Het oostfront was tijdens de Tweede Wereldoorlog de naam voor het toneel van oorlogshandelingen in Centraal- en Oost-Europa, vanaf 22 juni 1941 tot 9 mei 1945. Het oostfront is berucht vanwege de vele levens die het geëist heeft en de onmenselijke manier van oorlog voeren. Gebeurtenissen die zich aan het oostfront afspeelden waren onder andere Operatie Barbarossa en de Vervolgoorlog. Het wordt beschouwd als het beslissende strijdtoneel van de gehele Tweede Wereldoorlog.
Ullrich Friedrich Willy Joachim von Ribbentrop, geboren als Ullrich Friedrich Willy Joachim Ribbentrop was een Duits nazi-diplomaat en -politicus. Hij werd na de Tweede Wereldoorlog terechtgesteld als oorlogsmisdadiger.
Geboortedatum 30 april 1893 Sterfdatum 16 oktober 1946 Geboorteplaats Wesel, Rijnprovincie, Koninkrijk Pruisen, Duitse Keizerrijk Plaats van overlijden Neurenberg, Amerikaanse bezettingszone in Duitsland Organisatie NSDAP Speciale functie Minister van Buitenlandse Zaken Rang SS-Obergruppenführer |
Strijdende partijen
nazi-Duitsland Sovjet-Unie
Italië (tot 1943) Roemenië (gedwongen na 1944)
Koninkrijk Roemenië (tot 1944) Volksrepubliek Bulgarije (gedwongen na 1944)
Koninkrijk Bulgarije (tot 1944) Volksrepubliek Polen
Republiek Finland (tot 1944)
Hongarije
Eerste Slowaakse Republiek
nazi-Duitsland Sovjet-Unie
Italië (tot 1943) Roemenië (gedwongen na 1944)
Koninkrijk Roemenië (tot 1944) Volksrepubliek Bulgarije (gedwongen na 1944)
Koninkrijk Bulgarije (tot 1944) Volksrepubliek Polen
Republiek Finland (tot 1944)
Hongarije
Eerste Slowaakse Republiek
Op 23 augustus 1939 sloten nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie het Molotov-Ribbentroppact, een niet-aanvalsverdrag. In de geheime protocollen van het verdrag werd Oost-Europa in een Duitse en een Sovjet invloedssfeer verdeeld. Dit verdrag gaf Hitler de vrije hand om anderhalve week later, op 1 september 1939, Polen binnen te vallen. De Sovjet-Unie viel op 17 september het oosten van Polen binnen. De Duitse Wehrmacht en het Rode Leger trokken op tot de Curzon-linie, de demarcatielijn die in het Molotov-Ribbentroppact was overeengekomen.
De Curzonlijn of Curzonlinie was een demarcatielijn uit 1919-1920 tussen Polen en bolsjewistisch Rusland, die ruwweg samenvalt met de huidige oostgrens van Polen. De fictieve lijn werd de nieuwe grens met de Sovjet Unie in 1945. De lijn wordt daarom ook Stalinlijn genoemd. Deze versie werd onderschreven bij het Hitler-Stalinpact, met als gevolg dat de gebieden die Polen in 1918 op de bolsjewieken hadden gewonnen verloren gingen. Stalin bleef na de oorlog ook tegenover de westelijke geallieerden aan de lijn vasthouden. Polen werd met grote delen van Duitsland gecompenseerd.
Hitler had gehoopt dat de Entente (het bondgenootschap tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) na de val van Polen snel vrede zou sluiten. Toen dat niet gebeurde, stelde het niet-aanvalsverdrag Duitsland in staat zijn pijlen te richten op een aanvalsoorlog in het westen, de Slag om Frankrijk tegen Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk; de Sovjet-Unie op zijn beurt voerde oorlog met Finland en bezette Estland, Letland en Litouwen in juni 1940.De betrekkingen tussen beide landen werden echter steeds meer gespannen, mede doordat Hitler de Balkan voor Stalin afsloot door Hongarije, Roemenië en Bulgarije toe te laten treden tot de asmogendheden. Nadat met de nederlaag en bezetting van Frankrijk in juni 1940 de Entente was weggevallen (de Britten hadden in de Slag om Engeland een Duitse invasie voorkomen en weigerden nog steeds vrede te sluiten) waren Duitsland en de Sovjet-Unie natuurlijke rivalen geworden in de strijd om de hegemonie in Europa.
Molotov, de Sovjet-minister van Buitenlandse Zaken, wilde weten waarom Duitsland zo'n interesse had in Turkije en de Balkan. Von Ribbentrop, de Duitse minister van buitenlandse zaken, was bezorgd om de Duitse politiek en uitte zijn bezwaren tegen Hitler; niemand had ooit zo'n toon aan durven slaan tegen de Führer. Met uitzondering van Heinz Guderian ondersteunden de meeste Duitse generaals echter Hitler in zijn optimistische inschatting van de Duitse mogelijkheden. De slechte prestaties van het Rode Leger tijdens de Winteroorlog tegen Finland in 1939-1940 sterkten Hitler in zijn optimisme.
Heinz Wilhelm Guderian (Culm (West-Pruisen), 17 juni 1888 – Schwangau, 14 mei 1954) was een Duitse tankgeneraal van de 2e Pantserdivisie uit de Tweede Wereldoorlog.
