De Tweede Wereldoorlog in Azië, soms ook Pacifische Oorlog (van het Engelse Pacific War) genoemd, werd uitgevochten in Oost-Azië en de Grote Oceaan en ging voornamelijk om de strijd tussen enerzijds het Japanse Keizerrijk en anderzijds een coalitie van geallieerden, waarvan de belangrijkste de Verenigde Staten, China en (vanaf augustus 1945) de Sovjet-Unie waren. Japan was sinds haar openstelling tot de wereld in de 19e eeuw een sterk geïndustrialiseerd land geworden, geregeerd door het leger en een keizer die als godheid werd beschouwd. Toch veranderde in de loop der jaren de instelling van de Japanners: eerst wilden ze alleen kleine uitbreidingen om hun grondgebied zo van overbevolking te redden, maar later wilden ze nog veel meer: een eigen rijk in Azië.
Datum: 7 december 1941 - 2 september 1945
Locatie: Azië, Grote Oceaan
Resultaat: Geallieerde overwinning
Casus belli Japanse expansie
Strijdende partijen
Datum: 7 december 1941 - 2 september 1945
Locatie: Azië, Grote Oceaan
Resultaat: Geallieerde overwinning
Casus belli Japanse expansie
Strijdende partijen
Geallieerden
Vanaf 1937: Republiek China Chinese communisten Vanaf 1941: Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten Nederland Australië Nieuw-Zeeland Canada Vrije Fransen Vanaf 1942: Mexico Vanaf 1945 (en in 1938 en 1939): Sovjet-Unie Mongolië |
Asmogendheden
Vanaf 1937: Japanse Keizerrijk Mantsjoekwo Mengjiang Vanaf 1940: Japans-China Vanaf 1942: Thailand |
Japan was sinds haar openstelling tot de wereld in de 19e eeuw een sterk geïndustrialiseerd land geworden, geregeerd door het leger en een keizer die als godheid werd beschouwd. Het land had echter te kampen met een belangrijk probleem: het had een groot bevolkingsoverschot en weinig ruwe grondstoffen voor haar industrie. Daarom waren de Japanners zichzelf steeds meer gaan richten op het imperialisme, de verovering van nieuw grondgebied voor Japan in Azië.
Toch veranderde in de loop der jaren de instelling van de Japanners: eerst wilden ze alleen kleine uitbreidingen om hun grondgebied zo van overbevolking te redden, maar later wilden ze nog veel meer: een eigen rijk in Azië. Ze wilden de onderdrukkers (de koloniale mogendheden) verwijderen uit Azië, en daar een eigen gezag voor in de plaats stellen, en ook wilden ze controle over China....De eerste stappen werden reeds in de 19de eeuw gezet toen het Japanse leger de eilanden ten zuiden van het eigenlijke vasteland bezetten, waaronder Okinawa
In de Eerste Chinees-Japanse Oorlog (1894-1895) werden Formosa (Taiwan) en Korea van China afgenomen en bij Japan geannexeerd, en in de Russisch-Japanse Oorlog (1904-1905) verloren de Russen hun marinebasis in Port Arthur aan de Japanners, die zo eigenlijk de controle kregen over de Gele Zee. In de Eerste Wereldoorlog veroverden de Japanners een groot deel van het Duitse koloniale rijk in Azië, waaronder de Marianen, Marshalleilanden en de Gilberteilanden. Bij de Vrede van Versailles kreeg Japan alle veroverde eilanden ten noorden van de evenaar....In de periode na de Eerste Wereldoorlog probeerden de VS, Nederland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Australië en Nieuw-Zeeland gezamenlijk de groeiende invloed en expansie van Japan tegen te gaan. Japan, dat in de jaren 1930 onder een steeds groter wordende invloed van ultra-nationalistische, expansionistische militairen kwam, oriënteerde zich hierdoor steeds meer op de asmogendheden
Mantsjoerije was sinds de Eerste Chinees-Japanse oorlog een zelfstandige staat, los van China, en diende als bufferstaat tussen Japan en China. Op 18 september 1931 werd ten noorden van de stad Shenyang een spoorlijn opgeblazen die eigendom was van een onderdeel van de Japanse overheid. Japan gaf Chinese nationalisten de schuld, viel Mantsjoerije binnen en vestigde er in 1932 een Japanse vazalstaat, Mantsjoekwo. De ex-Chinese keizer Xuantong (Pu Yi) werd benoemd tot staatshoofd, hoewel hij weinig macht had; de Japanners maakten in feite de dienst uit.In 1937 viel Japan vervolgens China zelf binnen. Japanse troepen bezetten de provincie Jehol ten zuiden van Mantsjoerije. China wilde niet wijken en nog meer grondgebied aan Japan afstaan, en Japan wilde alleen maar meer Chinees grondgebied veroveren. Jehol werd als administratieve eenheid bij Mandsjoekwo gevoegd, en weldra vielen Shanghai en Peking ook in Japanse handen. De Japanners veroverden een groot deel van het oosten van China. Na de inname van de Chinese hoofdstad Nanking volgde het Bloedbad van Nanking, waarbij honderdduizenden inwoners werden vermoord
Door deze invasie stelde de VS samen met Nederlands-Indië een olieboycot in tegen Japan, dat in hun ogen een agressor was. Japan kwam hierdoor in een economisch moeilijke situatie terecht: zonder de olievoorraden die jaarlijks uit de VS en Nederlands-Indië kwamen zou Japan nog maar voor achttien maanden olie hebben, en als die voorbij waren zou Japan volledig lam worden gelegd. De Amerikanen stelden daarnaast ook een handelsboycot in op sloopijzer, staal en vliegtuigbrandstof. Deze beperkingen sneden Japan af van de grondstoffen die ze nodig hadden. De Japanse keizer Hirohito wilde daarom de geallieerden via een machtig offensief uit de Grote Oceaan verdrijven en een groot Japans-Aziatisch rijk opzetten.
In 1938 brak een grensconflict uit om Mantsjoekwo tussen Japan en de Sovjet-Unie, met als belangrijkste veldslagen de Slag om het Chasanmeer (1938) en de slag bij Halhin Gol, die beiden werden gewonnen door de Sovjet-Unie. Dit conflict eindigde met een niet-aanvalsverdrag in 1941 en de weerwil van Japan om nog langer haar oog op Siberië en de Oeral te richten, waardoor Jozef Stalin al zijn Siberische legers tegen de daaropvolgende Duitse invasie kon mobiliseren.
In 1938 brak een grensconflict uit om Mantsjoekwo tussen Japan en de Sovjet-Unie, met als belangrijkste veldslagen de Slag om het Chasanmeer (1938) en de slag bij Halhin Gol, die beiden werden gewonnen door de Sovjet-Unie. Dit conflict eindigde met een niet-aanvalsverdrag in 1941 en de weerwil van Japan om nog langer haar oog op Siberië en de Oeral te richten, waardoor Jozef Stalin al zijn Siberische legers tegen de daaropvolgende Duitse invasie kon mobiliseren.
geboren 29 april 1901, tokio
overleden 7 januari 1989 chiyoda tokio
overleden 7 januari 1989 chiyoda tokio
Op 27 september 1940 tekende Japan het Driemogendhedenpact met de asmogendheden Duitsland en Italië. Hierin beloofden de landen elkaar militaire steun in het geval dat een van hen zou worden aangevallen.
Om de machtige marine van hun belangrijkste tegenstander, de Amerikanen, uit te schakelen, was het hoofddoel van de Japanners om de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaï aan te vallen. Hier lag de gehele Amerikaanse vloot in de Grote Oceaan voor anker, dicht op elkaar en dus een ideaal doelwit.
Japan zond zijn zeven vliegdekschepen samen met twee vlooteskaders naar Pearl Harbor, via het noordwesten. Zonder officiële oorlogsverklaring volgde de verrassingsaanval op 7 december 1941. Hierbij werden meer dan 200 Amerikaanse vliegtuigen vernietigd, vele kruisers gezonken of ernstig beschadigd en ruim 2400 Amerikanen gedood, tegenover een verlies van 29 vliegtuigen en 5 onderzeeërs aan Japanse zijde. De meeste Amerikaanse schepen werden echter niet tot zinken gebracht maar alleen ernstige schade toegebracht, en vele voeren enkele maanden later gewoon weer en deden zelfs mee met de slag om Midway
Om de machtige marine van hun belangrijkste tegenstander, de Amerikanen, uit te schakelen, was het hoofddoel van de Japanners om de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaï aan te vallen. Hier lag de gehele Amerikaanse vloot in de Grote Oceaan voor anker, dicht op elkaar en dus een ideaal doelwit.
Japan zond zijn zeven vliegdekschepen samen met twee vlooteskaders naar Pearl Harbor, via het noordwesten. Zonder officiële oorlogsverklaring volgde de verrassingsaanval op 7 december 1941. Hierbij werden meer dan 200 Amerikaanse vliegtuigen vernietigd, vele kruisers gezonken of ernstig beschadigd en ruim 2400 Amerikanen gedood, tegenover een verlies van 29 vliegtuigen en 5 onderzeeërs aan Japanse zijde. De meeste Amerikaanse schepen werden echter niet tot zinken gebracht maar alleen ernstige schade toegebracht, en vele voeren enkele maanden later gewoon weer en deden zelfs mee met de slag om Midway
De aanval op Pearl Harbor was een verrassingsaanval door de Japanse Keizerlijke Marine onder leiding van admiraal Isoroku Yamamoto op de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor in Hawaï, op zondagochtend 7 december 1941. De aanval was bedoeld om het grootste deel van de vloot van de Verenigde Staten te vernietigen, zodat Japan vrij spel zou hebben in de Pacifische Oceaan.
Hierbij kwamen 2.402 Amerikanen om het leven en vielen er 1.282 gewonden. De verliezen aan de Japanse kant waren veel kleiner, 65 militairen kwamen om of werden verwond. Een Japanse matroos werd gevangengenomen.
De aanval kwam als een grote schok voor het Amerikaanse volk en leidde rechtstreeks tot de Amerikaanse betrokkenheid in de Tweede Wereldoorlog, zowel in de Stille Oceaan als in Europa. De volgende dag verklaarden de Verenigde Staten de oorlog aan Japan.
Hierbij kwamen 2.402 Amerikanen om het leven en vielen er 1.282 gewonden. De verliezen aan de Japanse kant waren veel kleiner, 65 militairen kwamen om of werden verwond. Een Japanse matroos werd gevangengenomen.
De aanval kwam als een grote schok voor het Amerikaanse volk en leidde rechtstreeks tot de Amerikaanse betrokkenheid in de Tweede Wereldoorlog, zowel in de Stille Oceaan als in Europa. De volgende dag verklaarden de Verenigde Staten de oorlog aan Japan.
Niemand bij de Japanse marine kende Pearl Harbor beter dan Yamamoto. In zijn hut op zijn vlaggenschip Nagato hing een kaart van de basis waarop hij allerlei aantekeningen had gemaakt. Omdat alles op de basis met een vaste regelmaat verliep, kon hij weten wanneer hij daar de grootste scheepsconcentratie kon aantreffen. De luchtafweer was onvoldoende en hij geloofde dat een luchtaanval een grote kans van slagen had. Hij liet zich inspireren door admiraal Heihachiro Togo en noemde zijn plan naar diens Z-signaal tijdens de slag bij Tsushima (1905).
Daarbij wist hij dat vierentwintig Britse vliegtuigen op 11 november 1940 bij een aanval op de Italiaanse vloot in Tarente drie slagschepen tot zinken brachten met een verlies van slechts drie toestellen. Ook de Amerikanen onderkenden het belang van deze aanval, maar admiraal Kimmel weigerde anti-torpedonetten te installeren omdat die de bewegingsvrijheid van zijn schepen zouden hinderen.
Daarbij wist hij dat vierentwintig Britse vliegtuigen op 11 november 1940 bij een aanval op de Italiaanse vloot in Tarente drie slagschepen tot zinken brachten met een verlies van slechts drie toestellen. Ook de Amerikanen onderkenden het belang van deze aanval, maar admiraal Kimmel weigerde anti-torpedonetten te installeren omdat die de bewegingsvrijheid van zijn schepen zouden hinderen.

Yamamoto gaf er de voorkeur aan om eerst en vooral de slagschepen buiten gevecht te stellen omdat hij dacht dat dit een harde klap voor de Amerikanen zou betekenen. Toen hij zijn plan om Pearl Harbor aan te vallen met behulp van vliegtuigen die zouden opstijgen vanaf vliegdekschepen voorlegde aan kapitein Minoru Genda, een specialist in luchtaanvallen, kreeg hij de raad om de Amerikaanse vliegdekschepen aan te pakken omdat die de grootste bedreiging vormden voor de Japanse Keizerlijke Marine.
Japan beschikte over twee van 's werelds grootste vliegdekschepen: de Akagi (36.500 ton) die 91 vliegtuigen kon meevoeren (groter dan de Amerikaanse Lexington en Saratoga) en de 38.200 ton metende Kaga. Samen met de Hiryu, Soryu, Zuikaku en Shokaku telde de Japanse Keizerlijke Marine zes vliegdekschepen. Genda wilde ze alle zes bij de aanval inzetten (441 vliegtuigen in totaal) samen met een vooruitgeschoven strijdmacht van duikboten. Men gaf de voorkeur aan torpedo's, omdat deze krachtiger en nauwkeuriger zijn dan bommen.
