiele Brigade was een Duitse mobiele brigade tijdens de Tweede Wereldoorlog. De brigade werd op 7 maart 1943 opgericht. De brigade bestond uit drie fietsbataljons en stond onder leiding van Oberstleutnant Freiherr von und zu Aufsess. Tijdens het bestaan was de brigade altijd in Noordwest-Frankrijk gelegerd. In juni 1944, toen de geallieerde invasie in Normandië plaatsvond, was de brigade opgesteld in het achterland van Normandië.
In juli 1944, tijdens de Slag om Normandië, werd de brigade vernietigd en formeel opgeheven.
In juli 1944, tijdens de Slag om Normandië, werd de brigade vernietigd en formeel opgeheven.
Geallieerde slagorde
Britse 6de luchtlandingsdivisie, waaronder de 8ste en 9de parachutistenbataljons van de 3de parachutistenbrigade en de 1ste Canadese parachutistenbataljon, voert ten oosten van de rivier de Orne een luchtlanding uit per parachute en zweefvliegtuig om de oostelijke flank te beschermen.
De Britse 6e Luchtlandingsdivisie was een divisie van het Verenigd Koninkrijk gedurende de Tweede Wereldoorlog. De divisie werd op 23 mei 1943 opgericht en telde rond de 10.000 man aan parachutisten.
De divisie vocht op 6 juni 1944 bij de landing in Normandië in de Britse sector en bezette een aantal bruggen, onder andere de Pegasusbrug die ze na een kwartier in handen kregen ten koste van twee doden. De rest van de divisie hergroepeerde en nam dorpen en geschutsbatterijen in.
De divisie vocht op 6 juni 1944 bij de landing in Normandië in de Britse sector en bezette een aantal bruggen, onder andere de Pegasusbrug die ze na een kwartier in handen kregen ten koste van twee doden. De rest van de divisie hergroepeerde en nam dorpen en geschutsbatterijen in.
De Britse 3de infanteriedivisie landt samen met de Britse 27ste pantserbrigade op Sword Beach, van Ouistreham tot Lion-sur-Mer.De 3e Gemechaniseerde Infanteriedivisie 3rd Mechanised Division), oorspronkelijk de 3e Infanteriedivisie (3rd Infantry Division), is een Britse gemechaniseerde infanteriedivisie. Het hoofdkwartier van de divisie is in Bulford in het zuidwesten van Engeland
In 1940, na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, werd de 3e Infanteriedivisie als deel van het British Expeditionary Force naar Frankrijk gezonden. Na de evacuatie bij Duinkerke verbleef de infanteriedivisie vier jaar in Groot-Brittannië. Tijdens Operatie Overlord landde de 3e Infanteriedivisie op Sword Beach. Daarna was de divisie betrokken bij Operatie Market Garden, de Slag om Overloon, Operatie Veritable en Operatie Plunder.
De Canadese 3de infanteriedivisie, Britse 2de pantserbrigade en een marinecommando landen op Juno Beach, van St Aubin tot La Riviere, De Canadese 3de infanteriedivisie werd opgericht op 17 mei 1940. Er was echter een grote vertraging met het oprichten van de diverse (staf)afdelingen, het divisiehoofdkwartier werd pas op 26 september van dat jaar opgericht. Op 26 oktober 1940 werd de eerste divisiecommandant benoemd
Na de aankomst bracht de divisie drie jaar in garnizoen en opleiding door, voordat de eenheid werd ingezet bij de landingen in Normandië op D-Day. De eenheid landde op Juno Beach. Veldslagen die op het vaandel vermeld mogen worden zijn onder andere: Caen, Zak van Falaise,
De Britse 50e divisie en de Britse 8ste pantserbrigade landen op Gold Beach, van La Rivière-Saint-Sauveur tot Arromanches, De 50e Infanteriedivisie moest zich in Groot-Brittannië hervormen en zich klaarstomen voor Operatie Overlord. Op 6 juni 1944 landde de divisie op Gold Beach. Het doel van de 50e Infanteriedivisie was een bruggenhoofd te vestigen tussen Arromanches en Ver-sur-Mer. Na de landing in Normandië was de 50e Infanteriedivisie betrokken bij de Slag om Caen. Hierna rukte de 50e Infanteriedivisie op richting Antwerpen en Brussel. In september 1944 was de 50e Infanteriedivisie betrokken bij Operatie Market Garden.