Bijnaam Schneller Heinz Land/partij Duitse Keizerrijk Weimarrepubliek nazi-Duitsland Flensburgregering Onderdeel Deutsches Heer Reichswehr Heer Dienstjaren 1907 - 1945 Rang Generaloberst |
De Winteroorlog was een militaire campagne van de Sovjet-Unie tegen Finland van 30 november 1939 tot 13 maart 1940.
Nadat op 23 augustus 1939 het Duits-Russische niet-aanvalsverdrag, het Molotov-Ribbentroppact, was gesloten, legde de Sovjet-Unie ‘overeenkomsten voor wederzijdse bijstand’ op aan Estland, Letland en Litouwen. Moskou wilde een soortgelijke overeenkomst ook sluiten met Finland. Op 14 oktober 1939 ging een Finse delegatie naar Moskou, waar Stalin, minister van Buitenlandse Zaken Molotov en Potjomkin (de plaatsvervangende commissaris van Buitenlandse Zaken) de volgende eisen ter tafel brachten
Joseph Stalin
- Finland zou zijn eilanden in de Finse Golf afstaan.
- de Finse grens zou opschuiven tot in de Karelische Landengte tussen de Oostzee en het Ladogameer.
- de marine- en luchtmachtbasis bij Hanko zou voor dertig jaar van de Sovjet-Unie zijn.
- Finland zou het westen van het Vissersschiereiland (Kalastajasaarento, thans: Rybatsji) in Lapland afstaan.
- er zou een verdrag worden gesloten ter verdediging van de Finse Golf

Als vergoeding voor deze offers bood Moskou een 'rechttrekking' van de grens bij Karelië aan.
Na overleg tussen de Finse premier Cajander en de Finse maarschalk Mannerheim kwam Finland met een tegenvoorstel, maar dit werd afgewezen
Na overleg tussen de Finse premier Cajander en de Finse maarschalk Mannerheim kwam Finland met een tegenvoorstel, maar dit werd afgewezen
Op 30 november 1939 begonnen de Sovjetstrijdkrachten zonder enige oorlogsverklaring een aanval op Finland. 120.000 Finse soldaten moesten het opnemen tegen 300.000 door 800 vliegtuigen gesteunde Russische soldaten. De Finse luchtmacht had ongeveer 100 vliegtuigen. De Finnen waren net als de Sovjetaanvallers uitgerust met moderne bewapening. Het Suomi-machinepistool werkte goed bij temperaturen onder nul, maar het was geen goed wapen voor de strijd in de bossen. De handgranaten van de Finnen waren daar evenmin erg geschikt voor. Naast de gevechtstroepen maakten 90.000 vrouwen als hulptroepen deel uit van het Finse leger. Zij stonden bekend als de lotta’s, naar de naam van de vrijwilligersorganisatie, Lotta Svärd.
Suomipistoolmitrailleur met drum-magazijn
De Finnen slaagden erin om stand te houden. De uiterst strenge winter was in het voordeel van de verdedigers. De Sovjeteenheden die deelnamen aan de eerste aanval waren nauwelijks voorbereid op de koude en de natuurlijke gesteldheid van het gebied. De guerrillatactieken van de Finse troepen bleken succesvol. Hele Sovjetdivisies bewogen zich in lange colonnes over de Finse boswegen, waardoor een aanval in de flank en een omsingeling relatief eenvoudig uit te voeren was. De Finnen verplaatsten zich bij aanvallen zo nodig op ski's en schroomden niet de tactiek van de verschroeide aarde toe te passen. In de officiële geschiedschrijving van de Sovjet-Unie kregen de troepen de schuld van de geringe successen; deze zouden te onervaren zijn. De verantwoordelijkheid van de politieke leiders Molotov en Stalin en hun militaire raadgevers werd niet aan de orde gesteld. De Sovjets hadden de vaderlandsliefde, het weerstandsvermogen en de beweeglijkheid van het Finse leger sterk onderschat
De tweede aanval werd het Finse leger fataal. De Sovjet-legerleiding had geleerd van de fouten die in het begin waren gemaakt. Deze tweede aanval stond onder leiding van de Russische maarschalk Timosjenko, die het bevel op 7 januari 1940 had overgenomen. Er werden nu veel meer en beter voorbereide, troepen ingezet. De Russen hadden een nieuwe aanvalsmethode ontwikkeld die goede resultaten opleverde. De basis bestond uit massale en niet aflatende artilleriebeschietingen en aanvalsgolven, geconcentreerd op enkele punten van de Finse verdedigingslinie op de Karelische landengte, de zogeheten Mannerheimlinie. De aanval begon op 1 februari 1940 in de Summasector, het zwakste punt in de linie. Op 11 februari 1940 hadden Timosjenko en zijn troepen een eerste doorbraak gerealiseerd. Daarna veroverden de Russen in hoog tempo steeds meer terrein. Maarschalk Mannerheim probeerde de stad Viipuri te behouden, maar ook deze werd door de Sovjets ingenomen. Het Finse achterland lag hierna open.