Alhoewel Yamamoto zelf het bevel bij de aanval wilde voeren, ging dit niet omdat hij te veel andere verantwoordelijkheden had. De keus viel op schout-bij-nacht Chuichi Nagumo. Hij was geen expert op het gebied van vliegtuigen, maar werd omwille van zijn anciënniteit aangesteld. Hij was ontsteld bij het horen van de verantwoordelijkheid van zijn taak, maar troostte zich met de gedachte dat de aanval misschien niet door zou gaan. Japan was immers nog niet in oorlog met de VS. Bovendien moest het plan nog worden goedgekeurd door het Japans opperbevel
Japan beschikte over twee van 's werelds grootste vliegdekschepen: de Akagi (36.500 ton) die 91 vliegtuigen kon meevoeren (groter dan de Amerikaanse Lexington en Saratoga) en de 38.200 ton metende Kaga. Samen met de Hiryu, Soryu, Zuikaku en Shokaku telde de Japanse Keizerlijke Marine zes vliegdekschepen. Genda wilde ze alle zes bij de aanval inzetten (441 vliegtuigen in totaal) samen met een vooruitgeschoven strijdmacht van duikboten. Men gaf de voorkeur aan torpedo's, omdat deze krachtiger en nauwkeuriger zijn dan bommen.
Alhoewel Yamamoto zelf het bevel bij de aanval wilde voeren, ging dit niet omdat hij te veel andere verantwoordelijkheden had. De keus viel op schout-bij-nacht Chuichi Nagumo. Hij was geen expert op het gebied van vliegtuigen, maar werd omwille van zijn anciënniteit aangesteld. Hij was ontsteld bij het horen van de verantwoordelijkheid van zijn taak, maar troostte zich met de gedachte dat de aanval misschien niet door zou gaan. Japan was immers nog niet in oorlog met de VS. Bovendien moest het plan nog worden goedgekeurd door het Japans opperbevel
Chuichi Nagumo
Keizer Hirohito werd door zijn ministers en generaals in het ongewisse gelaten over hun concrete plannen om de Amerikaanse basis in Pearl Harbor uit te schakelen. Op 5 september 1941 stond de keizer prins Konoe audiëntie toe, waarin hij met afgrijzen vernam dat de voorbereidingen voor een oorlog voorrang kregen boven diplomatie. Hierop liet hij ogenblikkelijk enige hooggeplaatste officieren, generaal Sugiyama en admiraal Nagano, ontbieden om duidelijkheid te verschaffen. Zij verzekerden hem dat een diplomatieke oplossing nog steeds hun voorkeur had. De volgende dag, tijdens de Keizerlijke Conferentie, kwam de kwestie nogmaals ter sprake. Op de vraag of de voorbereidingen tot een oorlog de voorkeur kregen boven diplomatie, hielden Sugiyama en Nagano hun mond en lieten anderen het woord doen.
Ondanks de beslissing plan Z toch uit te voeren onderhandelde Japan nog steeds met Amerika om zo te proberen geen argwaan te wekken. Op 10 november werd dan ook een onderhandelingsvoorstel naar Cordell Hull gestuurd, op dat moment de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken. De Amerikanen negeerden dit voorstel echter en daarom werd tien dagen later door Saber Kurusu, de Japanse onderhandelaar een nieuw voorstel gedaan. Ook werd de uiterste datum die op 25 november gepland was, verschoven naar 29 november.
Wegens de dreigende situatie deed de Amerikaanse minister van Defensie opnieuw een opvallende uitspraak: The question is how we should manoeuvre them into the position of firing the first shot, without too much danger and damage to ourselves. (De vraag is, hoe we ze in de positie moeten manoeuvreren om het eerste schot te lossen, zonder dat wij te veel schade oplopen.) Hieruit blijkt weer dat Amerika zich terdege bewust was van de dreiging en tevens oorlog wilde, zonder 'schuldig' te zijn.
Wegens de dreigende situatie deed de Amerikaanse minister van Defensie opnieuw een opvallende uitspraak: The question is how we should manoeuvre them into the position of firing the first shot, without too much danger and damage to ourselves. (De vraag is, hoe we ze in de positie moeten manoeuvreren om het eerste schot te lossen, zonder dat wij te veel schade oplopen.) Hieruit blijkt weer dat Amerika zich terdege bewust was van de dreiging en tevens oorlog wilde, zonder 'schuldig' te zijn.
Op 6 december ontcijferde een Amerikaanse telegrafist enkele Japanse boodschappen die al enkele dagen geleden waren onderschept. De ontcijfering maakte hem duidelijk dat er opnieuw aanwijzingen voor oorlog waren, maar zijn chef wilde er niets van weten. Integendeel: hij eiste dat de telegrafist deze boodschap zou laten rusten. In plaats van zich gereed te maken voor een ophanden zijnde oorlog werd nu juist nagedacht over het idee om Engeland te steunen als het zou worden aangevallen door Duitsland.Op 6 december ontving Hirohito, de toenmalige keizer van Japan, een bericht van de Japans-Pacifische vloot. Dit bericht werd vlug beantwoord. Op 7 december, om 10:32 en 12 seconden 's ochtends plaatselijke tijd las Franklin D. Roosevelt dat Japan niet de oorlog aan Amerika verklaarde, maar wel tot de conclusie was gekomen dat verder onderhandelen met Amerika geen zin meer had.
Een uur na dit bericht las de president een (onderschept) bericht waarin stond dat om 13:00 een officiële oorlogsverklaring aan Amerika moest worden overhandigd. Echter, details over de plaats en tijd van een aanval door Japanse strijdkrachten werden hier niet in vermeld. Als reactie hierop gaf Marshall opdracht aan de Pacifische vloot om extra alert te zijn.
Tegen diezelfde tijd merkte men een mysterieuze Japanse onderzeeër op die probeerde om Pearl Harbor binnen te komen. Sommige mensen waren van mening dat deze onderzeeër was 'verdwaald', maar een logischer verklaring lijkt dat hij op zoek was naar de zwakke plekken binnen de Amerikaanse vloot en nog meer om uit te vinden of deze überhaupt wel was voorbereid op een oorlog. Hoe het ook zij, rond 12:00 werd deze onderzeeër door een torpedojager beschoten en tot zinken gebracht. De officieren op Pearl Harbor waren niet echt bevreesd voor deze vreemde duikboot. Ze berichtten het voorval erg laat aan het hoofdkantoor.
Tegen diezelfde tijd merkte men een mysterieuze Japanse onderzeeër op die probeerde om Pearl Harbor binnen te komen. Sommige mensen waren van mening dat deze onderzeeër was 'verdwaald', maar een logischer verklaring lijkt dat hij op zoek was naar de zwakke plekken binnen de Amerikaanse vloot en nog meer om uit te vinden of deze überhaupt wel was voorbereid op een oorlog. Hoe het ook zij, rond 12:00 werd deze onderzeeër door een torpedojager beschoten en tot zinken gebracht. De officieren op Pearl Harbor waren niet echt bevreesd voor deze vreemde duikboot. Ze berichtten het voorval erg laat aan het hoofdkantoor.
Om 12:02 werd de eerste aanvalsgolf van Japanse vliegtuigen opgemerkt door een Amerikaans radarstation. Dit waren de vliegtuigen die om 11:00 waren opgestegen vanaf de Japanse vliegdekschepen. Om 12:20 merkte een andere radar opnieuw deze golf vliegtuigen op, nu dichter bij de haven. De dienstdoende officier echter, legde dit angstwekkende beeld naast zich neer en waarschuwde niemand, waarschijnlijk omdat er op die dag een aantal B-17's uit de VS gepland stond om te arriveren. Pas om 12:25 werd Kimmel bericht over het eerdere voorval met de onderzeeër, maar nog altijd werd er geen actie ondernomen. Alle schepen lagen in de haven voor anker en vormden zo een uitermate kwetsbaar doelwit voor de naderende vliegtuigen
Om 12:49 ontvingen de Japanse piloten officieel toestemming voor de aanval; hierop viel de eerste Japanse aanvalsgolf om 12:55 Pearl Harbor daadwerkelijk aan vanuit het noordwesten. De tweede golf volgde ruim een uur later, om 14:00. Zij vielen de haven aan vanuit het noordoosten.
Om 14:45 waren er van de 96 schepen in de haven 18 gezonken of zwaar beschadigd. Ook 188 van de 394 vliegtuigen waren vernietigd en 159 andere beschadigd. In totaal vonden 2402 militairen de dood als gevolg van deze aanval. Er vielen 1178 gewonden. Het hoge aantal doden werd voornamelijk veroorzaakt door het zinken van het slagschip de USS Arizona. Bij de ondergang van dit schip vonden namelijk 1177 mensen de dood.
Om 14:45 waren er van de 96 schepen in de haven 18 gezonken of zwaar beschadigd. Ook 188 van de 394 vliegtuigen waren vernietigd en 159 andere beschadigd. In totaal vonden 2402 militairen de dood als gevolg van deze aanval. Er vielen 1178 gewonden. Het hoge aantal doden werd voornamelijk veroorzaakt door het zinken van het slagschip de USS Arizona. Bij de ondergang van dit schip vonden namelijk 1177 mensen de dood.
Het feit dat Japan en Amerika nu in oorlog waren was ook voor Hitler reden om op de vierde dag na de aanval de oorlog aan de Amerikanen te verklaren. Voor de tweede maal waren de Verenigde Staten aldus betrokken geraakt bij een Europese oorlog (de eerste keer was de Eerste Wereldoorlog), terwijl ze dit van tevoren probeerden te vermijden
Reeds op dezelfde dag als de aanval op Pearl Harbor werd Hongkong aan de Chinese kust aangevallen. Hongkong was een Britse kroonkolonie en een uitstekende marinehaven voor aanvallen op de Japanse posities rond Formosa en in China. De Japanse bezetting van Kanton en Hainan had Hongkong al eerder ingesloten. Eind november 1941 voegden zich 3000 Canadezen bij het Britse garnizoen van Hongkong dat op dat moment ongeveer 12.000 man telden. Hetzelfde uur als de aanval op Pearl Harbor begon, vielen Japanse duikbommenwerpers ook Hongkong aan met een vernietigend verrassingsbombardement. Hierna was er nog maar voor een dag vers drinkwater, en Hongkong was een gemakkelijke prooi geworden voor het Japanse leger. De Japanse infanterie overviel de citadel in de wijk Kowloon, de wijk op het vasteland. Op 18 december moesten de Britten deze wijk aan de Japanners prijsgeven. Na enkele uren al hadden de Japanners het kanaal overgestoken en landden ze op Hongkong island. Het bruggenhoofd werd snel uitgebreid en tegelijkertijd werden de Britse linies geïnfiltreerd door een vijfde colonne. Op de eerste kerstdag gaf het garnizoen zich na hardnekkige tegenstand over aan de Japanners.
In reactie op de aanval voerden de Amerikanen een rechtstreekse bomaanval op Tokio uit, de Doolittle raid. Deze aanval veroorzaakte niet veel grote schade maar was wel een lichtpuntje die het moreel van de geallieerden na de vele verliezen een beetje kon oppeppen
Lt. General James Doolittle
De Doolittle Raid op 18 april 1942 was de eerste Amerikaanse luchtaanval op Tokio tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De aanval toonde aan dat Japan zelf kwetsbaar was voor geallieerde luchtaanvallen en bood een gelegenheid voor een Amerikaanse vergelding voor de Japanse aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941. De aanval werd gepland en geleid door luitenant-kolonel James "Jimmy" Doolittle. Doolittle schreef later in zijn autobiografie dat de aanval bedoeld was om de Japanners te laten twijfelen aan hun superioriteit en het Amerikaanse moraal op te krikken:
"Men had over de Japanners gezegd dat ze onkwetsbaar waren. Een aanval op het Japanse moederland zou verwarring zaaien in de geesten van de Japanse bevolking en hen doen twijfelen over de betrouwbaarheid van hun leiders. Er was een tweede, minstens even belangrijke, psychologische reden voor deze aanval... de Amerikanen hadden dringend een moreel zetje nodig."
Zestien B-25B Mitchell-bommenwerpers stegen op vanaf het vliegdekschip USS Hornet, die tot 1000 kilometer van de Japanse kust was gevaren. Het plan was om militaire doelwitten in Japan te bombarderen en te landen in China. Één B-25 bommenwerper landde op Russisch grondgebied en de bemanning werd meer dan een jaar in de Sovjet-Unie geïnterneerd.