- Het Amerikaanse vijfde legerkorps (US 1e Infanteriedivisie en de US 29e Infanteriedivisie) landen op Omaha Beach, van Sainte-Honorine-des-Pertes tot Vierville-sur-Mer.
- US 2e Ranger bataljon bij Pointe du Hoc.
De Amerikaanse 1e Infanteriedivisie, bijgenaamd de Big Red One, is een infanteriedivisie van het Amerikaanse leger. Deze in 1917 opgerichte eenheid is de oudste nog bestaande in het Amerikaanse leger.
De naam Big Red One is afkomstig van de herkenbare schouderpatch, waarop een groot rood cijfer '1' prijkt. Het motto van de divisie is Duty First, maar ook de slogan No Mission Too Difficult, No Sacrifice Too Great wordt vaak gebruikt door leden van het legeronderdeel.
De naam Big Red One is afkomstig van de herkenbare schouderpatch, waarop een groot rood cijfer '1' prijkt. Het motto van de divisie is Duty First, maar ook de slogan No Mission Too Difficult, No Sacrifice Too Great wordt vaak gebruikt door leden van het legeronderdeel.

Generaal Cota was assistent divisiecommandant van de 29e Infanteriedivisie uit het Amerikaanse leger tijdens de landingen van D-Day op Omaha Beach. Tijdens de voorafgaande planning voor D-Day, was hij een fel tegenstander van landingen bij daglicht. Echter, hij kreeg zijn zin (nachtelijke landingen) niet.
Hij landde in de tweede ronde en was een van de hoogste officieren die aan land gingen tijdens de landingen op het strand. In ieder geval was hij met zijn 51 jaar verreweg de oudste. De aanval op Omaha beach was volledig vast gelopen totdat Generaal Cota het initiatief nam en de soldaten motiveerde door te zetten. Op Omaha beach werd het felste verzet geboden mede doordat geplande bombardementen door geallieerde vliegtuigen volledig mislukt waren. Onder leiding van Cota wisten de Amerikanen rond half negen vlakbij Vierville-sur-Mer een doorbraak te forceren. Hij leidde de eerste soldaten door het gat in de Duitse verdediging, alvorens de rest van de dag de verdere landingen en gevechten op het strand te coördineren. De landingen op Omaha Beach zouden na bittere gevechten alsnog succesvol zijn. Cota heeft daarin een aanzienlijke rol gespeeld. Hij werd dan ook onderscheiden met een Distinguished Service Cross en de Distinguished Service Order. In de weken die volgden verdiende Cota nog diverse onderscheidingen o.a. een Silver Cross
Hij landde in de tweede ronde en was een van de hoogste officieren die aan land gingen tijdens de landingen op het strand. In ieder geval was hij met zijn 51 jaar verreweg de oudste. De aanval op Omaha beach was volledig vast gelopen totdat Generaal Cota het initiatief nam en de soldaten motiveerde door te zetten. Op Omaha beach werd het felste verzet geboden mede doordat geplande bombardementen door geallieerde vliegtuigen volledig mislukt waren. Onder leiding van Cota wisten de Amerikanen rond half negen vlakbij Vierville-sur-Mer een doorbraak te forceren. Hij leidde de eerste soldaten door het gat in de Duitse verdediging, alvorens de rest van de dag de verdere landingen en gevechten op het strand te coördineren. De landingen op Omaha Beach zouden na bittere gevechten alsnog succesvol zijn. Cota heeft daarin een aanzienlijke rol gespeeld. Hij werd dan ook onderscheiden met een Distinguished Service Cross en de Distinguished Service Order. In de weken die volgden verdiende Cota nog diverse onderscheidingen o.a. een Silver Cross