Semjon Timosjenko
mannerheimlinie
mannerheimlinie
Finland kon rekenen op veel sympathie van zowel de asmogendheden als de geallieerden. Italiaanse hulp werd echter door de Duitsers tegengehouden; die zou in strijd zijn met het feit dat in het Molotov-Ribbentroppact was erkend dat Finland tot de invloedssfeer van de Sovjet-Unie behoorde. Het Verenigd Koninkrijk zond humanitaire hulp, onder andere in de vorm van brandweerlieden, terwijl de Verenigde Staten vrachtwagens stuurde. Concrete militaire hulp kwam vooral uit Zweden in de vorm van vliegtuigen en een aantal eenheden vrijwilligers. Soortgelijke vrijwilligers uit met name Denemarken en de Verenigde Staten (meest Amerikanen van Finse afkomst) en in mindere mate Hongarije en Spanje, arriveerden te laat om nog in actie te komen. Op voorstel van Argentinië werd de Sovjet-Unie geroyeerd uit de Volkenbond, maar deze maatregel was louter formeel. De Volkenbond werd rond die tijd al niet meer serieus genomen.
Op 12 maart 1940 werd in Moskou de Vrede van Moskou getekend volgens de voorwaarden die de Russische afvaardiging had gesteld en op 13 maart 1940 kwam er een staakt-het-vuren. De Russen hadden gekregen wat ze wilden, maar tegen een hoge prijs. Duitse waarnemers zouden mede naar aanleiding hiervan het Rode Leger gevaarlijk onderschatten.
De focus werd door de Winteroorlog op Scandinavië gericht. De angst dat Zweden onder de invloed van de Sovjet-Unie zou geraken bracht zowel de Duitsers als de geallieerden ertoe dit land onder druk te zetten. Zweden leverde namelijk ijzererts aan Duitsland. Uiteindelijk zou de geopolitieke situatie in Scandinavië tot de Duitse inval in Denemarken en Noorwegen leiden. De Finnen sloten een bondgenootschap met Hitler-Duitsland hetgeen leidde tot de zogenaamde Vervolgoorlog. Hierdoor zou Finland, als enige democratie, in de Tweede Wereldoorlog aan de kant staan van de asmogendheden
De focus werd door de Winteroorlog op Scandinavië gericht. De angst dat Zweden onder de invloed van de Sovjet-Unie zou geraken bracht zowel de Duitsers als de geallieerden ertoe dit land onder druk te zetten. Zweden leverde namelijk ijzererts aan Duitsland. Uiteindelijk zou de geopolitieke situatie in Scandinavië tot de Duitse inval in Denemarken en Noorwegen leiden. De Finnen sloten een bondgenootschap met Hitler-Duitsland hetgeen leidde tot de zogenaamde Vervolgoorlog. Hierdoor zou Finland, als enige democratie, in de Tweede Wereldoorlog aan de kant staan van de asmogendheden
Finland/Rusland. Bij de Vrede van Moskou in maart
Finland/Rusland. Finse troepen met hun commandant te paard, ontmoeten in de bossen in Finland enkele Russische militairen met hun pantservoertuig. Vermoedelijk wordt een en ander in beslag genomen/krijsgevangen gemaakt.
In witte camouflagepakken gestoken Finse militairen bij buitgemaakte Russische kanonnen. Foto uit 1940
De Vrede van Moskou was het vredesverdrag tussen Finland en de Sovjet-Unie dat het einde markeerde van de Winteroorlog.Het verdrag werd getekend op 12 maart 1940, één uur in de nacht van 13 maart Finse tijd. Bij deze vrede moest Finland een deel van Karelië afstaan, waaronder de hele Mannerheimlinie, de eilanden Suursaari, Tytärsaari, Lavansaari, Seiskari in de Finse Golf en de stad Vyborg , destijds de tweede stad van Finland. Voorts verder in het noorden gedeelten van de gemeenten Salla en Kuusamo en in het uiterste noordoosten het westelijke gedeelte van het Roebatsji-schiereiland (Kalastajasaarento), waarvan de andere helft al tot de USSR behoorde. Het moest bovendien de basis Hanko aan het begin van de Finse Golf voor dertig jaar verhuren aan de Sovjet-Unie. De gehele Finse bevolking van de gebieden werd naar Finland geëvacueerd; voor de oorlog bestond die uit ongeveer 422.000 mensen. In totaal verloor Finland 35 000 km² aan de Sovjet-Unie, 10% van zijn oppervlakte.
Het einde van de Winteroorlog, het staakt-het-vuren tussen de Sovjets en Finnen gaat van kracht. De Finnen betreuren 25.000 doden en 43.000 gewonden. De verliezen bij de Sovjets worden geschat op 200.000 doden en 400.000 gewonden

Operatie Barbarossa (Duits: Unternehmen Barbarossa) was de codenaam voor de aanval van Nazi-Duitsland op de Sovjet-Unie op 22 juni 1941 gedurende de Tweede Wereldoorlog. Men vernoemde de militaire operatie naar Barbarossa, een keizer van het Heilige Roomse Rijk en één van de leiders van de Derde Kruistocht op het einde van de 12e eeuw. De operatie zelf duurde tot december 1941, maar de oorlog aan het oostfront die ermee was ingeluid, eindigde pas in mei 1945 en wel met de Duitse onvoorwaardelijke overgave aan de Sovjet-Unie en de andere geallieerden.
Het doel van de operatie was een snelle inname van het Europese deel van de Sovjet-Unie, ten westen van de AA-lijn. In het begin van de operatie boekten de Duitsers enorme terreinwinst en brachten grote verliezen toe aan het Rode Leger. In oktober liep het Duitse offensief echter vast in de modder.