Alle 16 vliegtuigen gingen verloren bij hun landing en 11 bemanningsleden werden vermoord of gevangengenomen. De bemanning van 14 vliegtuigen keerde heelhuids terug naar de Verenigde Staten of naar geallieerd gebied
De aanval toonde aan dat Japan zelf kwetsbaar was voor geallieerde luchtaanvallen en bood een gelegenheid voor een Amerikaanse vergelding voor de Japanse aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941. De aanval werd gepland en geleid door luitenant-kolonel James "Jimmy" Doolittle. Doolittle schreef later in zijn autobiografie dat de aanval bedoeld was om de Japanners te laten twijfelen aan hun superioriteit en het Amerikaanse moraal op te krikken:
"Men had over de Japanners gezegd dat ze onkwetsbaar waren. Een aanval op het Japanse moederland zou verwarring zaaien in de geesten van de Japanse bevolking en hen doen twijfelen over de betrouwbaarheid van hun leiders. Er was een tweede, minstens even belangrijke, psychologische reden voor deze aanval... de Amerikanen hadden dringend een moreel zetje nodig."
Zestien B-25B Mitchell-bommenwerpers stegen op vanaf het vliegdekschip USS Hornet, die tot 1000 kilometer van de Japanse kust was gevaren. Het plan was om militaire doelwitten in Japan te bombarderen en te landen in China. Één B-25 bommenwerper landde op Russisch grondgebied en de bemanning werd meer dan een jaar in de Sovjet-Unie geïnterneerd.
Alle 16 vliegtuigen gingen verloren bij hun landing en 11 bemanningsleden werden vermoord of gevangengenomen. De bemanning van 14 vliegtuigen keerde heelhuids terug naar de Verenigde Staten of naar geallieerd gebied
De Filipijnen, een Amerikaans territorium, werden in december 1941 aangevallen door de Japanners. De eilandengroep werd door een reeks amfibische aanvallen tot overgave gedwongen. Manilla werd tot open stad verklaard, en zonder enige tegenstand trokken Japanse legereenheden de Filipijnse hoofdstad binnen. 80.000 Amerikaanse troepen wisten zich terug te trekken op het sterke fort Bataan en hielden stand. De Amerikaanse bevelhebber Douglas MacArthur werd op 11 maart 1942 geëvacueerd naar Darwin in Australië. Kort daarna, op 8 mei, gaf de nieuwe bevelhebber Generaal Jonathan Wainwright zich over aan de Japanners: 130.000 geallieerde troepen werden krijgsgevangenen gemaakt en de Filipijnen werden een deel van het Japanse keizerrijk

douglas macarthur
geboren
26 januari 1880 geboren
5 april 1964 gestorven
De slag om de Filipijnen betrof de invasie van de Filipijnen door Japan in 1941 - 1942 en de verdediging van de eilanden door de Filipino en Amerikaanse strijdkrachten. Hoewel het resulteerde in een Japanse overwinning, werden de overwinnaars wel vertraagd door de doortastendheid van de verdedigers in andere gebieden, alsmede droeg het bij aan de geallieerde tegenaanvallen in het zuidwesten van de Grote Oceaan, vanaf het eind van 1942

In december 1941, behoorden de gecombineerde verdedigende krachten in de Filipijnen bij het Filipijnse Leger, onder bevel van Generaal Douglas MacArthur, die als Chef van de Staf van de VS was gepensioneerd in 1937, en het bevel over het Filipijnse Leger accepteerde. MacArthur’s taak, gegeven door de regering van de Filipijnen, bestond voornamelijk uit het reformeren en opzetten van een leger dat voornamelijk uit reservisten bestond. Het leger bleef onder andere in uitrusting, training en organisatie sterk in gebreke.
Het garnizoen van de VS, dat bestond uit 22.532 manschappen, ook bekend als de Filipijnse Afdeling, stond onder bevel van generaal-majoor George Grunert. Het bestond voornamelijk uit de Filipijnse divisie van de VS, dat gedeeltelijk bestond uit een vrij groot aantal Filipijnen, dat diende als verkenners. Het garnizoen werd versterkt door 8500 manschappen van de Nationale Reserve van het vasteland van de Verenigde Staten, dat gedeeltelijk bestond uit de enige gepantserde eenheden, twee tankbataljons
Het garnizoen van de VS, dat bestond uit 22.532 manschappen, ook bekend als de Filipijnse Afdeling, stond onder bevel van generaal-majoor George Grunert. Het bestond voornamelijk uit de Filipijnse divisie van de VS, dat gedeeltelijk bestond uit een vrij groot aantal Filipijnen, dat diende als verkenners. Het garnizoen werd versterkt door 8500 manschappen van de Nationale Reserve van het vasteland van de Verenigde Staten, dat gedeeltelijk bestond uit de enige gepantserde eenheden, twee tankbataljons
MacArthur organiseerde de verdedigers in vier verschillende eenheden. De ‘North Luzon Force’, onder bevel van Majoor-generaal Jonathan M. Wainwright, verdedigde de meest logische aanvalsplaatsen voor amfibische aanvallen en de centrale vlakten. Dit gebied bestond ook uit het schiereiland Bataan, de aangewezen plek om eventueel op terug te vallen, dat bij de Baai van Manilla lag. De strijdkrachten van Waintwright bestonden uit de 11e, 21e en 31e infanteriedivisies van het Filipijnse Leger, de 26e cavaleriedivisie van de VS (een verkenningseenheid), een bataljon van de 45e infanteriedivisie (ook een verkenningseenheid), twee batterijen bestaande uit 144 mm kanon]nen en een bergkanon. De Filipijnse 71e infanteriedivisie diende ook als een reserve en kon alleen ingezet worden op orders van MacArthur.
De ‘Zuid Luzon Force’, onder Brigadegeneraal George M. Parker Jr. moest de zone ten oosten en zuiden van Manilla in de gaten houden. Parker’s leger bestond uit de 41e en 51e infanteriedivises van het Filipijnse leger en twee batterijen van de Amerikaanse 86e artilleriedivisie van (oorspronkelijk ook een verkenningseenheid).
De ‘Visayan-Mindanao’ eenheid, onder bevel van Brigadegeneraal William F. Sharp, bestond uit het 61e en 81e infanteriedivises van het Filipijnse leger en de 101e infanteriedivisie.
Een reserve-eenheid, onder direct bevel van MacArthur, was samengesteld uit de Filipijnse Divisie, de ‘Far East Air Force’ en eenheden van het hoofdkwartier van het Filipijnse Leger en Filipijnse Afdeling, ten noorden van Manilla gestationeerd. Vier Amerikaanse artillerieregimenten bewaakten de ingang van Manilla, waaronder het eiland Corregidor.
De ‘Zuid Luzon Force’, onder Brigadegeneraal George M. Parker Jr. moest de zone ten oosten en zuiden van Manilla in de gaten houden. Parker’s leger bestond uit de 41e en 51e infanteriedivises van het Filipijnse leger en twee batterijen van de Amerikaanse 86e artilleriedivisie van (oorspronkelijk ook een verkenningseenheid).
De ‘Visayan-Mindanao’ eenheid, onder bevel van Brigadegeneraal William F. Sharp, bestond uit het 61e en 81e infanteriedivises van het Filipijnse leger en de 101e infanteriedivisie.
Een reserve-eenheid, onder direct bevel van MacArthur, was samengesteld uit de Filipijnse Divisie, de ‘Far East Air Force’ en eenheden van het hoofdkwartier van het Filipijnse Leger en Filipijnse Afdeling, ten noorden van Manilla gestationeerd. Vier Amerikaanse artillerieregimenten bewaakten de ingang van Manilla, waaronder het eiland Corregidor.
Het Japanse 14e leger, onder bevel van Generaal Masahary Homma, begon zijn invasie met een landing op het eiland Batan (niet te verwarren met het schiereiland Bataan), ten noorden van Luzon, op 8 december 1941. Landingen op het vasteland volgden twee dagen later, op 10 december.
Vanaf 11 tot en met 23 december, viel het meeste grondgebied van Luzon in Japanse handen, waarna landingen op het zuidelijke puntje van Luzon, bij Legazpi, volgden, alsmede in de Golf van Lingayen en op Mindanao. Het merendeel van de geallieerde strijdkrachten gaf zich na een tijd over, of werden onder de voet gelopen door de Japanse overmacht. De Filipijnse Divisie van de VS positioneerde zich in het landschap om de terugtrekkingen van de troepen, op weg naar Bataan, te dekken. Dit werd ook gedaan vanuit het oogpunt om Japanse vooruitgang van de Japanners in het gebied van de Subicbaai tegen te gaan. Op 23 december liet MacArthur zijn bevelhebbers in het veld weten dat hij bezig was een plan van voor de oorlog te reactiveren. Dit hield in dat hij alleen Bataan en Corregidor wilde verdedigen, zowel de militaire hoofdkwartieren als de Filipijnse overheid ging op weg naar Corregidor. Toch bleef er nog een groot aantal strijdkrachten in andere gebieden voor enige maanden.
Vanaf 11 tot en met 23 december, viel het meeste grondgebied van Luzon in Japanse handen, waarna landingen op het zuidelijke puntje van Luzon, bij Legazpi, volgden, alsmede in de Golf van Lingayen en op Mindanao. Het merendeel van de geallieerde strijdkrachten gaf zich na een tijd over, of werden onder de voet gelopen door de Japanse overmacht. De Filipijnse Divisie van de VS positioneerde zich in het landschap om de terugtrekkingen van de troepen, op weg naar Bataan, te dekken. Dit werd ook gedaan vanuit het oogpunt om Japanse vooruitgang van de Japanners in het gebied van de Subicbaai tegen te gaan. Op 23 december liet MacArthur zijn bevelhebbers in het veld weten dat hij bezig was een plan van voor de oorlog te reactiveren. Dit hield in dat hij alleen Bataan en Corregidor wilde verdedigen, zowel de militaire hoofdkwartieren als de Filipijnse overheid ging op weg naar Corregidor. Toch bleef er nog een groot aantal strijdkrachten in andere gebieden voor enige maanden.
De Slag om Bataan (7 januari - 9 april 1942) was de zwaarstbevochten episode van de invasie van de Filipijnen door het Japanse Keizerrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Bataan is een schiereiland aan de zuidkust van het eiland Luzon. Winst in de Slag om de Filipijnen was van vitaal belang voor de poging van Japan om het zuidwesten van de Stille Oceaan te beheersen, voor het veroveren van het grondstofrijke Nederlands-Indië en om de zuidoost-Aziatische flank te beschermen. De capitulatie door de Amerikanen en Filipijnen die de Slag om Bataan afsloot was de grootste in hun militaire geschiedenis en het was de belangrijkste capitulatie voor de Verenigde Staten sinds de Amerikaanse Revolutie
Toen in de ochtend van 7 december 1941 (8 december, Manilla-tijd), Japanse vliegtuigen de Amerikaanse vloot in de Stille Oceaan in hun thuishaven Pearl Harbor vernietigden, viel Japan tegelijkertijd de Amerikaanse vlooteenheden op Taiwan en in Cavite in de Filipijnen aan. Ook werden de belangrijke Amerikaanse luchtmachtbasissen Clark Field in Pampanga, Iba Field in Zambales, Nichols Field nabij Manilla aangevallen.
Van 8 tot 10 december kon het verspreide verzet van Amerikaanse en Filipijnse grondtroepen en de resterende Amerikaanse lucht- en zeemacht niet voorkomen dat de Japanners landden op Batan Island, Aparri en Vigan City als deel van een offensief om de plaatselijke vliegvelden te veroveren. Army en Air Force B-17's, meestal geëscorteerd door jachtvliegtuigen, vielen Japanse schepen aan die afmeerden in Gonzaga en de Vigan. Onderzeeboten van de Aziatische vloot waren ook ingezet om het strijdverloop te keren.
In een van de laatste gecoördineerde daden van de Far East Air Force beschadigden Amerikaanse vliegtuigen twee Japanse transportschepen, het vlaggenschip Nagato, een torpedobootjager en brachten een mijnenveger tot zinken. Deze luchtaanvallen en maritieme aanvallen konden echter de Japanse aanval niet vertragen.
Deze op kleine schaal uitgevoerde landingen gingen vooraf aan het eigenlijke offensief op 22 december 1941 door het Japanse keizerlijke leger, geleid door luitenant-generaal Masaharu Homma, in de Golf van Lingayen in Pangasinan en Lamon Bay, Tayabas.
Door de Amerikaanse lucht- en zeemacht te neutraliseren en de Filipijnen in te nemen in de belangrijke eerste dagen van de oorlog, konden de Japanners versterkingen en herbevoorrading van de Filipijnen voorkomen, en kreeg het toegang tot twee vliegvelden dat het kon gebruiken voor het ondersteunen van de invasie en overname van Nederlands-Indië
Van 8 tot 10 december kon het verspreide verzet van Amerikaanse en Filipijnse grondtroepen en de resterende Amerikaanse lucht- en zeemacht niet voorkomen dat de Japanners landden op Batan Island, Aparri en Vigan City als deel van een offensief om de plaatselijke vliegvelden te veroveren. Army en Air Force B-17's, meestal geëscorteerd door jachtvliegtuigen, vielen Japanse schepen aan die afmeerden in Gonzaga en de Vigan. Onderzeeboten van de Aziatische vloot waren ook ingezet om het strijdverloop te keren.
In een van de laatste gecoördineerde daden van de Far East Air Force beschadigden Amerikaanse vliegtuigen twee Japanse transportschepen, het vlaggenschip Nagato, een torpedobootjager en brachten een mijnenveger tot zinken. Deze luchtaanvallen en maritieme aanvallen konden echter de Japanse aanval niet vertragen.