Het Amerikaanse 2e Ranger Bataljon bijgenaamd de Second Rangers — is de naam van twee Ranger bataljons. Het eerste bataljon was één van de zes deelnemende ranger bataljons in de Tweede WereldoorlogOp 6 juni 1944 landden er drie compagnieën bij Pointe du Hoc (Dog, Easy en Fox). Het doel van de landing was het uitschakelen van een Duitse batterij van 6 155mm kanonnen. De 225 man wisten, ondanks zware tegenstand, de kliffen omhoog te klimmen en een verdedigbare positie in te nemen. Eenmaal boven bleek echter dat de Duitse artillerie weggehaald was. Snel werden enkele patrouilles uitgestuurd die de batterij konden lokaliseren, waarna hij uitgeschakeld werd. Hierna hielden Dog, Easy en Fox-compagnie nog stand tot de volgende dag, toen eindelijk versterkingen arriveerden
Het Amerikaanse zevende legerkorps (US 4e Infanteriedivisie met andere eenheden) landt op Utah Beach, rond Pouppeville en La MadeleineUtah Beach was de codenaam van het meest westelijke van de stranden die waren uitgekozen om te gebruiken tijdens de landing in Normandië. Utah Beach is gelegen tussen Pouppeville en La Madeleine, aan de oostkust van het schiereiland Cotentin. Het strand was toegewezen aan de Amerikaanse 4e Infanteriedivisie onder leiding van brigadegeneraal Theodore Roosevelt jr., zoon van oud-president Theodore Roosevelt
De US 101e Luchtlandingsdivisie landt rond Sainte-Marie-du-Mont.De 101e Luchtlandingsdivisie onder leiding van generaal Maxwell D. Taylor moest de uitgangen van de landingsstranden veilig stellen. Ook moesten ze doelen landinwaarts aanvallen, zoals de Duitse geschutsbatterij bij Saint-Martin-de-Varreville en een aantal bruggen richting Carentan
De US 82e Luchtlandingsdivisie landt rond Sainte-Mère-Église, ter bescherming van de westelijke flank.De 82e Luchtlandingsdivisie is een elite-eenheid van luchtmobiele infanterie. Deze luchtlandingstroepen bestaan voornamelijk uit parachutisten. Soldaten van de 82e dragen de letters AA op hun schouder, een afkorting van de bijnaam voor de eenheid, All-American, omdat de leden uit alle staten van de VS worden gerekruteerd. Een andere bijnaam voor de divisie is America’s Guard of Honor, De 82nd Airborne Division, onder commando van Major-General Matthew B Ridgway, had geluk. Het eerste regiment dat aan parachutes neerdaalde, onder leiding van Lieutenant-Colonel Krauze, kwam als een verrassing uit de lucht gevallen en 75% van de manschappen kwam neer binnen enkele mijlen van hun doel (Dropping Zone, DZ). Om 04.00 uur, twee uur nadat de hoofdmacht was neergekomen, viel Ste-Mére-Eglise
De Britse 6e Luchtlandingsdivisie was de eerste grote eenheid die in actie kwam, namelijk om 00:10. Hun doelen waren de Pegasusbrug en andere bruggen over de rivieren die de oostflank van het landingsgebied bestreken, en een geschutsbatterij bij Merville.De kanonnen van de batterij werden vernield, en de bruggen werden gehouden tot de divisie later op 6 juni werd afgelost.
De Pegasusbrug is een brug over het Kanaal van Caen nabij Ouistreham. De brug, ook wel bekend als de Bénouville-brug, was een van de belangrijke in te nemen doelen door de Britse 6e Luchtlandingsdivisie tijdens de Operation Deadstick voorafgaand aan de Landingen in Normandië. De brug verkreeg de naam Pegasus, omdat de Britse luchtlandingstroepen het vliegende paard Pegasus als schouderembleem hadden
Pegasus Bridge

De aanval op de Pegasusbrug werd geleid door Majoor John Howard. Hij had twee opdrachten: de Pegasusbrug veroveren en de brug over de Orne die 360 meter verderop lag. Hij was de leider van de eenheid die op D-day als eerste met de Duitsers in gevecht zou zijn.