Operatie Barbarossa is de grootste militaire operatie op het gebied van ingezette troepen en slachtoffers uit de geschiedenis. De mislukking hiervan was een keerpunt in de oorlog en luidde de ondergang van nazi-Duitsland in. Het belangrijkste gegeven was dat Operatie Barbarossa het oostfront had geopend, waar de grootste en meest bloedige campagne van de Tweede Wereldoorlog zich zou afspelen.
Het doel van de operatie was een snelle inname van het Europese deel van de Sovjet-Unie, ten westen van de AA-lijn. In het begin van de operatie boekten de Duitsers enorme terreinwinst en brachten grote verliezen toe aan het Rode Leger. In oktober liep het Duitse offensief echter vast in de modder.
Operatie Barbarossa is de grootste militaire operatie op het gebied van ingezette troepen en slachtoffers uit de geschiedenis. De mislukking hiervan was een keerpunt in de oorlog en luidde de ondergang van nazi-Duitsland in. Het belangrijkste gegeven was dat Operatie Barbarossa het oostfront had geopend, waar de grootste en meest bloedige campagne van de Tweede Wereldoorlog zich zou afspelen.
barbarossa
Adolf Hitler had verschillende redenen voor de aanval. Op de eerste plaats vermoedde hij dat het Verenigd Koninkrijk zo hardnekkig standhield, omdat het hoopte op deelneming van de Sovjet-Unie aan de oorlog. Door die deelneming zelf te forceren, door meteen de Sovjet-Unie te vernietigen, zou hij het Verenigd Koninkrijk allicht tot vrede kunnen bewegen. Een tweede motief was zijn angst voor het snel groeiende militaire potentieel van het Rode Leger. Hitler was en bleef geneigd om de volle waarheid daarover te verdringen, maar hij besefte toch terdege dat het in 1942 voor een aanval te laat zou zijn. De meest fundamentele beweegreden was misschien wel dat Duitsland afgesneden was van olie en vele essentiële grondstoffen. Beter dan afhankelijk te zijn van Stalins aalmoezen (in de vorm van leveranties van graan en aardolie) kon Duitsland zich volgens hem het noodzakelijke Lebensraum door oorlog verschaffen. Dat sloot weer aan bij het volgende motief: oorlog was voor Hitler een doel op zich en uitdrukking van de eeuwige strijd tussen de rassen, waarin de Germaanse Übermensch zich superieur mocht noemen als hij zich eenmaal had losgemaakt van het zieke joods-christelijke ideaal van de naastenliefde. Als goede oefening in de gewenste hardheid werd het officiële oorlogsdoel de totale uitroeiing van het "joodse ras", de communisten en de volledige stedelijke bevolking (dit laatste door uithongering). Zo kon een ideale samenleving worden geschapen waarin een elite van Germaanse kolonisatoren heerste over een onderlaag van ongeletterde Slavische Untermenschen. Een samenleving die minder verweekt en verburgerlijkt zou zijn - en vooral blijven - dan het Duitse moederland
joseph stalin
Op de dag van de aanval, 22 juni 1941, rechtvaardigde Hitler deze tegenover zijn Italiaanse bondgenoot Mussolini als volgt: "Indien de omstandigheden mij zouden dwingen de Duitse luchtmacht tegen Engeland in te zetten, bestaat het gevaar dat Rusland zijn afpersingsstrategie weer zal toepassen en dat ik zwijgend zou moeten toegeven, eenvoudig, omdat ik me in de lucht niet sterk genoeg voel. [...] Engeland zal dan nog minder bereid zijn om vrede te sluiten, aangezien het dan zijn hoop op de Russische partner kan richten. Sterker nog, deze hoop zal groeien naarmate de paraatheid van de Russische strijdkrachten toeneemt. En daarachter dreigen dan nog de massale wapenleveranties uit Amerika die zij in 1942 hopen te krijgen. [...] Ik ben daarom, na mij lange tijd het hoofd te hebben gebroken, eindelijk tot het besluit gekomen dat ik de strop moet doorsnijden voor die kan worden aangetrokken
Op 22 juni 1941 om 03.15h ging operatie Barbarossa van start. Een eerste golf van 30 bommenwerpers, bewapend met speciale fragmentatiebommen, viel 10 Sovjetvliegvelden aan. Deze aanval richtte weinig schade, maar beschadigde wel de betonnen startbanen van de vliegvelden. Er ontstond verwarring bij de officieren van de Rode Luchtmacht. Op dat moment verscheen de veel grotere tweede golf van de Luftwaffe. Ongeveer 500 bommenwerpers, 280 duikbommenwerpers en 480 jachtvliegtuigen vielen 66 vliegvelden aan. De gevolgen voor de Sovjets waren verschrikkellijk. Honderden vliegtuigen werden op de grond vernietigd en degene die konden opstijgen, werden neergeschoten door de Duitse jagers. Meer dan 1200 vliegtuigen werden vernietigd in de eerste dagen van operatie Barbarossa. De verliescijfers waren zo hoog dat zelfs Hermann Göring, de opperbevelhebber van de Luftwaffe, ze niet geloofde. Hij gaf opdracht om ze nogmaals te controleren. Het bleek dat de werkelijke verliezen nog hoger waren. De Rode Luchtmacht was uitgeschakeld.
In de ochtend lanceerde de Luftwaffe zijn derde aanvalsgolf. Deze vliegtuigen bombardeerden bruggen, troepenconcentraties en de hoofdkwartieren van het Rode Leger aan. Vanaf 23 juni 1941 was de voornaamste taak van de Luftwaffe om de grondtroepen te ondersteunen. In plaats van zich te concentreren op strategische doelen zoals het bombarderen van fabrieken kreeg de Luftwaffe een tactische rol. Het Duitse opperbevel ging ervan uit dat de veldtocht binnen enkele weken zou zijn afgelopen.