Deze op kleine schaal uitgevoerde landingen gingen vooraf aan het eigenlijke offensief op 22 december 1941 door het Japanse keizerlijke leger, geleid door luitenant-generaal Masaharu Homma, in de Golf van Lingayen in Pangasinan en Lamon Bay, Tayabas.
Door de Amerikaanse lucht- en zeemacht te neutraliseren en de Filipijnen in te nemen in de belangrijke eerste dagen van de oorlog, konden de Japanners versterkingen en herbevoorrading van de Filipijnen voorkomen, en kreeg het toegang tot twee vliegvelden dat het kon gebruiken voor het ondersteunen van de invasie en overname van Nederlands-Indië
Op 30 december ging de Filipijnse 31e infanteriedivisie op weg naar de buurt van de Zigzag Pas om de flanken van de terugtrekkende troepen van centraal- en Zuid-Luzon te dekking te geven. De Filipijnse Divisie van de VS organiseerde zijn posities bij Bataan. De 31e divisie ging daarna op weg naar een defensieve stelling op de westelijke kant van de Olongapo-Manilla weg, nabij het kruispunt van Layac, in het noorden van het Bataan schiereiland, op 5 januari 1942. Men was gedwongen het kruispunt op 6 januari uit handen te geven, maar de terugtrekking naar Bataan was een vrij groot succes. De 31e divisie nam een reservepositie in op het schiereiland om zich te herstellen van de verliezen van de vuurgevechten in de flanken

Vanaf 7 tot 14 januari, concentreerden de Japanners zich op verkenning en voorbereidingen voor een aanval op de algehele verdedigingslinie van Abucay. Filipijnse en Amerikaanse strijdkrachten wisten de nachtelijke aanvallen nabij Abucay, op 10 tot 12 januari, te weerstaan, en op 16 januari voerden eenheden van de Filipijnse Divisie van de VS een tegenaanval uit. Dit bleek echter geen succes en de divisie was op 26 januari gedwongen om terug te trekken naar een reservepositie in het Cas Pilar-Bagec gebied.
De Japanners ondernamen in de volgende weken, bewust van de hevige verliezen, patrouilles en gelimiteerde lokale aanvallen. Omdat de geallieerde positie steeds teruggetrokken moest worden, beval de president van de VS, Franklin Delano Roosevelt, MacArthur om zich vanaf Corregidor naar Australië te verplaatsen, als Opperbevelhebber van het Zuidwestelijke Pacifische Gebied. (MacArthur’s bekende toespraak over de Filipijnen, waarin hij zei: “Ik kwam uit de Bataan en ik zal terugkeren”, werd bij Terowie, Zuid-Australië op 20 maart uitgesproken). Wainwright kreeg het bevel over de geallieerde strijdkrachten in de Filipijnen op 12 maart. Tijdens deze periode werden eenheden van de Filipijnse Divisie van de VS heen en weer geschoven om andere sectoren ook te verdedigen.
De Japanners ondernamen in de volgende weken, bewust van de hevige verliezen, patrouilles en gelimiteerde lokale aanvallen. Omdat de geallieerde positie steeds teruggetrokken moest worden, beval de president van de VS, Franklin Delano Roosevelt, MacArthur om zich vanaf Corregidor naar Australië te verplaatsen, als Opperbevelhebber van het Zuidwestelijke Pacifische Gebied. (MacArthur’s bekende toespraak over de Filipijnen, waarin hij zei: “Ik kwam uit de Bataan en ik zal terugkeren”, werd bij Terowie, Zuid-Australië op 20 maart uitgesproken). Wainwright kreeg het bevel over de geallieerde strijdkrachten in de Filipijnen op 12 maart. Tijdens deze periode werden eenheden van de Filipijnse Divisie van de VS heen en weer geschoven om andere sectoren ook te verdedigen.
De geallieerde strijdkrachten, nu verzwakt door slechte voeding, ziekte en een veel te lange blootstelling aan gevecht, kregen vanaf 28 maart een nieuwe aanvalsgolf van de Japanners te verduren. Op 3 april braken de Japanners door de gaten in de geallieerde linies langs de berg ‘Samat’. De Filipijnse Divisie van de VS, niet langer actief als een gecoördineerde eenheid, was niet in staat om een tegenaanval tegen de hevige aanvallen van de vijand uit te voeren. Op 8 april werden de Amerikaanse 57e infanteriedivisie en de Filipijnse 31e divisie overrompeld bij de Alangan rivier. De 45e infanteriedivisie van de VS gaf zich uiteindelijk op 10 april 1942 over.
Corregidor werd nu verdedigd door 11.000 manschappen, bestaande uit het Amerikaanse 4e mariniersregiment, overige infanterie, Amerikaanse artillerie-eenheden en manschappen van de Amerikaanse marine, ingezet als infanterie. De Japanners begonnen hun aanval op Corregidor met een artilleriebombardement op 1 mei. In de nacht van 5 op 6 mei landden twee bataljons van het Japanse 61e infanterieregiment ten noordoosten van het eiland. Ondanks een sterke verdediging, wisten de Japanners een strandhoofd te vormen dat weldra versterkt werd door tanks en artillerie. De verdedigers werden snel teruggedrongen naar de defensieve stelling op Heuvel Malinta.
Corregidor werd nu verdedigd door 11.000 manschappen, bestaande uit het Amerikaanse 4e mariniersregiment, overige infanterie, Amerikaanse artillerie-eenheden en manschappen van de Amerikaanse marine, ingezet als infanterie. De Japanners begonnen hun aanval op Corregidor met een artilleriebombardement op 1 mei. In de nacht van 5 op 6 mei landden twee bataljons van het Japanse 61e infanterieregiment ten noordoosten van het eiland. Ondanks een sterke verdediging, wisten de Japanners een strandhoofd te vormen dat weldra versterkt werd door tanks en artillerie. De verdedigers werden snel teruggedrongen naar de defensieve stelling op Heuvel Malinta.
In de late middag van 6 mei, vroeg Wainwright aan Homma om de voorwaarden tot overgave. Homma stond erop dat overgave moest betekenen dat alle geallieerde strijdkrachten in de Filipijnen zich zouden moeten overgeven. Aangezien Wainwright dacht dat alle levens van diegenen op Corregidor in gevaar zouden komen, ging hij akkoord met de voorwaarden. Op 8 mei stuurde hij een bericht naar Sharp. Hij beval hem om de Visayan Mindanao Eenheid over te geven. Sharp stemde in maar veel individuelen zetten de strijd voor in de vorm van een guerrillaoorlog.
De overgave was het begin van drie en een half jaar van onderdrukking van de geallieerde overlevenden. Deze onderdrukking hield ook onder andere ook de Dodenmars van Bataan in en de uiterst barre levensomstandigheden van de Japanse concentratiekampen.
Geallieerde strijdkrachten begonnen in 1944 met de campagne om de Filipijnen weer in te nemen. Dit begon met landingen op het eiland van Leyte.
De overgave was het begin van drie en een half jaar van onderdrukking van de geallieerde overlevenden. Deze onderdrukking hield ook onder andere ook de Dodenmars van Bataan in en de uiterst barre levensomstandigheden van de Japanse concentratiekampen.
Geallieerde strijdkrachten begonnen in 1944 met de campagne om de Filipijnen weer in te nemen. Dit begon met landingen op het eiland van Leyte.

bataan death march....De dodenmars van Bataan of Bataan-dodenmars vond plaats in de Filipijnen in 1942. De 101 kilometer lange mars tussen Mariveles en Camp O'Donnell werd later betiteld als een Japanse oorlogsmisdaad. Ze gebeurde na afloop van de drie maanden durende Slag om Bataan, een beslissend onderdeel tijdens de Slag om de Filipijnen in de Tweede Wereldoorlog. Na de overgave van de geallieerde troepenmacht bestaande uit Amerikaanse en Filipijnse strijdkrachten werden de ongeveer 72.000 tot 75.000 krijgsgevangenen gedwongen om zich lopend te verplaatsen naar de krijgsgevangenenkampen
De tocht werd veel gevangenen fataal als gevolg van fysieke mishandelingen door de strijdkrachten van het Japanse Keizerrijk. Onthoofdingen, het doorsnijden van de keel en het bij het voorbijgaan doodschieten waren de meest voorkomende praktijken. Deze waren nog genadig vergeleken met het steken met een bajonet, verkrachting, het opensnijden van de buik, het in elkaar slaan met de achterkant van een geweer en het opzettelijk onthouden van eten en drinken tijdens de bijna continu voortdurende mars van een week door de tropische hitte. Wanneer men viel was men ten dode opgeschreven. Dat gold ook bij het uiten van protest of ongenoegen.
Het precieze dodental als gevolg tijdens de mars is niet bekend. Er zijn historici die spreken van 6.000 tot 11.000 slachtoffers. Anderen hebben berekend dat zo'n 18.000 krijgsgevangenen de kampen nooit bereikt hebben.
Het precieze dodental als gevolg tijdens de mars is niet bekend. Er zijn historici die spreken van 6.000 tot 11.000 slachtoffers. Anderen hebben berekend dat zo'n 18.000 krijgsgevangenen de kampen nooit bereikt hebben.
In de Britse koloniën Malakka en Singapore was de Britse verdediging grotendeels op een aanval via zee gebaseerd. Op 8 december 1941 landden de Japanners op de oostkust van het schiereiland Malakka (Britse kolonie, nu onderdeel van Maleisië) De Japanners landden zo dicht mogelijk bij het belangrijke vliegveld Kota Bharu. Een Japanse gepantserde divisie trok snel naar het westen op in de hoop de Britse 11de divisie af te snijden. Deze wist echter tijdig terug te trekken, de haven Penang onbeschermd achterlatend.
Na de Japanse verovering van Penang werd de opmars richting Singapore begonnen. De stad werd door Churchill "de sterkste marinehaven van het oosten" genoemd en geen Brit verwachtte dat de haven zou vallen door de Japanners. De verdediging van Singapore was vooral gericht tegen een landing vanuit zee, niet tegen een aanval via Malakka, en dat was nu precies wat de Japanners deden: Tijdens hun opmars raakten ze door amfibische transporten steeds achter de Britse linies, waardoor deze zich terug moesten trekken. Vanuit Kota Bharu trok tegelijkertijd een tweede Japanse eenheid richting het zuiden op langs de landinwaarts gelegen spoorweg. Op 29 december 1941 kwamen de Japanners rond Johoro bijeen vanuit drie verschillende richtingen
op 15 februari 1942 capituleerde Singapore voor de Japanners, een zware nederlaag voor de Britten.
In januari 1942 vielen de Japanners de Britse kolonie Birma (Myanmar) binnen. Rangoon viel in maart. Met versterkingen van geallieerde Thaise troepen en Japanse troepen die beschikbaar kwamen na de inname van Singapore konden de Japanners vervolgens binnen enkele maanden het grootste deel van Birma innemen. Een chaotische terugtrekking van Britse en Chinese verdedigers naar India en China volgde. De Japanners begonnen in 1943 met de bouw van een spoorweg van Bangkok naar Rangoon om troepen aan te kunnen voeren voor een invasie van India. Deze Dodenspoorlijn was de inspiratie voor de film The Bridge on the River Kwai.