Voor de verovering van de twee bruggen beschikte Howard over zes pelotons van het 2e Bataljon Ox en Bucks en 30 geniesoldaten van het 249ste compagnie Royal Engineers. In het totaal namen aan deze aanval 181 manschappen deel inclusief de piloten. Deze waren verdeeld over zes Horsa zweefvliegtuigen. Het eerste steeg op 5 juni om 22:56 uur op en het laatste om 23:01 uur. Om 00:07 uur toen D-Day nog maar enkele minuten oud was vloog het eerste toestel al boven de kust van Frankrijk. Op 1800 meter werden de kabels losgegooid. Het eerste vliegtuig landde op 42 meter van de brug. De overige vliegtuigen kwamen ook zeer dicht in de buurt van de brug tot landing. De nauwkeurigheid van de landing was hiermee zeer opmerkelijk. Toen de bruggen eenmaal waren ingenomen moesten Howards mannen deze in hun bezit houden totdat zij werden afgelost.
Voor de verovering van de twee bruggen beschikte Howard over zes pelotons van het 2e Bataljon Ox en Bucks en 30 geniesoldaten van het 249ste compagnie Royal Engineers. In het totaal namen aan deze aanval 181 manschappen deel inclusief de piloten. Deze waren verdeeld over zes Horsa zweefvliegtuigen. Het eerste steeg op 5 juni om 22:56 uur op en het laatste om 23:01 uur. Om 00:07 uur toen D-Day nog maar enkele minuten oud was vloog het eerste toestel al boven de kust van Frankrijk. Op 1800 meter werden de kabels losgegooid. Het eerste vliegtuig landde op 42 meter van de brug. De overige vliegtuigen kwamen ook zeer dicht in de buurt van de brug tot landing. De nauwkeurigheid van de landing was hiermee zeer opmerkelijk. Toen de bruggen eenmaal waren ingenomen moesten Howards mannen deze in hun bezit houden totdat zij werden afgelost.
De batterij van Merville was een verdedigingswerk nabij Merville, aan de kust van Normandië, en was onderdeel van de door Duitsland gebouwde Atlantikwall tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Mervillebatterij werd gebouwd vanwege een dreigende geallieerde invasie.
De batterij, die uitkeek uit op Sword Beach en vier 150mm kanonnen omvatte, was een grote bedreiging voor de geallieerde landingen in de Sword-sector. De uitschakeling van de batterij was daarom één van de eerste doelen op D-Day. In de nacht voorafgaand aan de landing op de stranden op 6 juni, werd luitenant-kolonel Terence Otway gedropt met 750 manschappen met als doel het batterijencomplex buiten gevecht te stellen. De batterij van Merville was immers een serieuze bedreiging voor de linkerflank van de Britse troepen, die zouden landen op Sword Beach. Van de 150 manschappen waarmee Otway de kazematten buiten gevecht stelde, werden 65 man tijdens de aanval gedood of gewond. Otway werd voor deze actie onderscheiden met een Distinguished Service Order (DSO) voor zijn bijzondere leiderskwaliteiten tijdens deze actie.
De batterij, die uitkeek uit op Sword Beach en vier 150mm kanonnen omvatte, was een grote bedreiging voor de geallieerde landingen in de Sword-sector. De uitschakeling van de batterij was daarom één van de eerste doelen op D-Day. In de nacht voorafgaand aan de landing op de stranden op 6 juni, werd luitenant-kolonel Terence Otway gedropt met 750 manschappen met als doel het batterijencomplex buiten gevecht te stellen. De batterij van Merville was immers een serieuze bedreiging voor de linkerflank van de Britse troepen, die zouden landen op Sword Beach. Van de 150 manschappen waarmee Otway de kazematten buiten gevecht stelde, werden 65 man tijdens de aanval gedood of gewond. Otway werd voor deze actie onderscheiden met een Distinguished Service Order (DSO) voor zijn bijzondere leiderskwaliteiten tijdens deze actie.
Merville
Aan de oostelijke flank was het open, vlakke gebied tussen de Orne en Dives ideaal voor Duitse tegenaanvallen. Tussen het amfibische landingsgebied en deze vlakte liep de Orne, die vanuit Caen in noordoostelijke richting naar de baai van de Seine loopt. De enige manier voor de Duitsers om deze rivier over te steken, was over de bruggen nabij Bénouville en Ranville. Deze lagen zeven kilometer van de kust verwijderd, maar was voor de Duitsers de enige weg om een tegenaanval te lanceren op de oostelijke flank.