Samen met de Luftwaffe overschreden ook de Duitse Brandenburgercompagnies de grens voor de eigenlijke aanval. Deze commando-troepen hadden opdracht gekregen om het vijandelijke communicatienetwerk te vernietigen, strategische bruggen te bezetten en verwarring te zaaien in de achterhoede. Dankzij hun inlichtingendienst wisten de Duitsers immers dat de Sovjets nog veel gebruik maakte van telefoon in plaats van radio om hun opdrachten door te geven. De Brandenburgers groeven de ondergrondse telefoonkabels op en sneden ze door. Ook bliezen ze de telefoonpalen in de nabijheid van steden op. Op deze manier was het hoofdkwartier van het 4de leger nog voor het begin van de eigenlijke strijd niet in staat om bevelen te geven aan zijn troepen. De Brandenburgers verwijderden ook de springladingen aan de bruggen over de Boeg waardoor de tanks ongehinderd konden oprukken
Samen met de Luftwaffe overschreden ook de Duitse Brandenburgercompagnies de grens voor de eigenlijke aanval. Deze commando-troepen hadden opdracht gekregen om het vijandelijke communicatienetwerk te vernietigen, strategische bruggen te bezetten en verwarring te zaaien in de achterhoede. Dankzij hun inlichtingendienst wisten de Duitsers immers dat de Sovjets nog veel gebruik maakte van telefoon in plaats van radio om hun opdrachten door te geven. De Brandenburgers groeven de ondergrondse telefoonkabels op en sneden ze door. Ook bliezen ze de telefoonpalen in de nabijheid van steden op. Op deze manier was het hoofdkwartier van het 4de leger nog voor het begin van de eigenlijke strijd niet in staat om bevelen te geven aan zijn troepen. De Brandenburgers verwijderden ook de springladingen aan de bruggen over de Boeg waardoor de tanks ongehinderd konden oprukken
duitse brandenburger company
De 3de Pantsergroep en het 9de leger vielen de saillant vanuit het noorden aan. De 3de Pantsergroep van generaal Hermann Hoth viel op de scheiding tussen het Westelijk Front en het Noordwestelijk Front. Reeds in de vroege uren van 22 juni 1941 braken de Duitse tanks door de verdediging en ze rukten in snel tempo op in de richting van Vilnius, dat ze op de avond van 23 juni 1941 bereikten. Met deze doorbraak dreigde de 3de Pantsergroep het 3de leger vanuit het noorden te omsingelen. Ondertussen lanceerde het Duitse 9de leger zijn aanval in de richting van Białystok. Generaal Pavlov, de bevelhebber van het Westelijk Front, begon te panikeren. Hij beschikte nauwelijks over informatie over de situatie in het zuiden, want zijn 4de leger en 10de leger waren onbereikbaar. In het noorden zag hij hoe een Duitse colonne van tanks en gemotoriseerde eenheden steeds verder naar het oosten oprukte. Bovendien eiste Stavka voortdurend een aanval op het door de Duitsers bezette gedeelte van Polen. Generaal Pavlov gaf opdracht om een tegenaanval in te zetten vanuit Grodno naar het noorden. Deze aanval zou de doorgebroken Duitse eenheden afsnijden en daarna moest het 3de leger de omsingelde Duitsers vernietigen. Generaal Boldin, lid van de staf van het Westelijk front, kreeg opdracht om deze aanval te leiden. Ondanks het overwicht van de Luftwaffe vloog de generaal naar het vooruitgeschoven hoofdkwartier van het 10de leger en hij begon troepen te verzamelen voor de geplande tegenaanval. Door de gebrekkige communicatielijnen en de voortdurende aanvallen van de Luftwaffe duurde het tot 24 juni voor hij voldoende eenheden had verzameld
generaal pavlov
Op 22 juni 1941 ging de 2de Pantsergroep onder leiding van generaal Guderian in de aanval. Twee pantserdivisies staken ten noorden van Brest de Boeg over en twee andere pantserdivisies ten zuiden van de stad. Doordat de Duitse commando's de springladingen van de bruggen hadden verwijderd verliep de opmars snel. Reeds op de eerste dag werden twee Sovjetdivisies in de vestingstad omsingeld. Terwijl de Duitse 45ste infanteriedivisie Brest belegerde, rukten de tanks verder op. De voorhoede stootte op twee Sovjettankdivisies, die na een kort gevecht met zware verliezen aan Sovjetzijde werden teruggedreven naar Kobryn. De volgende dag ging de opmars verder. De Sovjets probeerden de opmars van de 2de Pantsergroep te stoppen, maar zowel de tegenaanval van het 14de Gemechaniseerde Korps bij Slonim als de tegenaanval van het 17de Gemechaniseerde Korps bij Baranovichi faalde
De Sovjetgeneraals waren niet opgewassen tegen de flexible oorlogsvoering van generaal Guderian. Als zijn voorhoede op Sovjeteenheden stuitte, dan liet hij het verkenningsbataljon halt houden terwijl ze voortdurend contact hielden met de vijand. Ondertussen zochten de andere pantserregimenten de flanken van de Sovjetverdediging en ze vielen de vijand in de flank of de rug aan. Het leek alsof de Duitse tanks overal opdoken. De Sovjetbevelhebbers panikeerden en hun organisatie stortte ineen. Een andere tactiek was dat het voorhoedebataljon na het eerste contact met de Sovjets zich terugtrok. De onervaren Sovjetofficieren dachten dat de Duitsers op de vlucht sloegen en ze zetten de achtervolging in. Hierbij geraakten de tanks en infanterie al spoedig van elkaar gescheiden. De Duitse anti-tankkannonen rekenden snel af met de overmoedige Sovjettanks en de Sovjetinfanterie was geen partij voor de Duitse machinegeweren. Bovendien werden hun colonnes voortdurend bestookt door de Luftwaffe
duitse anti tankkanon
Meer naar het noorden vielen het Duitse 7de Korps, 9de Korps en 43ste Korps aan. De grensverdediging stortte in elkaar en het 10de leger begon zich terug te trekken naar het oosten. Stavka gaf bevel om de verdedigingslinie langsheen de grens te herstellen en tegenaanvallen uit te voeren, maar zelfs als deze bevelen de eenheden aan het front bereikten, dan waren ze niet in staat om ze uit te voeren. In het zuiden trokken de restanten van het 4de leger zich terug naar het Hajnówkawoud.