De Dodenspoorlijn (Death Railway), ook wel Birmaspoorweg of Birma-Siamspoorweg, is de bijnaam gegeven door geallieerde krijgsgevangenen in de Tweede Wereldoorlog aan de spoorlijn die zij gedwongen werden aan te leggen tussen Nong Pladuk in Thailand en Thanbyauzayat in Myanmar (Birma). Het werk aan de spoorlijn begon op 16 september 1942 en werd 16 maanden later voltooid, ondanks berekeningen van Japanse ingenieurs dat het minimaal 5 jaar zou duren om de 415 kilometer lange en 1 meter brede spoorlijn aan te leggen. De Japanners maakten hiervoor op grote schaal gebruik van dwangarbeid

Tijdens de aanleg stierven per dag gemiddeld 75 arbeiders; 15 000 krijgsgevangenen stierven aan uitputting, ziekte en ondervoeding. Onder hen waren 7 000 Britten, 4 500 Australiërs, 131 Amerikanen en bijna 3 000 Nederlanders. Onder de westerse krijgsgevangenen waren veel KNIL-militairen en Nederlanders uit toenmalig Nederlands-Indië. Ook stierven ongeveer 100.000 Thaise en Indonesische romoesja's en ook Birmaanse en Maleisische dwangarbeiders bij de aanleg door het moeilijke gebied. Na de voltooiing van de spoorweg in december 1943 bestond het werk uit onderhoud en reparatie van schade door geallieerde bommenwerpers. De werkkampen lagen vaak naast vitale punten van de spoorweg, waardoor bombardementen ook veel slachtoffers en gewonden onder de dwangarbeiders veroorzaakten
Nederlands-Indië (Indonesië) was rijk aan olie en nam daarom voor Japan een vitale plaats in tijdens de Tweede Wereldoorlog. Reeds eerder was via politiek overleg geprobeerd Indië in de Japanse invloedssfeer te krijgen, maar de Verenigde Staten waren daar fel op tegen en dreigden met allerlei sancties
Nederlands-Indië was door de Duitse inval in Nederland en de geringe bewegingsruimte van de regering in Londen niet in de beste staat van verdediging. Daarbij kwam nog dat grote delen van de marine en luchtmacht onder Brits of Australisch gezag stonden bij onder andere Singapore, omdat die plekken van groter strategisch belang werden geacht dan Nederlands-Indië. In totaal bestond de verdediging van Indonesië (Indië) uit 30000 man van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL), inheemse politiesoldaten van de "Landstorm", 79 bommenwerpers (en later tien Australische) en de Koninklijke Marine, waaronder de lichte kruiser Tromp
De Japanse aanvallen op Nederlands-Indië begonnen op 10 januari 1942 toen Japanse troepen landingen uitvoerden rond Tarakan op Borneo. De Japanners landden op de oostkust van het eiland, dat slechts zwak door de Nederlandse troepen was bezet. Toch kregen de Japanners hun prijs niet in handen: de Nederlanders lieten de olie van Tarakan, die op geringe diepte bruikbaar gewonnen werd, doelbewust in vlammen opgaan. Tegelijkertijd voerden Japanners landingen uit op Celebes, bij het plaatsje Manado, dat belangrijk was vanwege haar beschutte baai en basis voor watervliegtuigen. Op 11 januari 1942 voerden de Japanners hier hun grootste landing uit en veroverden Manado

In de dagen die volgden lanceerden de Japanners aanvallen op de plekken in Nederlands-Indië waar olie gewonnen werd of die van strategisch belang waren zoals Balikpapan en Pemangkat (Borneo) en Kendari (Celebes). Op 29 januari werd een gezamenlijke Australisch/Nederlandse strijdmacht op Ambon verslagen en zo kwam Australië binnen het bereik van de Japanse vliegtuigen. Er werd hevige strijd geleverd rond de stad Palembang in het zuiden van Sumatra, waar zich niet alleen olie maar ook twee raffinaderijen bevonden.Nederlands-Timor werd samen met Portugees-Timor, in handen van Australische troepen, aangevallen op 12 december 1942.
De zwakke verdediging kon niet op tegen de superieur bewapende Japanners en Timor capituleerde. Een poging om een Japanse landing op Java te verhinderen faalde en op 28 februari 1942 landden Japanse troepen bij Eretan Wetan, zenuwcentrum van Nederlands-Indië. De strijd duurde meer dan een week, en door het besluit van de Nederlanders alleen het strategisch en economisch belangrijkere West-Java te verdedigen werd de Japanse opmars sterk vertraagd. Toch kon de aangeslagen KNIL niet verhinderen dat ook Java in handen van de veroveraars viel
De Japanners landden ook op Nederlands Nieuw-Guinea bij Hollandia en begonnen naar het Australische deel op te trekken. Op 23 januari 1942 bezetten de Japanners zonder op veel weerstand te stuiten de haven Rabaul. Deze haven was een van de beste natuurlijke havens ter wereld en de sleutel tot het beheersen van de Bismarck-archipel. Deze werd dan ook snel veroverd op de gedemoraliseerde geallieerde troepen. Op Nieuw-Guinea zelf werd de strijd hoe langer hoe zwaarder: de Japanners stuitten voor het eerst in hun veroveringsoorlog op zwaar verzet. Op 8 maart wisten de Japanners met weinig moeite de steden Lae en Salamaua te bezetten, waarmee ze heel het noorden van Nieuw-Guinea in handen hadden. Een bevoorradingsroute, het Kokodapad, een bergpas door het oerwoud over het Owen Stanley-gebergte, was de enige levensader van de geallieerden. Tegelijkertijd landde een Japans korps op de Salomonseilanden ten oosten van Nieuw-Guinea, en de daar aanwezige Britse troepen moesten capituleren. Dit was het einde van de Japanse expansie: ze wisten het zuiden van Nederlands Nieuw-Guinea en de verdedigde eilanden tussen de Salomonseilanden en Nieuw-Guinea niet te veroveren.
Guam en Wake waren van groot strategisch en militair belang in de Grote Oceaan. Amerika had er een marine- en luchtmachtbasis, en kon hiermee een groot deel van de centrale Grote Oceaan bestrijken met bommenwerpers, een serieuze bedreiging voor vooruitgeschoven Japanse posities rond de Gilberteilanden en Marshalleilanden
Guam werd aangevallen door overweldigende Japanse strijdkrachten, en moest al na twee dagen haar verzet staken tegen de vijand die hen overal omringden. Wake wist de eerste zwakke Japanse landing te weerstaan, en de vliegtuigen van Wake islands voerde nog enkele vluchten uit over de Marianen, maar daarna kwamen er zeven torpedoboten die een bombardement inzetten waarna een sterker Japans smaldeel landen. Dit keer moest Wake wel capituleren voor de machtiger vijand.
De Gilberteilanden zijn een groep van 16 atollen, gelegen in de Stille Oceaan. Ze zijn de belangrijkste groep eilanden van de republiek Kiribati. De groep ligt ongeveer 1300 km ten westen van de Phoenixeilanden en 3200 km ten westen van de Line-eilanden. De naam Kiribati is de Kiribatische uitspraak van Gilbert. Adam Johann von Krusenstern gaf die naam aan de eilanden als hommage aan een van de eerste ontdekkers van de groep

Na het uitbreken van de oorlog in december 1941 bezette Japan onmiddellijk de atol Makin, en viel het Tarawa aan. In februari 1942 evacueerden de Britten het grootste deel van hun inwoners, met uitzondering van missionarissen die wensten te blijven en enkele kustwachters.
In februari 1942 viel admiraal Brown met het vliegdekschip "USS Lexington" de Gilberteilanden aan. Onder bevel van commander-vlieger Butch O'Hara vielen de Avengers van de "USS Lexington" Rabaul en het Waki-eiland aan. Daar ontmoetten ze een groep van 18 Japanse bommenwerpers en haalden er 16 neer. Bovendien nog twee viermotorige toestellen. Maar de Japanse overmacht was te groot en om geen verliezen te lijden, trok de Amerikaanse vloot zich wijselijk terug. Op 3 maart kwamen de vloten van de "USS Lexington" en de "USS Yorktown" bijeen. Die nacht werden de Amerikaanse schepen bevoorraad met stookolie, munitie en levensmiddelen. Daarna vertrok de Amerikaanse vloot naar Nieuw-Guinea om Salamaua aan te vallen.
In februari 1942 viel admiraal Brown met het vliegdekschip "USS Lexington" de Gilberteilanden aan. Onder bevel van commander-vlieger Butch O'Hara vielen de Avengers van de "USS Lexington" Rabaul en het Waki-eiland aan. Daar ontmoetten ze een groep van 18 Japanse bommenwerpers en haalden er 16 neer. Bovendien nog twee viermotorige toestellen. Maar de Japanse overmacht was te groot en om geen verliezen te lijden, trok de Amerikaanse vloot zich wijselijk terug. Op 3 maart kwamen de vloten van de "USS Lexington" en de "USS Yorktown" bijeen. Die nacht werden de Amerikaanse schepen bevoorraad met stookolie, munitie en levensmiddelen. Daarna vertrok de Amerikaanse vloot naar Nieuw-Guinea om Salamaua aan te vallen.
marshall islands
De Slag in de Koraalzee, begin mei 1942, kan op verschillende manieren gezien worden als een keerpunt in de Tweede Wereldoorlog. Het was de eerste zeeslag waarin vliegdekschepen elkaar aanvielen en de eerste zeeslag waarin geen der schepen de ander gezien heeft. De slag markeerde ook het punt waarop de Japanse opmars in de Grote Oceaan voor het eerst gestopt werd.
Nadat het land in enkele maanden grote delen van Zuidoost-Azië onder de voet had gelopen, stond Japan op het hoogtepunt van haar militaire macht. De geallieerden trilden nog na van een serie verpletterende nederlagen. Zij probeerden wanhopig om het materiaal en de vaardigheden bijeen te schrapen nodig om te overleven en om ooit terug te gaan slaan. De geallieerde strategie richtte zich op een defensieve opbouw van het Amerikaanse leger en het Amerikaanse korps mariniers op Nieuw-Caledonië en Australische lucht- en grondstrijdkrachten bij Port Moresby in zuidelijk Nieuw-Guinea.
In april 1942 vertrokken Japanse strijdkrachten vanuit hun steunpunt in Rabaul voor een dubbele amfibische invasie bij Port Moresby (Operatie MO), en Tulagi op de Salomonseilanden. Het doel was drievoudig: controle over de Salomonseilanden verkrijgen, Port Moresby (de laatste basis tussen Japan en het Australische continent) in handen krijgen en de Amerikaanse vliegdekschepen voor het eerst in de oorlog tot gevecht dwingen.
In april 1942 vertrokken Japanse strijdkrachten vanuit hun steunpunt in Rabaul voor een dubbele amfibische invasie bij Port Moresby (Operatie MO), en Tulagi op de Salomonseilanden. Het doel was drievoudig: controle over de Salomonseilanden verkrijgen, Port Moresby (de laatste basis tussen Japan en het Australische continent) in handen krijgen en de Amerikaanse vliegdekschepen voor het eerst in de oorlog tot gevecht dwingen.
Historici zijn verdeeld over het Japanse lange termijn doel. Er lijkt weinig twijfel aan te bestaan dat zij de Salomonseilanden als bastion tegen toekomstige Amerikaanse tegenaanvallen zagen. Ook lijkt het aannemelijk, dat zij een invasie in Noord-Australië op het oog hadden. Er is echter aanzienlijke twijfel over de Japanse doelen op langere termijn. De praktijk van de Japanse planning was complex, met slecht gedefinieerde verantwoordelijkheidsgebieden, en bittere debatten tussen leger en marine.
Er voeren drie verschillende vloten uit: De invasiestrijdkrachten voor de Salomonseilanden en Port Moresby, en een beschermingsvloot bestaande uit twee nieuwe, grote vliegdekschepen (Shokaku en Zuikaku, beide veteranen van de Aanval op Pearl Harbor), een kleiner vliegdekschip (Shoho), twee zware kruisers, en ondersteunende vliegtuigen. Door het afluisteren van radioberichten wisten de geallieerden dat de Japanse aan wal gestationeerde vliegtuigen naar het zuiden werden verplaatst en dat een grote operatie op komst was. Zij konden hier drie vloten tegenover stellen: USS Yorktown (CV-5) reeds in de Koraalzee aanwezig onder bevel van admiraal Frank Jack Fletcher, USS Lexington (CV-2) hierheen onderweg, en een vloot van oppervlakte schepen. De vliegdekschepen USS Hornet (CV-8) en USS Enterprise (CV-6) waren op weg naar het zuiden na de Doolittle Raid op Tokio maar arriveerden te laat om aan de strijd deel te nemen.
Er voeren drie verschillende vloten uit: De invasiestrijdkrachten voor de Salomonseilanden en Port Moresby, en een beschermingsvloot bestaande uit twee nieuwe, grote vliegdekschepen (Shokaku en Zuikaku, beide veteranen van de Aanval op Pearl Harbor), een kleiner vliegdekschip (Shoho), twee zware kruisers, en ondersteunende vliegtuigen. Door het afluisteren van radioberichten wisten de geallieerden dat de Japanse aan wal gestationeerde vliegtuigen naar het zuiden werden verplaatst en dat een grote operatie op komst was. Zij konden hier drie vloten tegenover stellen: USS Yorktown (CV-5) reeds in de Koraalzee aanwezig onder bevel van admiraal Frank Jack Fletcher, USS Lexington (CV-2) hierheen onderweg, en een vloot van oppervlakte schepen. De vliegdekschepen USS Hornet (CV-8) en USS Enterprise (CV-6) waren op weg naar het zuiden na de Doolittle Raid op Tokio maar arriveerden te laat om aan de strijd deel te nemen.
De Lexington arriveerde op 1 mei bij de Yorktown. De Japanners bezetten Tulagi zonder tegenstand op 3 mei, en begonnen met de bouw van een vliegveld. Na het innemen van brandstof stoomde de Yorktown richting Tulagi en voerde op 4 mei enkele succesvolle aanvallen op Japanse schepen en vliegtuigen uit. Hierdoor verraadden de Amerikanen de aanwezigheid van hun vliegdekschip, maar brachten de Japanse destroyer Mikazuki tot zinken. De capaciteit van het vliegveld voor het uitvoeren van verkenningsvluchten vanaf het eiland werd beschadigd. Hierna trok de Yorktown zich terug naar het afgesproken rendez-vous punt met de Lexington en de nieuw gearriveerde kruisers. Onderwijl naderden de twee grote Japanse vliegdekschepen vanuit het zuiden, waardoor de Amerikaanse vloot ingesloten raakte tussen twee Japanse vloten.