De bruggen waren voor de geallieerden eveneens van vitaal belang. Ze hadden de bruggen nodig bij een aanval op Caen, indien deze vanuit het oosten zou worden gelanceerd. De geallieerden besloten daarop om luchtlandingstroepen in te zetten. Aangezien dit gebied direct achter de Brits-Canadese sector lag, werd besloten om hier Britse luchtlandingstroepen in te zetten. De Britse 6e Luchtlandingsdivisie kregen de volgende tactische doelen:
- De bruggen nabij Bénouville en Ranville intact veroveren.
- De weg naar de stranden afsluiten voor een tegenaanval met pantsertroepen.
- De Merville Batterij, die Sword Beach bedreigde, veroveren.
- Vijf bruggen over de Dives vernietigen, om Duitse troepenverplaatsingen in het oosten te vertragen of beperken
De luchtlandingstroepen landden kort na middernacht op 6 juni en kwamen direct in aanraking met Duitse troepen van de 716e Infanteriedivisie. Bij het aanbreken van de dag ondernam de Duitse 21e Pantserdivisie een tegenaanval vanuit het zuiden. De tegenaanval vond plaats aan beide zijdes van de Orne. De luchtlandingstroepen hadden inmiddels al een verdedigingsgordel opgezet rond de bruggen. Ondanks zware verliezen wisten de Britse troepen stand te houden. Later op de dag werden de troepen versterkt met commando's van de 1st Special Service Brigade. De Duitsers lanceerden nog kleine tegenaanvallen, maar de Britten wisten eenvoudig stand te houden. Aan het einde van D-Day had de 6e Luchtlandingsdivisie al haar doelen bereikt. In de volgende dagen wisten de Britten, ondanks verwoede Duitse tegenaanvallen, stand te houden. De eerste dagen probeerden de Duitsers de Britten nog van hun posities te verdrijven, maar na 12 juni ondernamen de Duitse troepen geen serieuze acties meer om het Britse bruggenhoofd bij Ranville te doorbreken. De luchtlandingstroepen, inmiddels aangevuld met grondtroepen, hielden tot begin september stand, alvorens ze definitief werden ontzet
1st Special Service Brigade
De Amerikaanse 82e en 101e Luchtlandingsdivisie, gezamenlijk ongeveer 14.000 manschappen, hadden het minder makkelijk. De troepen landden gedeeltelijk als gevolg van de onervarenheid van de piloten en gedeeltelijk vanwege het moeilijke terrein zeer verspreid en ongeorganiseerd. Sommigen kwamen in de onder water gezette gebieden of zelfs in zee terecht. Het werd al snel duidelijk dat niet alle doelen op tijd gerealiseerd konden worden
Als eerste werden drie regimenten van de 101e Luchtlandingsdivisie gedropt. Dit gebeurde tussen 00:48 en 01:40 uur. Ze werden snel gevolgd door troepen van de 82e Luchtlandingsdivisie, die landden tussen 01:51 en 02:42. Elke operatie omvatte ongeveer 400 C-47's. Vlak voor het aanbreken van de dag landden ook nog troepen per zweefvliegtuigen, die antitankwapens en extra munitie meebrachten. Tijdens de avond landden nog eens twee artilleriebataljons per zweefvliegtuig. Ze namen 24 houwitsers met zich mee, die de komende dagen ingezet zouden worden.
dougles C-47 skytrain
houwitser
Na 24 uur kwamen slechts 2000 man van de 82e en 2500 man van 101e Luchtlandingsdivisie georganiseerd in actie. Vele andere zwierven en vochten nog dagen na de landing ongeorganiseerd achter de Duitse linies. Het feit dat de Amerikanen overal verspreid waren geland had de Duitsers echter ook verward, zodat ze geen grootschalige tegenaanvallen durfden te ondernemen. Ook hielp het dat de Duitsers gebieden onder water hadden gezet. Aanvankelijk hadden ze dit gedaan voor hun eigen verdediging, maar naderhand hielp het de Amerikaanse troepen. Het gebied dat onder water was gezet, dekte de Amerikaanse zuidelijke flank.