De Slag om Białystok-Minsk was een onderdeel van operatie Barbarossa, de Duitse inval in de Sovjet-Unie. Op 22 juni 1941 brak de Duitse Wehrmacht in de centrale sector van het front door de grensverdediging, rukte op naar Minsk en omsingelde drie legers van het Rode Leger. Alle Sovjet-tegenaanvallen werden afgeslagen en Minsk viel in handen van de Duitse Wehrmacht, waarbij meer dan 290 duizend soldaten werden omsingeld ten oosten van de stad.
Met hun Blitzkrieg tactiek hadden de Duitsers het Rode Leger een zware nederlaag bezorgd. Na de slag om Białystok-Minsk leek het alsof de Russische veldtocht binnen enkele weken zou zijn afgelopen en dat Moskou spoedig in handen van de Duitsers zou vallen. De Sovjets herstelden zich sneller dan verwacht en er zou nog vier jaar een zware strijd woeden aan het
Met hun Blitzkrieg tactiek hadden de Duitsers het Rode Leger een zware nederlaag bezorgd. Na de slag om Białystok-Minsk leek het alsof de Russische veldtocht binnen enkele weken zou zijn afgelopen en dat Moskou spoedig in handen van de Duitsers zou vallen. De Sovjets herstelden zich sneller dan verwacht en er zou nog vier jaar een zware strijd woeden aan het
Hoewel tijdens de planningsfase van operatie Barbarossa de doelen van Legergroep Noord en Legergroep Zuid voortdurend werden aangepast, bleef het einddoel van Legergroep Centrum onveranderd. Na de vernietiging van het Sovjetleger ten westen van de Dvina-Dnjeprlijn moest maarschalk Von Bock oprukken langs de hoofdweg Brest-Moskou, de enige verharde tweebaansweg in het westelijk deel van de Sovjet-Unie. Het einddoel was de verovering van Moskou, het politieke hart van de Sovjet-Unie. Hitler geloofde dat na de verovering van Moskou het land vanzelf zou ineenstorten. Voor het bereiken van dit doel kreeg Legergroep Centrum twee van de vier Pantsergroepen en twee infanterielegers toegewezen. In totaal beschikte maarschalk Von Bock over 51 infanteriedivisies en 9 pantserdivisies. Als ondersteuning zette de Luftwaffe meer dan 1000 vliegtuigen in dit gedeelte van het front in.
Het Duitse plan was erg eenvoudig en gebaseerd op hun ervaringen in Polen en Frankrijk. De Luftwaffe moest de vijandelijke luchtmacht vernietigen en daarna de tanks luchtsteun geven. De 3de Pantsergroep moest vanuit Oost-Pruisen door de grensverdediging breken en oprukken naar Minsk. De 2de Pantsergroep moest ten zuiden van Brest de Boeg oversteken en daarna eveneens naar Minsk oprukken. De Sovjetlegers, die in deze tangbeweging zouden worden omsingeld, moesten worden vernietigd door het tragere infanteriedivisies van het 4de Leger en het 9de Leger. Daarna moesten de pantsergroepen zich hergroeperen en over de landbrug naar Smolensk trekken. Vanaf Smolensk zou de opmars vlot moeten verlopen, want op dat moment zouden de Sovjetlegers zijn vernietigd.
Het Duitse plan was erg eenvoudig en gebaseerd op hun ervaringen in Polen en Frankrijk. De Luftwaffe moest de vijandelijke luchtmacht vernietigen en daarna de tanks luchtsteun geven. De 3de Pantsergroep moest vanuit Oost-Pruisen door de grensverdediging breken en oprukken naar Minsk. De 2de Pantsergroep moest ten zuiden van Brest de Boeg oversteken en daarna eveneens naar Minsk oprukken. De Sovjetlegers, die in deze tangbeweging zouden worden omsingeld, moesten worden vernietigd door het tragere infanteriedivisies van het 4de Leger en het 9de Leger. Daarna moesten de pantsergroepen zich hergroeperen en over de landbrug naar Smolensk trekken. Vanaf Smolensk zou de opmars vlot moeten verlopen, want op dat moment zouden de Sovjetlegers zijn vernietigd.