Op het land gestationeerde B-17s vielen de Port Moresby naderende invasievloot op 6 mei aan, maar zonder resultaat. (Het zou nog bijna een jaar duren voordat erkend werd dat hoog vliegende bombardementsvluchten op bewegende schepen doelloos waren). Hoewel beide vloten op 6 mei veel verkenningsvluchten uitvoerden konden zij elkaar op die dag niet lokaliseren, o.a. door de bewolking. Gedurende de nacht bevonden de twee vloten zich op ruim 100 km van elkaar. Andere geallieerde vliegtuigen mengden zich in de strijd vanaf luchtmachtbases bij Cooktown en Iron Range op het Kaap York-schiereiland.
Op het land gestationeerde B-17s vielen de Port Moresby naderende invasievloot op 6 mei aan, maar zonder resultaat. (Het zou nog bijna een jaar duren voordat erkend werd dat hoog vliegende bombardementsvluchten op bewegende schepen doelloos waren). Hoewel beide vloten op 6 mei veel verkenningsvluchten uitvoerden konden zij elkaar op die dag niet lokaliseren, o.a. door de bewolking. Gedurende de nacht bevonden de twee vloten zich op ruim 100 km van elkaar. Andere geallieerde vliegtuigen mengden zich in de strijd vanaf luchtmachtbases bij Cooktown en Iron Range op het Kaap York-schiereiland.
B17
Die nacht nam Fletcher de moeilijke beslissing om zijn belangrijkste oppervlakteschepen onder de Australische admiraal John Crace weg te sturen om de meest waarschijnlijke koers van de Japanse invasievloot naar Port Moresby te blokkeren. Crace's vloot bestond uit de kruisers HMAS Australia, USS Chicago (CA-29), HMAS Hobart, en de destroyers USS Perkins, USS Walke en USS Farragut. Zowel Fletcher als Crace realiseerden zich, dat zij hiermee dit squadron, zonder luchtbescherming blootgesteld aan de aanvallen van op land gestationeerde Japanse vliegtuigen, het risico liep hetzelfde lot te ondergaan als de Britse slagschepen HMS Prince of Wales en HMS Repulse vijf maanden eerder.
Hun angsten werden bewaarheid toen het squadron in de middag van 7 mei door een squadron Japanse torpedobommenwerpers gespot werd en een aantal intensieve luchtaanvallen te verduren kreeg. Door geluk of vaardigheid ontsnapten de geallieerde schepen met het verlies van USS Neosho (AO-23) en USS Sims. Enkele minuten na de Japanse aanval werd het squadron per abuis aangevallen door Amerikaanse B-17's. Opnieuw kwamen de Farragut en Perkins er zonder averij vanaf.
De Amerikaanse verkenningsvliegtuigen spotten de Japanse invasievloot met het kleine Japanse vliegdekschip Shoho. Dit werd aangezien voor de Japanse hoofdvloot, en Fletcher zette 53 bommenwerpers, 22 torpedovliegtuigen en 18 jagers in voor een aanval. De Shoho werd bij deze aanval tot zinken gebracht.
Hun angsten werden bewaarheid toen het squadron in de middag van 7 mei door een squadron Japanse torpedobommenwerpers gespot werd en een aantal intensieve luchtaanvallen te verduren kreeg. Door geluk of vaardigheid ontsnapten de geallieerde schepen met het verlies van USS Neosho (AO-23) en USS Sims. Enkele minuten na de Japanse aanval werd het squadron per abuis aangevallen door Amerikaanse B-17's. Opnieuw kwamen de Farragut en Perkins er zonder averij vanaf.
De Amerikaanse verkenningsvliegtuigen spotten de Japanse invasievloot met het kleine Japanse vliegdekschip Shoho. Dit werd aangezien voor de Japanse hoofdvloot, en Fletcher zette 53 bommenwerpers, 22 torpedovliegtuigen en 18 jagers in voor een aanval. De Shoho werd bij deze aanval tot zinken gebracht.
Op de ochtend van 8 mei hadden de Japanners het voordeel. Boven hun vliegdekschepen hing een laag wolkendek, wat het zoeken van de geallieerde vliegtuigen zou bemoeilijken. Fletchers vliegdekschepen voeren onder een open lucht in stralende zon.
Toch vonden de verkenningsvliegtuigen van beide partijen elkaars vloten vrij snel na elkaar. Onmiddellijk hierna lanceerden beide strijdmachten een grote luchtaanval op de vliegdekschepen van de andere partij. De twee golven vliegtuigen passeerden elkander ongemerkt. Verborgen in de regen ontsnapte de Zuikaku aan de verkenning, maar de Shokaku werd door drie bommen geraakt. In brand staand was de Shokaku niet in staat haar terugkerende vliegtuigen aan boord te nemen. Ze was buiten gevecht gesteld.
Beide Amerikaanse vliegdekschepen werden bij de Japanse aanval geraakt: de Yorktown door een bom, de grotere en minder manoeuvreerbare Lexington door zowel bommen als torpedo's. Ze overleefde de initiële schade, en deze werd ingeschat als te repareren. Een uur later ontplofte echter de vliegtuigbrandstof en moest het schip verlaten en getorpedeerd worden om te voorkomen dat het in Japanse handen viel.
Crace's force bleef positie innemen tussen de Japanse invasievloot en Port Moresby. Inoue, misleid door foutieve vliegtuigrapporten over de sterkte van het geallieerde eskader, gaf de invasiestrijdmacht bevel terug te keren
Toch vonden de verkenningsvliegtuigen van beide partijen elkaars vloten vrij snel na elkaar. Onmiddellijk hierna lanceerden beide strijdmachten een grote luchtaanval op de vliegdekschepen van de andere partij. De twee golven vliegtuigen passeerden elkander ongemerkt. Verborgen in de regen ontsnapte de Zuikaku aan de verkenning, maar de Shokaku werd door drie bommen geraakt. In brand staand was de Shokaku niet in staat haar terugkerende vliegtuigen aan boord te nemen. Ze was buiten gevecht gesteld.
Beide Amerikaanse vliegdekschepen werden bij de Japanse aanval geraakt: de Yorktown door een bom, de grotere en minder manoeuvreerbare Lexington door zowel bommen als torpedo's. Ze overleefde de initiële schade, en deze werd ingeschat als te repareren. Een uur later ontplofte echter de vliegtuigbrandstof en moest het schip verlaten en getorpedeerd worden om te voorkomen dat het in Japanse handen viel.
Crace's force bleef positie innemen tussen de Japanse invasievloot en Port Moresby. Inoue, misleid door foutieve vliegtuigrapporten over de sterkte van het geallieerde eskader, gaf de invasiestrijdmacht bevel terug te keren
Na de geslaagde aanval op Pearl Harbor wilde Japan een steunpunt in de centrale Grote Oceaan. Een invasie van Hawaï was ondanks het succes van 7 december 1941 vooralsnog uitgesloten. Midway, bijna halverwege de lijn Tokio-Hawaï, was een prima alternatief. Begin juni 1942 voer een enorme Japanse vloot uit om de kleine eilandengroep met zijn grote strategische waarde te veroveren. Tegelijkertijd voer een vloot uit naar de Aleoeten om deze te veroveren. De Amerikanen hadden echter de geheime code van de Japanners gekraakt en stonden klaar met jagers en bommenwerpers vanaf het vliegveld op Midway en de drie resterende vliegdekschepen Enterprise, Hornet en Yorktown.
Op 4 juni 1942 (In de VS) begon de strijd om Midway. De Japanse admiraal Chuichi Nagumo viel aan bij zonsopgang. Hij liet de helft van zijn vliegtuigen van de vliegdekschepen opstijgen. De andere helft zette hij klaar met torpedo's om de Amerikaanse vliegdekschepen aan te vallen zodra deze zouden worden ontdekt. De Japanse vliegtuigen bombardeerden het eiland Midway 20 minuten lang en richtten aanzienlijke schade aan. 15 Amerikaanse vliegtuigen werden neergehaald tegenover 30 Japanse. Als reactie hierop stegen er zware Amerikaanse bommenwerpers op om de Japanse vliegdekschepen aan te vallen. Een Amerikaans vliegtuig zag twee van de vier Japanse vliegdekschepen en de Amerikanen veranderden meteen van koers om ze te onderscheppen. Nagumo had de vliegdekschepen nog niet verwacht. Hij liet de tweede helft van zijn vliegtuigen wisselen van torpedo's naar gewone bommen om Midway nogmaals te bombarderen. Rond diezelfde tijd stijgen 116 Amerikaanse duikbommenwerpers op van het Amerikaanse vliegdekschip de Hornet om de Japanners aan te vallen
Terwijl de Japanners nog steeds bezig waren met voorbereiden, vond een Japans patrouillevliegtuig de Amerikaanse vloot en verzond meteen een bericht. Nagumo besloot om de Amerikanen aan te vallen en veranderde koers om ze te onderscheppen. Hierdoor kon een groot deel van de vliegers van het Amerikaanse vliegdekschip de Hornet de Japanse schepen niet vinden. Slechts een klein deel van de Amerikanen lukte het om de Japanners te vinden en aan te vallen. Omdat de bommenwerpers niet werden geëscorteerd door hun eigen jagers, werden ze meteen aangevallen. De Amerikaanse piloten hadden minder ervaring dan hun Japanse tegenstanders. Hierdoor verloren de Amerikanen veel vliegtuigen. Het lukte de Amerikaanse bommenwerpers niet om treffers te plaatsen op de Japanse vliegdekschepen, en velen werden neergeschoten. Nagumo waande zich al winnaar van de strijd: hij had Midway een zware slag toegediend, veel Amerikaanse vliegtuigen neergeschoten en de aanval van de Amerikanen afgeslagen.
Twee minuten nadien veranderde de situatie echter dramatisch. De Japanse jagers die hun vliegdekschepen moesten verdedigen, vlogen op geringe hoogte, sommige waren zelfs al geland omdat ze zonder brandstof zaten. Opeens verschenen er 37 Amerikaanse Dauntless duikbommenwerpers van het vliegdekschip de Enterprise hoog boven de Japanse schepen.
Twee minuten nadien veranderde de situatie echter dramatisch. De Japanse jagers die hun vliegdekschepen moesten verdedigen, vlogen op geringe hoogte, sommige waren zelfs al geland omdat ze zonder brandstof zaten. Opeens verschenen er 37 Amerikaanse Dauntless duikbommenwerpers van het vliegdekschip de Enterprise hoog boven de Japanse schepen.
Een paar minuten hierna arriveerden nog 17 Amerikaanse duikbommenwerpers van het Amerikaanse vliegdekschip de Yorktown. Ze vielen het derde Japanse vliegdekschip aan, de Soryu. Het schip werd getroffen door drie bommen en moest hierna al snel worden verlaten. Later werd het tot zinken gebracht door een Amerikaanse onderzeeër.
De "Soryu" werd op de marinewerf te Kaigun Kosho, Kure, Japan gebouwd, waarna ze van stapel liep op 21 december 1935. Op 29 januari 1937 werd zij opgedragen aan de vloot. In tegenstelling tot sommige andere eerder gebouwde carriers, welke werden herbouwd op een kruiserconstructie, werd de "Soryu" vanaf het begin ontworpen als een vliegkampschip. Met een snelheid van ongeveer 35 knopen, was ze het snelst varende vliegdekschip van de wereld.
De USS Yorktown (CV-5) was een vliegdekschip van de Amerikaanse marine in de Stille Oceaan tijdens de Tweede Wereldoorlog en naamgever van een klasse van drie vliegdekschepen. Ze werd ook "The Fighting Lady" genoemd. Ze streed samen met de USS Lexington (CV-2) in de Slag in de Koraalzee (Waar de USS Lexington tot zinken werd gebracht) en daarna in de Slag om Midway.
De korte maar hevige aanval van de Amerikanen was over. Nagumo had drie van de vier vliegdekschepen verloren. Hij liet 40 vliegtuigen van zijn laatste schip (de Hiryu) opstijgen. De Japanners vonden het Amerikaanse schip de Yorktown en vielen het aan. De Amerikanen waren echter klaar om de aanval af te slaan. De Japanners leden zware verliezen bij hun aanval. Toch lukte het zeven Japanse vliegers om door de verdediging heen te komen. De Yorktown werd getroffen door drie bommen. De Yorktown was zwaar beschadigd geraakt maar werd in een recordtijd van een uur opgekalefaterd. De bemanning van de Yorktown had daar ervaring mee: de Yorktown was in de eerdere Slag in de Koraalzee al zwaar beschadigd geraakt. Gaten in de stalen romp werden gedicht met blokken hout. De Japanners wilden met een tweede golf de score gelijkmaken door nog een vliegdekschip tot zinken te brengen. Ze dachten dat de Yorktown al was gezonken en zagen het opgelapte vliegdekschip aan voor de Enterprise. Nu werd de Yorktown geraakt door twee torpedo's. Het schip moest worden verlaten, de vliegtuigen en bommenwerpers vlogen naar de Enterprise. De Japanners verkeerden nu in de waan, dat de stand nu gelijk was en dat de Amerikanen alleen de Hornet nog overhadden en bijna verslagen waren.