De luchtlandingstroepen vochten enkele dagen achter de vijandelijke linies. Veelal werd er geopereerd in kleine groepen. Vaak waren het ook nog mannen uit verschillende compagnieën, bataljons, regimenten of zelfs divisies. De 82e Luchtlandingsdivisie bezette de plaats Sainte-Mère-Église op de vroege morgen van 6 juni,
De luchtlandingstroepen vochten enkele dagen achter de vijandelijke linies. Veelal werd er geopereerd in kleine groepen. Vaak waren het ook nog mannen uit verschillende compagnieën, bataljons, regimenten of zelfs divisies. De 82e Luchtlandingsdivisie bezette de plaats Sainte-Mère-Église op de vroege morgen van 6 juni,
Operatie Detroit was de codenaam voor de landingen van de Amerikaanse 82e Luchtlandingsdivisie in de nacht van 5 op 6 juni 1944, als onderdeel van Operatie Overlord. De landingszone van de parachutisten en zweefvliegtuigen was rond het dorp Sainte-Mère-Église, ten westen van Utah Beach, met de intentie om de westflank van de operatie te beschermen. Het doel dat de luchtlandingstroepen meekregen, was het veroveren van Sainte-Mère-Église en het innemen van de bruggen over de Merderet. Wanneer ze deze doelstellingen zouden bewerkstelligen, kon de 4e infanteriedivisie, die landden op Utah Beach, eenvoudig en zonder veel weerstand noordwaarts trekken. Hier lag hun belangrijke einddoel, namelijk de haven van Cherbourg. Deze haven was van essentieel belang voor de aanvoer van voorraden voor de geallieerde troepen in Normandië. Het aantal slachtoffers voor de Amerikaanse luchtlandingstroepen van de 82e divisie lag rond de 1.260 manschappen. Dit van de in totaal 6.600 troepen van de 82e divisie. Later op de dag arriveerden het zwaardere materiaal van de divisie. Dit materiaal werd aangevoerd door zweefvliegtuigen.
brug over de merderet
zweefvliegtuig
82e in st mere eglise
john steele
Operatie Chicago was de codenaam voor de landingen nabij Vierville van de Amerikaanse 101e Luchtlandingsdivisie in de vroege morgen van 6 juni 1944. Chicago was een onderdeel van Operatie Overlord.
De parachutisten van de 101e Luchtlandingsdivisie sprongen uit 11 C-47 transportvliegtuigen. De eerste die de grond bereikte was Kapitein Frank L. Lillyman, omstreeks 00:15 uur. Zij zouden drie landingszones markeren, gelegen achter Utah Beach, voor elk van de drie luchtlandingsregimenten van de divisie. 6.789 manschappen werden vervoerd door 432 C-47s. Omstreeks 1:00 uur sprongen de parachutisten uit de vliegtuigen en landden op de grond. 38 C-47s gingen om verschillende oorzaken verloren en de rest werd verspreid gedropt vanwege het slechte weer. Het slechte weer, in combinatie met het Duitse luchtafweer, zorgde er namelijk voor dat het bijna onmogelijk was om de landingszones te vinden. De overgrote meerderheid van de divisie landde op een gebied 25 mijl lang en 15 mijl breed. 75% hiervan landden binnen een gebied van 8 mijl ten noorden van Sainte-Mère-Église en 8 mijl ten westen van Sainte-Mère-Église.
Een paar parachutisten kwamen terecht in de zee of landden of in gebieden die doelbewust door de Duitsers werden overstroomd. Anderen landden direct op, door Duitsers, versterkte gebieden en werden snel gevangengenomen of werden gedood. Na 24 uur waren slechts 2.500 van de 6.000 manschappen bij elkaar. Velen waren geïsoleerd en trachtten te overleven door zich verborgen te houden of te vechten achter de vijandelijke linies. Doordat de parachutisten tijdens de landingen zo verspreid waren terechtgekomen, waren de Duitsers verward. Hierdoor konden kleine groepjes Amerikanen enorme successen boeken.