De Duitse strategie was de eenvoud zelve. In een toepassing van de in mei 1940 min of meer bij toeval ontdekte tactiek van de Blitzkrieg zouden vier pantserlegers de Sovjettroepen omsingelen. Dit moest ten westen van de rivieren de Dvina en de Dnjepr gebeuren. Na de vernietiging van de ingesloten troepen in de eerste weken, was het verder een kwestie van snel oprukken om het overigens weerloze land te bezetten. Hitler zelf gaf na de uitschakeling van het Rode Leger de prioriteit aan een opmars op de flanken, waar de inneming van de wapenproductiecentra van Leningrad en Charkov het Rode Leger zou beroven van iedere mogelijkheid de oorlog voort te zetten. De generale staf gaf de voorkeur aan Moskou als hoofddoel: door het land zijn zenuwcentrum en centrale spoorwegknooppunt te ontnemen zouden de commandostructuur en bevoorrading worden lamgelegd. Maar men was in ieder geval toch van plan die zomer een lijn te bereiken die zou lopen van Archangelsk via Gorki tot Stalingrad. Voor die opmars had men een kleine vier maanden de tijd, want midden oktober zouden de dalende temperaturen het onverharde wegennet in onbegaanbare modderbanen veranderen; het water van de herfstregens zou niet meer verdampen.
spoorbrug over de Westelijke Dvina
rivier de dnjepr
de slag om smolensk was een onderdeel van operatie Barbarossa, de Duitse inval in de Sovjet-Unie. Na de succesvolle slag om Bialystok-Minsk vervolgde Legergroep Centrum zijn opmars in de richting van Moskou. Het Westelijk Front, onder leiding van maarschalk Semjon Timosjenko, kreeg de opdracht om de Duitse legers tegen te houden. Hiervoor kreeg het versterking van zes nieuwe legers van het pas opgerichte Reservefront. Na zware gevechten braken de Duitse tanks door de verdediging. Een gedeelte van het Westelijke Front werd omsingeld ten oosten van Smolensk. Na een hevige strijd vernietigde Legergroep Centrum deze omsingelde legers. Alle tegenaanvallen werden afgeslagen en meer dan 300 000 soldaten gaven zich over. Op 3 augustus 1941 gaven de laatste Sovjets zich over. Hoewel de Slag bij Smolensk duidelijk een Duitse overwinning was, had de Wehrmacht meer verliezen geleden dan verwacht. Ook hadden de Sovjets voor het eerst sinds het begin van operatie Barbarossa een poging gedaan om een gecoördineerde tegenaanval op te zetten op verschillende plaatsen langs het front. Tijdens de gevechten om Smolensk begon het Duitse opperbevel te beseffen dat de veldtocht langer zou duren dan enkele weken. Begin augustus 1941 stonden de Duitsers nog steeds op 400 kilometer van Moskou.
Gedurende augustus 1941 zetten de Sovjets met verschillende tegenaanvallen het front onder druk, maar nergens wisten ze meer dan een lokale overwinning te behalen. Adolf Hitler gaf maarschalk von Bock het bevel om de opmars naar Moskou te staken en de aanval van Legergroep Noord en Legergroep Zuid te ondersteunen. Dit bevel zou leiden tot de Slag om Kiev
Gedurende augustus 1941 zetten de Sovjets met verschillende tegenaanvallen het front onder druk, maar nergens wisten ze meer dan een lokale overwinning te behalen. Adolf Hitler gaf maarschalk von Bock het bevel om de opmars naar Moskou te staken en de aanval van Legergroep Noord en Legergroep Zuid te ondersteunen. Dit bevel zou leiden tot de Slag om Kiev
Na de overwinning bij Bialystok-Minsk waren de vier legers van Legergroep Centrum verspreid geraakt. Terwijl de beide infanterielegers, het 4de leger en het 9de leger, de omsingelde sovjetlegers vernietigden, richten de beide pantserlegers hun aandacht terug naar het oosten. Hun bevelhebbers, generaal Guderian en generaal Hoth, wilden het Rode leger geen kans geven om zich te herstellen. Ze drongen aan op een hervatting van de opmars naar Moskou. Elke dag uitstel verhoogde de kans dat de Sovjets hun verdediging terug konden opbouwen. De Duitse gemotoriseerde eenheden waren echter ver voor hun infanteriedivisies opgerukt waardoor het moeilijk was om de omsingelde troepen opgesloten te houden. Ook waren de Duitse bevoorradingslinies erg zwaar belast. Brandstof, munitie en reserve-onderdelen bereikten niet of nauwelijks de frontlijneenheden.
De vernietiging van de pocket Bialystok-Minsk kostte veel meer tijd dan maarschalk Von Bock had verwacht, want de omsingelde Sovjetsoldaten bleven doorvechten. Grote groepen Sovjets probeerden door de omsingeling naar het oosten uit te breken en andere groepen verdwenen in de bossen en moerassen, waar ze het begin van de partizanenbrigades zouden vormden. Deze groepen waren eerder een uitzondering, want uiteindelijk gaven 290 000 soldaten zich over.