Het schip werd gebouwd op de Yokosuka Kaigun Kosho (Marinewerf Yokosuka) in Japan, waar ze op 16 november 1937 van stapel liep. De Hiryu werd daarna op 5 juli 1939 in dienst gesteld. Ze was het eerste Japanse vliegdekschip, dat niet meer onder de Beperking van het Verdrag van Washington viel. De Hiryu werd daarom met een meter verbreed en de commandotoren en opbouweiland werden op de bakboordzijde geplaatst. Dat zou de vluchtleiding op het vliegdek corrigeren en de windwerveling door de opbouw minimaal verhinderen. De Hiryu was dus iets anders gebouwd dan de andere Japanse vliegdekschepen
De USS Enterprise (CV-6) was een vliegdekschip van de Amerikaanse Marine tijdens de oorlog in de Grote Oceaan. Het schip werd ook de "Big E" genoemd en was het meest gedecoreerde schip van de Amerikaanse Marine tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze voerde de meeste missies uit gedurende de Tweede Wereldoorlog in de Grote Oceaan, en werd bijzonder beroemd door de zee- en luchtslagen in de oorlog in de Grote Oceaan. De USS Enterprise behoorde tot de Yorktown-klasse. De USS Enterprise was het 6e vliegdekschip van de United States Navy en het 7e US Navy schip met deze naam.
De twee overgebleven Amerikaanse vliegdekschepen maakten zich op voor de laatste aanval. Ze lieten 24 vliegtuigen opstijgen voor de aanval op het laatst overgebleven Japanse vliegdekschip: Hiryu. De Hiryu had al een groot deel van zijn vliegtuigen verloren bij de aanval op de Yorktown. De Hiryu werd gevonden en werd door vier bommen tot zinken gebracht
De Japanse marine was nog steeds vele malen groter dan de Amerikaanse. Toch besloot admiraal Yamamoto de strijd om Midway te staken. Hij gaf er zich rekenschap van, dat hij zonder luchtoverwicht de strijd om het eiland niet kon beginnen en trok zijn vloot terug. De slag om Midway was voorbij, de Amerikanen en Japanners hadden beiden een harde strijd geleverd maar de Amerikanen hadden gewonnen.
Admiraal Isoroku Yamamoto, Isoroku werd op 4 april 1884 geboren onder de naam Isoroku Takano. Zijn vader was vroeger een samurai van lage klasse. Zijn naam, die 56 betekent, was de leeftijd van zijn vader op de geboortedag van Isoroku.
Op zeventienjarige leeftijd ging hij naar de Japanse Naval Academy, waar hij in 1904 afstudeerde. Een jaar later deed hij dienst als marinier tijdens de Japans-Russische oorlog. Hierbij verloor hij tijdens de slag bij Tsushima twee vingers aan zijn linkerhand, wat hem bij geisha's de bijnaam 80 sen opleverde, Hij werd in 1916 geadopteerd door de welvarende en prestigieuze familie Yamamoto, ook een vroegere familie samurai uit Nagaoka. Hierbij nam hij de achternaam Yamamoto over. Twee jaar later, op 30-jarige leeftijd, huwde hij Reiko Mihashi, een boerendochter uit zijn provincie, Chūbu. Ze baarde vier kinderen: twee zonen, Yoshimasa (°1922) en Tadao (°1932), en twee dochters, Sumiko (°1925) en Masako (°1929).
Op zeventienjarige leeftijd ging hij naar de Japanse Naval Academy, waar hij in 1904 afstudeerde. Een jaar later deed hij dienst als marinier tijdens de Japans-Russische oorlog. Hierbij verloor hij tijdens de slag bij Tsushima twee vingers aan zijn linkerhand, wat hem bij geisha's de bijnaam 80 sen opleverde, Hij werd in 1916 geadopteerd door de welvarende en prestigieuze familie Yamamoto, ook een vroegere familie samurai uit Nagaoka. Hierbij nam hij de achternaam Yamamoto over. Twee jaar later, op 30-jarige leeftijd, huwde hij Reiko Mihashi, een boerendochter uit zijn provincie, Chūbu. Ze baarde vier kinderen: twee zonen, Yoshimasa (°1922) en Tadao (°1932), en twee dochters, Sumiko (°1925) en Masako (°1929).
De Slag om Guadalcanal, ook bekend onder de codenaam Operation Watchtower, tijdens de Tweede Wereldoorlog leidde in 1942 tot de verovering door Amerikaanse strijdkrachten van het door Japanners bezette eiland Guadalcanal (deel van de Britse Salomonseilanden in de Stille Oceaan
Alhoewel het verlies aan mensenlevens (ongeveer 24.000 Japanners en 6.000 Amerikanen) beperkt bleef in vergelijking met andere gevechten, werd de campagne gekenmerkt door grimmige gevechten en een aantal primeurs:
- voor het eerst werden de Japanse landstrijdkrachten verslagen
- de eerste amfibische landing van Amerikaanse strijdkrachten sinds 1898
- gevarieerdheid van de strijd (vlootacties, kustbeschietingen, guerrillatactieken, landoorlog, luchtgevechten
Guadalcanal ligt in het midden van de langgerekte keten van de Salomonseilanden ten noorden van Australië.
De Keizerlijke Japanse marine wilde de Salomonseilanden in een belangrijke strategische basis veranderen en begon in 1942 met een programma om alle eilanden te bezetten en hier luchthavens te bouwen voor op land gestationeerde patrouillebommenwerpers. Guadalcanal zou de belangrijkste basis in het midden van de keten worden. Wanneer zij hierin zouden slagen, zou de geallieerde scheepvaart tussen de VS en Australië een lange omweg langs het zuiden moeten maken. Japan had reeds een basis in Rabaul, in het noorden van de eilandenketen.
De Keizerlijke Japanse marine wilde de Salomonseilanden in een belangrijke strategische basis veranderen en begon in 1942 met een programma om alle eilanden te bezetten en hier luchthavens te bouwen voor op land gestationeerde patrouillebommenwerpers. Guadalcanal zou de belangrijkste basis in het midden van de keten worden. Wanneer zij hierin zouden slagen, zou de geallieerde scheepvaart tussen de VS en Australië een lange omweg langs het zuiden moeten maken. Japan had reeds een basis in Rabaul, in het noorden van de eilandenketen.
Na de ontstuimige Japanse aanvallen en hun opmars, werd het de bevolking en de Britten duidelijk dat Rabaul in hun handen zou vallen. Voor de Japanners was Rabaul van strategisch belang. Tegen december 1941 werden alle vrouwen en kinderen geëvacueerd. In januari 1942 kondigde een reusachtig bombardement de komende invasie aan. De Britten moesten zich overgeven en werden weggevoerd naar Japanse strafkampen. Na de Japanse inname ontwikkelden de Japanners Rabaul tot een veel krachtiger basis dan de Britten ooit hadden gepland. De vliegvelden werden vergroot en de Japanse bezetter liet door vele gevangenen vele kilometers tunnels uitgraven als schuilplaatsen voor de Japanse Luchtmacht. Tegen 1943 waren er 110.000 Japanse soldaten op de basis in Rabaul.
Steeds opnieuw voerden de tegenstanders versterkingen aan, niemand wilde eraan denken deze slag te verliezen. De Japanners bezetten het in juli 1942 als tussenstation op hun weg naar Australië en Hawaï; de Amerikanen (meer bepaald admiraal Ernest King, chef van de operatie) wilden het gebruiken als uitvalsbasis voor hun opmars in noordwestelijke richting. Isoroku Yamamoto, commandant van de Japanse vloot, besefte bij het begin onvoldoende het belang van deze confrontatie en de middelen die ze zou vergen.
Het verlies van Guadalcanal betekende voor de Japanners dat ze in defensieve positie terechtkwamen en de Amerikanen het eiland als springplank konden gebruiken voor de opmars naar Japan.
Het verlies van Guadalcanal betekende voor de Japanners dat ze in defensieve positie terechtkwamen en de Amerikanen het eiland als springplank konden gebruiken voor de opmars naar Japan.
Ernest Joseph King was een Amerikaanse admiraal van de marine. Hij raakte al op jonge leeftijd geïnteresseerd in de marine en ging in 1897 studeren aan de Amerikaanse marineacademie, waar hij afstudeerde in 1901.
Geboren: 23 november 1878, Lorain, Ohio, Verenigde Staten
Overleden: 25 juni 1956, Kittery, Maine, Verenigde Staten
Opleiding: United States Naval Academy, Naval War College
Overleden: 25 juni 1956, Kittery, Maine, Verenigde Staten
Opleiding: United States Naval Academy, Naval War College
Generaal Alexander Vandergrift wordt amper vijf weken voor de start van de aanval aangesteld als bevelhebber van de Amerikaanse grondtroepen in een slag die uiteindelijk leidt tot de evacuatie van het eiland door de Japanners. In de periode tussen augustus 1942 en februari 1943 vindt een aantal confrontaties te land, ter zee en in de lucht plaats.
Alexander Vandegrift 13 maart 1887 – 8 mei, 1973
De landing, als eerste fase van de Slag om Guadalcanal, zette op 7 augustus 1942 19.000 Amerikaanse soldaten (de 1e Mariniersdivisie en een regiment van de 2e Mariniersdivisie) bij Kaap Lunga aan land. De eilanden Gavutu, Tanambogo en Tulagi werden eveneens bezet.
Bij de landing zette de geallieerde vloot meer dan tachtig schepen in waaronder drie vliegdekschepen (Saratoga, Enterprise en Wasp), een slagschip, elf zware kruisers, drie lichte kruisers, zesendertig torpedobootjagers en tweeëntwintig transportschepen. De landing, een totale verrassing voor Japan, verliep zonder tegenstand. Het lossen van de schepen, dat traag en chaotisch verliep, baarde generaal Alexander Vandergrift nog het meeste zorgen. Het vliegveld, gelegen iets ten westen van de landingsplaats en later omgedoopt tot Henderson Field, werd de tweede dag veroverd.
USS Saratoga
USS Enterprise
USS Wasp
De Zeeslag bij het eiland Savo (deel van de Salomonseilanden) vond plaats in de nacht van 8 augustus - 9 augustus 1942. De slag was een poging van de Japanse Keizerlijke Marine om de Amerikanen van het eiland Guadalcanal, waarop ze twee dagen eerder waren geland, te verdrijven.
Zodra de Japanse Marine lucht kreeg van de bezetting van Guadalcanal werd in Rabaul een flottielje verzameld, onder bevel van schout-bij-nacht Gunichi Mikawa. De Japanse strijdmacht bestond uit 7 kruisers waaronder de zware kruisers Chokai, Furutaka, Aoba, Kako en Kinugasa. Mikawa voer rond het middaguur van 8 augustus The Slot binnen, een 90 km brede doorvaart tussen de Salomonseilanden, om 's nachts bij Guadalcanal aan te komen. Alhoewel de Amerikaanse torpedojager Blue, die de wacht optrok bij Savo, radar aan boord had, werd de Japanse strijdmacht niet ontdekt
Gunichi Mikawa
De Australische Canberra maakte mee deel uit van de zeemacht die Guadalcanal verdedigde. Vooraleer ze goed en wel besefte dat vreemde schepen hun haven binnendrongen, was de Canberra getroffen door twee torpedo's en zinkend. De Chicago verloor haar boeg. De Quincy, Vincennes en Astoria incasseerden treffers en zonken bijna onmiddellijk. De beschadigde destroyer Jarvis werd gekelderd bij een vliegtuigaanval toen hij terug naar zijn basis hinkte. De Japanners kwamen weg met lichte schade aan twee schepen.
Gelukkig voor de Amerikanen liet Mikawa de transportschepen ongemoeid, waarvoor hij later hevige kritiek kreeg. Als hij had doorgezet had hij misschien de afloop van de Guadalcanalcampagne en van de oorlog in de Stille Oceaan kunnen wijzigen. Maar hij was onzeker over de positie van de Amerikaanse vliegdekschepen waarmee hij een confrontatie wou vermijden en vond dat hij genoeg had gedaan.
De Amerikanen trokken hun zeestrijdkrachten terug. Ze hadden de zwaarste nederlaag geleden in hun geschiedenis. Ze telden meer dan 1200 doden en 700 gewonden. Kapitein Samuel Moore van de Quincy en kapitein Frank Getting van de Canberra sneuvelden. Kapitein Howard Bode van de Chicago pleegde later zelfmoord; alhoewel zijn schip schade had opgelopen tijdens de slag werd hem verweten dat hij zich te passief had opgesteld.
Mariniers op Guadalcanal noemden deze slag later The Battle of the Five Sitting Ducks. De zeecorridor werd omgedoopt tot Ironbottom Sound.
Gelukkig voor de Amerikanen liet Mikawa de transportschepen ongemoeid, waarvoor hij later hevige kritiek kreeg. Als hij had doorgezet had hij misschien de afloop van de Guadalcanalcampagne en van de oorlog in de Stille Oceaan kunnen wijzigen. Maar hij was onzeker over de positie van de Amerikaanse vliegdekschepen waarmee hij een confrontatie wou vermijden en vond dat hij genoeg had gedaan.
De Amerikanen trokken hun zeestrijdkrachten terug. Ze hadden de zwaarste nederlaag geleden in hun geschiedenis. Ze telden meer dan 1200 doden en 700 gewonden. Kapitein Samuel Moore van de Quincy en kapitein Frank Getting van de Canberra sneuvelden. Kapitein Howard Bode van de Chicago pleegde later zelfmoord; alhoewel zijn schip schade had opgelopen tijdens de slag werd hem verweten dat hij zich te passief had opgesteld.