Luitenant-Kolonel Ed Krause, leider van de 3e bataljon van het 505e parachuteregiment, landde samen met zijn mannen ongeveer één mijl ten westen van Sainte-Mère-Église. Hij verzamelde in een uur tijd 180 soldaten en ging daarna richting het dorp. De Duitsers waren ondertussen alweer naar bed gegaan, nadat de hevigste gevechten voorbij waren. Rond 6 uur in de morgen namen ze dertig Duitse soldaten gevangen, doodden er tien en dreven de resterende Duitse troepen, die in Sainte-Mère-Église waren gevestigd, het bos in. Vaak wordt er gezegd dat Sainte-Mère-Église het eerste dorp is dat werd bevrijd, maar dat is niet waar. Vier uur eerder, nabij de Pegasusbrug, werd het plaatsje Bénouville bevrijd door troepen van de Britse 6e luchtlandingsdivisie
Een paar parachutisten kwamen terecht in de zee of landden of in gebieden die doelbewust door de Duitsers werden overstroomd. Anderen landden direct op, door Duitsers, versterkte gebieden en werden snel gevangengenomen of werden gedood. Na 24 uur waren slechts 2.500 van de 6.000 manschappen bij elkaar. Velen waren geïsoleerd en trachtten te overleven door zich verborgen te houden of te vechten achter de vijandelijke linies. Doordat de parachutisten tijdens de landingen zo verspreid waren terechtgekomen, waren de Duitsers verward. Hierdoor konden kleine groepjes Amerikanen enorme successen boeken.
Luitenant-Kolonel Ed Krause, leider van de 3e bataljon van het 505e parachuteregiment, landde samen met zijn mannen ongeveer één mijl ten westen van Sainte-Mère-Église. Hij verzamelde in een uur tijd 180 soldaten en ging daarna richting het dorp. De Duitsers waren ondertussen alweer naar bed gegaan, nadat de hevigste gevechten voorbij waren. Rond 6 uur in de morgen namen ze dertig Duitse soldaten gevangen, doodden er tien en dreven de resterende Duitse troepen, die in Sainte-Mère-Église waren gevestigd, het bos in. Vaak wordt er gezegd dat Sainte-Mère-Église het eerste dorp is dat werd bevrijd, maar dat is niet waar. Vier uur eerder, nabij de Pegasusbrug, werd het plaatsje Bénouville bevrijd door troepen van de Britse 6e luchtlandingsdivisie
De wegen naar Utah Beach waren beveiligd, waardoor er op dit strand een zeer succesvolle landing plaats vond. In totaal verloor de 101e Luchtlandingsdivisie 1.240 manschappen, van de in totaal 6.000 die waren geland. Dit is, gezien de verspreiding van de manschappen, een vrij laag aantal.
De vierde commando-eenheid ging aan land, geleid door eenheden van de Vrije Franse strijdkrachten, zoals zij onderling waren overeengekomen. De troepen hadden afzonderlijke doelen in Ouistreham; de Fransen een kazemat en het casino, dat als hoofdkwartier van de Duitsers fungeerde, en de Britten twee batterijen die het landingsgebied bestreken. De kazemat bleek te sterk voor de PIAT (Projector Infantry Anti Tank) draagbare granaatwerpers, maar het casino werd genomen met hulp van een Centaur genietank. De Britse commando's bereikten beide batterijen en ontdekten dat de kanonnen waren verwijderd. Het afronden van de operatie aan de infanterie overlatend, trokken de commando's zich uit Ouistreham terug om zich bij de parachutisten van de zesde luchtlandingsdivisie te voegen.
Op Sword Beach kwamen de Britten met flinke verliezen aan land. De Duitse verdedigingswerken bij la Bréche werden om 10.00 uur veroverd. Door Duitse tegenaanvallen kwamen de troepen een paar minuten te laat op Sword aan, maar nog wel op tijd om te helpen bij de verdediging van de bruggen bij Bénouville. Hierna boekten ze echter slechts langzaam voortgang. Aan het eind van de dag waren ze nog geen acht kilometer landinwaarts opgerukt. Ook Caen, een belangrijk doelwit, was aan het eind van de dag nog in Duitse handen