Het Duitse plan was eenvoudig en eigenlijk een herhaling van de eerdere opmars naar Minsk. Pantsergroep 3, gesteund door het 9de leger, moest ten noorden van de as Minsk-Smolensk oprukken. Dit gebied bestond echter uit moerasland en bossen. Het was niet geschikt voor de snelle Duitse troepen. De belangrijkste aanval zou daarom in het zuiden plaatsvinden. Pantsergroep 2, gesteund door het 4de leger, moest de Berezina oversteken en daarna bruggenhoofden over de Dnjepr veroveren. Vanuit deze bruggenhoofden moesten ze naar het noorden aanvallen, Smolensk veroveren en contact maken met Pantsergroep 3. Door deze aanval zou het centrum van het Westelijk Front worden omsingeld.
De vernietiging van de pocket Bialystok-Minsk kostte veel meer tijd dan maarschalk Von Bock had verwacht, want de omsingelde Sovjetsoldaten bleven doorvechten. Grote groepen Sovjets probeerden door de omsingeling naar het oosten uit te breken en andere groepen verdwenen in de bossen en moerassen, waar ze het begin van de partizanenbrigades zouden vormden. Deze groepen waren eerder een uitzondering, want uiteindelijk gaven 290 000 soldaten zich over.
Het Duitse plan was eenvoudig en eigenlijk een herhaling van de eerdere opmars naar Minsk. Pantsergroep 3, gesteund door het 9de leger, moest ten noorden van de as Minsk-Smolensk oprukken. Dit gebied bestond echter uit moerasland en bossen. Het was niet geschikt voor de snelle Duitse troepen. De belangrijkste aanval zou daarom in het zuiden plaatsvinden. Pantsergroep 2, gesteund door het 4de leger, moest de Berezina oversteken en daarna bruggenhoofden over de Dnjepr veroveren. Vanuit deze bruggenhoofden moesten ze naar het noorden aanvallen, Smolensk veroveren en contact maken met Pantsergroep 3. Door deze aanval zou het centrum van het Westelijk Front worden omsingeld.
Het gedeelte van de grens waar Legergroep Centrum zou aanvallen, vormde een grote uitstulping naar het westen. Deze sector werd verdedigd door drie legers van het Westelijk front, onder leiding van generaal Pavlov. De opstelling van het Rode Leger was in overeenstemming met de Sovjet-doctrine om de volledige grens te verdedigen. Bovendien wilde Stalin het pas veroverde deel van Polen niet opgeven. Deze combinatie van tactiek en politiek zorgde ervoor dat de Sovjetverdediging niet in de diepte was uitgebouwd.
Stalin verwachtte dat er pas in 1942 een oorlog met nazi-Duitsland zou uitbreken. Hij veronderstelde dat de situatie langzaam zou escaleren en dat de Sovjet-Unie voldoende tijd zou hebben om troepen te mobiliseren en posities in te nemen. Daarna zou hij een aanval op het door Duitsland bezette gedeelte van Polen inzetten. In opdracht van Stalin had generaal Zjoekov hiervoor op 15 mei 1941 een algemeen order opgesteld.
In overeenstemming met dit order had generaal Pavlov zijn troepen opgesteld. De infanteriedivisies bevonden zich tegen de grens. In de meeste gevallen bestond de verdedigingslinie enkel uit een dunne linie prikkeldraad en enkele loopgraven. Er waren nog geen bunkers en antitankgrachten aangelegd. De gemechaniseerde eenheden bevonden zich dieper in het binnenland. Bovendien waren de tanks en de rest van de voertuigen op afzonderlijke plaatsen gelegerd. Volgens zijn planning had generaal Pavlov minstens één dag nodig om zijn tanks te verzamelen en daarna zou het nog een dag vergen vooraleer ze de infanteriedivisies zouden bereiken. Stavka ging ervan uit dat de situatie slechts langzaam zou escaleren.
Ten noorden van de Memel lag het 3de leger en in het zuiden lag het 4de leger achter de Westelijke Boeg en rond de vestingstad Brest-Litovsk. De sterkste eenheid, het 10de leger, bevond zich in het westen van de uitstulping rond Białystok. Het 13de leger bevond zich als reserve bij Minsk.
Stalin verwachtte dat er pas in 1942 een oorlog met nazi-Duitsland zou uitbreken. Hij veronderstelde dat de situatie langzaam zou escaleren en dat de Sovjet-Unie voldoende tijd zou hebben om troepen te mobiliseren en posities in te nemen. Daarna zou hij een aanval op het door Duitsland bezette gedeelte van Polen inzetten. In opdracht van Stalin had generaal Zjoekov hiervoor op 15 mei 1941 een algemeen order opgesteld.
In overeenstemming met dit order had generaal Pavlov zijn troepen opgesteld. De infanteriedivisies bevonden zich tegen de grens. In de meeste gevallen bestond de verdedigingslinie enkel uit een dunne linie prikkeldraad en enkele loopgraven. Er waren nog geen bunkers en antitankgrachten aangelegd. De gemechaniseerde eenheden bevonden zich dieper in het binnenland. Bovendien waren de tanks en de rest van de voertuigen op afzonderlijke plaatsen gelegerd. Volgens zijn planning had generaal Pavlov minstens één dag nodig om zijn tanks te verzamelen en daarna zou het nog een dag vergen vooraleer ze de infanteriedivisies zouden bereiken. Stavka ging ervan uit dat de situatie slechts langzaam zou escaleren.
Ten noorden van de Memel lag het 3de leger en in het zuiden lag het 4de leger achter de Westelijke Boeg en rond de vestingstad Brest-Litovsk. De sterkste eenheid, het 10de leger, bevond zich in het westen van de uitstulping rond Białystok. Het 13de leger bevond zich als reserve bij Minsk.