Mariniers op Guadalcanal noemden deze slag later The Battle of the Five Sitting Ducks. De zeecorridor werd omgedoopt tot Ironbottom Sound.
U.S.S. Quincy
Vincennes
USS Astoria
Op 18 augustus landt Kolonel Kiyono Ichiki met 950 man op het eiland. Bij een drieste banzai-aanval van deze elitetroepen sneuvelen meer dan 700 Japanners. Kolonel Ichiki pleegt harakiri.
Kiyonao Ichiki, 16 October 1892 – 21 August 1942 was an officer in the Japanese Imperial Army
De Japanners vielen de geallieerde troepen aan zonder dat ze op de sterkte van de tegenstander of het eigen slachtofferaantal letten. Het was vaak een wanhopige uitval door verhongerde of gedemoraliseerde troepen. De troepen waren meer bezorgd om de opvolging van de Japanse erecode (Bushido), dan dat tactische overwegingen een rol speelden.
De verliezen tijdens banzai-aanvallen waren erg hoog en de overlevenden pleegden liever zelfmoord (harakiri), dan dat ze zich overgaven en als krijgsgevangene werden geïnterneerd. Het was voor Japanse soldaten een eer om voor de keizer te sterven. De naam Banzai is afkomstig van het feit dat er tijdens deze zelfmoordaanvallen steevast de kreet "banzai" te horen was.
De verliezen tijdens banzai-aanvallen waren erg hoog en de overlevenden pleegden liever zelfmoord (harakiri), dan dat ze zich overgaven en als krijgsgevangene werden geïnterneerd. Het was voor Japanse soldaten een eer om voor de keizer te sterven. De naam Banzai is afkomstig van het feit dat er tijdens deze zelfmoordaanvallen steevast de kreet "banzai" te horen was.
Banzai!
In de zeeslag om de oostelijke Salomonseilanden op 24 augustus raakt het Amerikaans vliegdekschip USS Enterprise (CV-6) zwaar beschadigd. De Japanners verliezen onder meer hun vliegdekschip Ryujo.
Japanese aircraft carrier
Op 12-14 september slaat kolonel Mike Edson een aanval van 7.000 Japanners onder leiding van generaal-majoor Kiyotake Kawaguchi af. Deze confrontatie wordt later de Battle of Bloody Ridge genoemd. Zware luchtbombardementen op Henderson Field en beschietingen met scheepsgeschut gaan eraan vooraf.
Japanese General Kiyotake Kawaguchi
Bloody Ridge Monument Het Amerikaanse oorlogsmonument staat op de top van "Hill 1", vlakbij de voormalige commandopost van Luitenant-kolonel Merritt A. Edson. In 2003 werd de plaquette op het monument gestolen.
Op 15 september gaat het vliegdekschip Wasp verloren bij een duikbootaanval. De zware kruiser North Carolina incasseert een torpedotreffer. 4.000 Amerikaanse soldaten aan boord van transportschepen raken veilig aan land
USS Wasp
USS North Carolina
Luitenant-generaal Haruyoshi Hyakutake landt op 9 oktober met 20.000 man. Vandergrift ziet zijn strijdmacht versterkt met 4.000 soldaten.
Harukichi Hyakutake 25 Mei 1888 – 10 Maart 1947
De Zeeslag bij Cape Esperance op 11-12 oktober eindigt met licht Amerikaans voordeel. De Amerikaanse marine kan echter het continu aan land zetten van Japanse troepen (door de Marines smalend de Tokio-expres genoemd) wel vertragen maar niet verhinderen.
Op 13 oktober wordt Henderson Field opnieuw beschoten door scheepsartillerie en door Pistol Pete (een stuk zware veldartillerie). In tachtig minuten treffen 918 granaten van zwaar kaliber het vliegveld waardoor het onbruikbaar wordt
Hyakutake maakt nieuwe plannen om op 18 oktober een drieledige aanval vanuit verschillende richtingen op Henderson Field te lanceren. De Japanse marine en luchtmacht leveren steun. Moeilijkheden bij het vervoer van kanonnen door de jungle en de niet aflatende regen zorgen voor uitstel tot 24 oktober. Eenheden onder bevel van Generaal Sumioyosji, die niet op de hoogte zijn van het uitstel, lanceren hun aanval op 23 oktober. 650 Japanners sneuvelen. De aanval van de Sendai-divisie wordt 's anderendaags afgeslagen (meer dan 900 Japanse gesneuvelden). Scheepsartillerie, bommenwerpers en Pistol Pete beschieten Amerikaanse stellingen op 25 oktober (dug-out sunday). 's Avonds vallen Japanse grondtroepen opnieuw en ook deze keer zonder succes aan. Vanaf 29 oktober beginnen ze zich terug te trekken.
In de nacht van 25 op 26 oktober is er een nieuwe confrontatie tussen de Japanse en Amerikaanse marine (Zeeslag bij de Santa Cruz-eilanden). De Amerikanen verliezen het vliegdekschip Hornet, de torpedojager Porter en 74 vliegtuigen. Het vliegdekschip Enterprise en de South Dakota worden beschadigd. De Japanners verliezen honderd vliegtuigen; de vliegdekschepen Shokaku en Zuiho, de zware kruiser Tsjikuma en de torpedojager Terutsuki worden zwaar beschadigd.
vliegdekschip hornet
vliegdekschip south dakota
In de nacht van 13 op 14 november onderschepte een groep Amerikaanse kruisers en destroyers een Japanse groep oorlogsschepen. De Japanners bleken alleen meer en krachtiger kanonnen te
hebben dan hun tegenstander en zonken drie schepen. Het beschadigde vlaggenschip Hiei werd de volgende dag tot zinken gebracht door Amerikaanse vliegtuigen.
De dag daarna, op 15 november, vonden Amerikaanse vliegtuigen van Henderson field 11 troepenschepen onderweg naar de Japanse zijde van het eiland. Ze wisten er zes tot zinken te brengen. Diezelfde avond volgde er een gevecht tussen Japanse en Amerikaanse slagschepen, waarbij het gloednieuwe slagschip Washington de Kirishima vernietigde.
Op 16 november, in een wanhoopsdaad, probeerden de laatste vier transportschepen snel de troepen uit te laden. Ook deze keer werden ze gevonden door Amerikaanse vliegtuigen en een bloedbad volgde doordat de Amerikanen aanvielen toen de Japanners nog onderweg naar het strand waren.
Eind december besluiten de Japanse opperbevelhebbers om Guadalcanal te ontruimen en wisten alsnog 11,000 manschappen in het geheim te evacueren.
Op 9 februari verklaren de Amerikanen het eiland veilig van Japanse troepen.
Japan verloor 25,000 man in de strijd, tegenover de 1,500 doden van de Amerikanen.
hebben dan hun tegenstander en zonken drie schepen. Het beschadigde vlaggenschip Hiei werd de volgende dag tot zinken gebracht door Amerikaanse vliegtuigen.
De dag daarna, op 15 november, vonden Amerikaanse vliegtuigen van Henderson field 11 troepenschepen onderweg naar de Japanse zijde van het eiland. Ze wisten er zes tot zinken te brengen. Diezelfde avond volgde er een gevecht tussen Japanse en Amerikaanse slagschepen, waarbij het gloednieuwe slagschip Washington de Kirishima vernietigde.
Op 16 november, in een wanhoopsdaad, probeerden de laatste vier transportschepen snel de troepen uit te laden. Ook deze keer werden ze gevonden door Amerikaanse vliegtuigen en een bloedbad volgde doordat de Amerikanen aanvielen toen de Japanners nog onderweg naar het strand waren.
Eind december besluiten de Japanse opperbevelhebbers om Guadalcanal te ontruimen en wisten alsnog 11,000 manschappen in het geheim te evacueren.
Op 9 februari verklaren de Amerikanen het eiland veilig van Japanse troepen.
Japan verloor 25,000 man in de strijd, tegenover de 1,500 doden van de Amerikanen.
De Amerikanen kozen het eiland Guadalcanal in de Salomonseilanden om de Japanners van de Salomonseilanden te verdrijven. Na zes maanden vechten werden de Japanners in februari 1943 eindelijk van Guadalcanal verdreven, het eerste succes voor de Amerikanen op land.
Kirishima was een schip van de Keizerlijke Japanse Marine en de vierde Kongo-klasse slagkruiser. Ze werd gebouwd door Mitsubishi in Nagasaki op 17 maart 1912, te water gelaten op 1 december 1913, en in dienst gesteld op 19 april 1915. Vanaf 1933 tot 1934 werd ze omgebouwd te Kure. Ze kwam tevoorschijn van haar herconstructie als een "snel slagschip", 4.000 ton zwaarder dan origineel voordien. Het schip is genoemd naar de vulkaan Kirishima
De Slag om de Komandorski-eilanden was een zeeslag in de Slag om de Aleoeten, tijdens de Tweede Wereldoorlog. De slag vond circa 160 kilometer ten zuiden van de eilanden, op 27 maart 1943 plaats
De Verenigde Staten kwamen erachter dat er een Japans konvooi met voorraden onderweg was naar de Japanse garnizoenen op de Aleoeten, die ze ongeveer een jaar eerder, op 3 juni 1942, hadden bezet. Hierop werden enkele schepen van de US Navy, onder bevel van schout-bij-nacht (Amerikaanse equivalent: Rear Admiral) Charles McMorris, erop uitgestuurd om dit konvooi te onderscheppen. De Amerikaanse vloot bestond uit de zware kruiser USS Salt Lake City, de oude lichte kruiser USS Richmond en de torpedobootjagers USS Coghlan, USS Bailey, USS Dale en USS Monaghan.
Vice Admiral Charles H. McMorris
De Amerikanen wisten echter niet dat de Japanners hadden besloten om het konvooi te escorteren met twee zware kruisers, twee lichte kruisers en vier torpedobootjagers, onder bevel van viceadmiraal Boshiro Hosogaya. In de ochtend van 27 maart werd het Japanse konvooi ontdekt door de Amerikaanse vloot waarop een gevecht volgde
boshiro hosogaya
Doordat de slag plaatsvond op open zee en de ontmoeting redelijk op toeval gebaseerd was, had geen van beide partijen lucht- of onderzeesteun, waarmee het één van de weinige zeeslagen was tijdens de Pacifische Oorlog die puur tussen oppervlakteschepen werd uitgevochten, en was het één van de laatste pure schietduels in de maritieme geschiedenis.
Hoewel de Japanners een groter aantal schepen hadden, kwam er geen tactische overwinnaar uit het gevecht. Beide partijen leden verliezen, maar de Amerikaanse schepen waren niet zo zwaar beschadigd als ze hadden kunnen zijn. Toen de Japanners op het punt stonden de overwinning binnen te halen, besloot de Japanse bevelhebber de strijd te staken, uit angst voor mogelijke Amerikaanse luchtsteun en zonder te weten hoeveel schade zijn schepen hadden aangebracht aan de bevelvoerende USS Salt Lake City.
Dankzij het terugtrekken van het Japanse konvooi behaalden de Amerikanen wel een strategische overwinning, want hiermee stopten de Japanse pogingen om de Aleoeten te bevoorraden met oppervlakteschepen, en kon dit alleen nog maar gedaan worden met onderzeeërs.
De Japanse admiraal Hosogaya werd na de slag op non-actief gesteld
Hoewel de Japanners een groter aantal schepen hadden, kwam er geen tactische overwinnaar uit het gevecht. Beide partijen leden verliezen, maar de Amerikaanse schepen waren niet zo zwaar beschadigd als ze hadden kunnen zijn. Toen de Japanners op het punt stonden de overwinning binnen te halen, besloot de Japanse bevelhebber de strijd te staken, uit angst voor mogelijke Amerikaanse luchtsteun en zonder te weten hoeveel schade zijn schepen hadden aangebracht aan de bevelvoerende USS Salt Lake City.
Dankzij het terugtrekken van het Japanse konvooi behaalden de Amerikanen wel een strategische overwinning, want hiermee stopten de Japanse pogingen om de Aleoeten te bevoorraden met oppervlakteschepen, en kon dit alleen nog maar gedaan worden met onderzeeërs.
De Japanse admiraal Hosogaya werd na de slag op non-actief gesteld
USS Salt Lake City
Nu hadden de geallieerden het voordeel dat zij konden kiezen waar de volgende aanval zou zijn, maar er was een tweestrijd in het kamp van de geallieerden. De VS wilden een directe aanval op Micronesië om zo door te stoten naar Japan zelf
Na de verovering van Micronesië wilden ze verder optrekken naar de Marianen, daarna Okinawa en dan via een armada van schepen en vliegtuigen naar Japan zelf. De andere geallieerden wilden eerst de dreiging voor hun eigen grenzen weg hebben door Zuidoost-Azië eerst te bevrijden van de Japanners. Er werd besloten allebei de strategieën ten uitvoer te brengen: de Britten begonnen de herovering van Birma, de Chinezen trokken Japans-China binnen, en de Amerikanen trokken op naar Micronesië.